Als de herfst voor de deur staat, wordt traditioneel het nieuwe culturele seizoen op gang geblazen. Op 1 en 2 oktober organiseert Kraak, één van de bekendste Belgische labels voor avontuurlijk geluid een 2-daags minifestival. Ook deze keer staat er een bonte mengeling van artiesten op het programma.
De organisatie mag dan wel een stevige traditie kennen in het ontdekken van nieuwe muziek, ditmaal valt er op de affiche weinig nieuw bloed te bespeuren. Artiesten als Limpe Fuchs en Pyrolator draaien al volop mee van sinds de jaren ’70. Dit is zeker niet zonder risico. Geen enkel muzikaal genre vervelt namelijk zo snel als zogenaamde avontuurlijke muziek, voor zover dit natuurlijk als een zelfstandig genre kan worden beschouwd. Een experimenteel artiest moet in staat zijn om zichzelf steeds opnieuw uit te vinden bij elk nieuw project, om zo te kunnen overleven en niet te vervallen in een soort gimmick. Toeval of niet, het valt op dat sommige geprogrammeerde artiesten al enige tijd geen nieuw werk meer hebben geproduceerd. Aan hen dus om te bewijzen dat deze vrees voor een routineconcert ongegrond is.
Festivalopener is Lubomyr Melnyk. Deze 62-jarige Canadese pianist met de kenmerkende lange baard maakte eind jaren ’70 en ’80 furore met een nieuw concept van pianospelen. Als reactie op de gangbare minimalistische muziek ontwikkelde hij een soort van “maximalistische muziek”, waarbij hij niet op een noot meer of minder keek. Het minimale vormconcept bleef wel aanwezig: langdurig variëren met quasi gelijkaardige motieven, zodat het publiek ofwel in trance belandt ofwel in slaap sukkelt. Hij pretendeert bovendien om de snelst spelende pianist ter wereld te zijn, met een “wereldrecord” van bijna 20 noten per seconde. Dit klinkt vooral indrukwekkend. Getrainde pianisten zullen hiervan niet zo onder de indruk zijn, want dit getal is perfect haalbaar voor iedere conservatoriumstudent die zijn lievelingsnoten selecteert. Diezelfde pianisten merken waarschijnlijk ook op dat zijn golvende klankwolken verdacht veel gelijkenissen vertonen met een beroemde Etude van Frédéric Chopin, maar dan met meer hedendaagse akkoordpatronen. Of hij dus werkelijk een grote vernieuwer is van de 20ste eeuwse pianomuziek valt misschien te betwijfelen, maar als de kranige snelheidsduivel een goeie dag heeft, is de kans op een heerlijke meditatieve trance zeker niet onbestaande.
Een ander paar mouwen is Limpe Fuchs, een dame om “u” tegen te zeggen. Ze behoorde al in ’69 samen met haar man Paul Fuchs tot de groep Anima, die in Duitsland snel grote sier maakte. Haar handelsmerk is het bouwen van nieuwe, vaak percussieve instrumenten zodat er altijd wel wat te beleven valt tijdens een optreden. Bovendien is ze op haar 69ste nog lang niet aan haar pensioen toe. Dat bewijzen haar succesvolle projecten van de afgelopen tien jaar. Ook nu is het uitkijken naar de onuitgegeven samenwerking met Gerard Herman, een conceptueel kunstenaar uit Kapellen.
De tweede dag van het festival belooft een dag te worden van verschillende uitersten. De avond opent met Pyrolator, het pseudoniem voor de Duitse elektronicaspecialist Kurt Dahlke. Pyrolator staat dan ook voor erg geavanceerde, elektronische muziek zoals die voor velen moet zijn: “zuivere” elektronische klanken gekoppeld aan een gelaagde structuur met af en toe ritmische componenten. Met woorden als “kosmos” en “oceaan” komt men in muziekbeschrijvingen voor dit soort genres ook al heel ver. Het pleit voor Pyrolator dat hij op het podium zijn laptop probeert te overstijgen met behulp van draagbare elektronische toestellen. Of dit voldoende is voor een volledig concert te boeien valt nog af te wachten, maar een aparte ervaring van minstens 20 minuten is gegarandeerd.
Aan visueel spektakel geen gebrek tijdens het laatste optreden van het festival. De Amerikaans-Aziatische Phyllis Chen is niet alleen de benjamin van de affiche, ze komt ook met het meest eigenaardige concept op de proppen. En waarschijnlijk ook het meest commerciële. Sinds haar 21ste is ze zich namelijk gaan specialiseren in het componeren en spelen van muziek voor speelgoedpiano. Dit is uiteraard een fris idee dat de deur opent naar volledig nieuwe muziek. Chen is zeker een getalenteerd muzikant, maar de natuurlijke selectie heeft nog niet de kans gekregen om in te grijpen. Dit is overigens normaal met nieuwe instrumenten, het eerste synthesizerrepertoire bestond ook voornamelijk uit korte dansen van Brahms. De kans is dus reëel dat het festival enkele nietszeggende deuntjes zal moeten verdragen, maar dit mag geen belemmering zijn om ook enkele pareltjes te ontdekken.
Tot slot dient vermeld te worden dat het festival elke dag wordt opgevrolijkt met een cultfilm uit de jaren ’70. Aangezien de regisseurs en de meeste artiesten tot dezelfde generatie behoren, sluiten deze films mooi aan bij de rest van het programma. Laat het avontuur maar beginnen!