Van de uitgekookte hardbop van Art Blakey's Jazz Messengers tot talloze avonturen met Miles Davis en pionierswerk in de fusion en jazzrock met Joe Zawinul in Weather Report: zowat alles wat Wayne Shorter de afgelopen vijftig jaar aanraakte, veranderde als bij toverslag in jazzgeschiedenis. Ook zijn akoestisch kwartet, waarmee hij ondertussen al meer dan tien jaar de wereld afschuimt is daartoe voorbestemd.
Als top of the bill op menig jazzfestival behoort het Wayne Shorter Quartet vandaag zonder twijfel tot de populairste acts van het internationale jazzcircuit. Het mag dan wel niet de meest evidente muziek zijn, de combinatie van Shorter met pianist Danilo Perez, bassist John Patitucci en drummer Brian Blade zorgt dat alles op een onwaarschijnlijke manier in de plooi valt. Een concert van deze fenomenale band bijwonen is een ervaring die een zichzelf respecterend muziekliefhebber zich niet mag onthouden. En dat is niet zomaar promotionele prietpraat.
Van hardbop naar jazzrock
Ten tijde van die Blue Note-platen (vanaf midden jaren '60) was Shorter eigenlijk nog piepjong, maar zijn talent was toen al algemeen gekend. Door Art Blakey was hij als twintiger reeds gebombardeerd tot muzikaal leider van The Jazz Messengers, waardoor hij een groot deel composities aandroeg die cruciaal zouden blijken in het repertoire van de band. Niet veel later zou Shorter zich bij het kwintet van Miles Davis voegen, hoewel hij die boot de jaren voordien nog had afgehouden. Als opvolger van John Coltrane (die hem reeds eind jaren '50 bij Miles had aangeraden) maakte hij deel uit van The Second Great Quintet, zoals men het ensemble later zou gaan noemen. Shorter zou opnieuw een belangrijke rol vervullen in dit ondertussen legendarische kwintet en droeg talloze composities aan als 'Footprints', 'E.S.P.' en 'Orbits'.
Ook toen Miles Davis de stap zette naar meer rockgeoriënteerde muziek met 'In a Silent Way' en het fameuze 'Bitches Brew' stond Shorter aan zijn zijde. Opvallend is dat hij rond die periode sopraansax begon te spelen terwijl hij zich voordien uitsluitend van de tenor bediende. In Weather Report, de fusionband die Shorter in 1970 oprichtte met toetsenist Joe Zawinul, kreeg het instrument zelfs een centrale rol. Ook met dit gezelschap bleek hij tot grote dingen in staat, zowel artistiek alsook commercieel. Van 'Heavy Weather' uit 1977, het zevende studioalbum van de groep, werden bij de release namelijk meteen een half miljoen exemplaren verkocht.
Wedergeboorte
Dat de ondertussen 80-jarige Shorter vandaag nog steeds relevant is, is te danken aan een late en onverwachte wending in zijn carrière, nu ongeveer twaalf jaar geleden. Na enkele draken van platen, waarop hij reddeloos verloren leek te lopen in zijn eigen composities, weerklonk op 'High Life' in 1995 opnieuw een puurder geluid. Het was nog wel muziek die met de nodige kitsch werd aangekleed, maar het was duidelijk dat de Amerikaan zijn focus had teruggevonden. Toen hij 2001 begon te touren met een nieuw kwartet en een jaar later het album 'Footprints Live!' verscheen was hij plots terug van nooit weggeweest.
Shorter koos ervoor om met dit kwartet voornamelijk oude composities onder handen te nemen. Eerder succesvol gebleken werk of pure klassiekers zoals 'Footprints' en 'Orbits', maar net zozeer stukken afkomstig van albums die door critici werden neergesabeld. Het opvallendste voorbeeld wat dat betreft is 'Joy Ryder', verschenen op een album uit 1988 dat dezelfde naam droeg. Wat 25 jaar geleden een flets jazzfunknummer was, groeide binnen het huidige kwartet uit tot een cerebraal demonstratiestuk dat niet zelden het hoogtepunt was tijdens de spectaculaire shows van de band. Zo kreeg Shorter dus alsnog gelijk.
foto: Alexey Karpovich
De meest recente plaat van het kwartet kreeg de toepasselijke titel 'Without a Net' mee. Meer dan ooit ademt de muziek van Shorter namelijk risico en avontuur. Hijzelf blaast op die plaat opvallend lange passages mee, iets wat op het vroegere repertoire van de band minder het geval was. Het lijkt zo wel alsof Shorter zijn tweede adem heeft gevonden. Of zou het ondertussen al zijn derde zijn?