Dinsdag 3 april presenteert Les Ateliers Claus in samenwerking met KRAAK een boeiende elektronica-avond. Op het programma staan drie acts uit evenveel werelddelen. Twee daarvan draaien al enige tijd mee, de derde is een relatieve nieuwkomer, ook al heeft die de afgelopen vijf jaar die sinds zijn debuut zijn verstreken, een verdienstelijk palmares bij mekaar gespeeld.
Het verhaal achter Ursula Bogner is toch wel ongewoon. Deze Duitse werd geboren in 1946 en ging na een studie in de farmaceutische wetenschappen aan de slag bij farmaceuticareus Schering. Naast haar professionele carrière was ze ook huisvrouw en moeder. Heel burgerlijk en doordeweeks, ware het niet dat ze een excentriek kantje had en geïnteresseerd was in elektronische experimentele muziek. Ze volgde links en rechts wat lezingen en een kamertje in haar woonst was gereserveerd voor mama en haar vreemde hobby. Het werd door familie en vrienden getolereerd en zelf had ze nooit de intentie om hiermee naar buiten te treden. Toevalligerwijs maakte de Duitse elektronicamuzikant Jan Jelinek kennis met haar zoon en hij raakte gefascineerd door dit eigenaardige verhaal zodat hij besloot om haar muziek op zijn eigen label uit te brengen. Jelinek zal nu, tezamen met Andrew Pekler, voor de eerste keer op Belgische bodem een aantal van de composities van Bogner live brengen. Het verhaal van Bogner klinkt te mooi om waar te zijn en ... hoogst waarschijnlijk is het ook volledig door Jelinek verzonnen. Jan Jelinek is een vrij bekende naam in het genre en heeft verscheidene albums uit op het inmiddels ter ziele gegane -scape-label van Stefan Betke (Pole). In 2008 startte hij met zijn eigen Faitiche-label en het eerste Ursula Bogner-conceptalbum was tegelijk de debuutrelease voor het label.
De Australische muzikant Paul 'Pimmon' Gough is een beetje een buitenbeentje in de wereld van de abstracte elektronica. Van kinds af aan was Gough gefascineerd door radio en geluid en maakte hij vele opnames. Later ging hij aan de slag als radiomaker en kwam hij terecht bij grote Australische radiozenders en produceerde er mee populaire radioprogramma's. In een parallelle wereld werkte Gough echter in alle stilte aan de verfijning van zijn eigen muzikale creaties. Onder de alias Pimmon was eind jaren '90 voor Gough de tijd rijp om zijn muzikale brouwsels aan de wereld te presenteren en het ging van dan af snel. Zeer gesmaakte releases op onder meer het Belgische Kraak (Kinetica), het Portugese Sirr en Staalplaat volgden. Paul Gough mocht zelfs met Peter 'Pita' Rehberg, Keith Rowe en Christian Fennesz op Ritornell een album uitbrengen. Zijn absoluut meesterwerk is het Assembler- album op Fällt Records uit 2000 dat ten onrechte zwaar over het hoofd wordt gezien, maar zich gerust kan meten met het beste uit de avontuurlijke, experimentele laptopelektronica.
Op zijn laatste release, 'The Oansome Orbit', uitgebracht op Room40, het label van zijn landgenoot Lawrence English, is een Pimmon te horen die misschien bedachtzamer klinkt dan ten tijde van zijn Assembler-release, maar langs de andere kant ook venijniger uit de hoek komt dan in zijn latere werk. Hij klinkt dan ook zeer uitgebalanceerd, waardoor zijn sterkte, de balans tussen nogal digitaal klinkend geluidsexperiment en emotionele zeggingskracht, overtuigend uit de verf komt.
Rafael Anton Irisarri tenslotte, is een Amerikaanse muzikant wiens werk vooral gesitueerd wordt in het domein van de dromerige, delicate, filmische ambient. Zijn debuut uit 2007 verscheen op het Noorse klasselabel Miasmah en daarna verscheen ook werk op onder meer Room40 en Immune. Hij werkte onder meer samen met Biosphere, Lawrence English, Loscil en Marcus Fjellström om er slechts enkele te noemen.