Eind december organiseert de Nederlandse saxofonist Paul van Kemenade de achttiende editie van het festival Stranger Than Paranoia: een veilige haven voor muziekliefhebbers die de druk van de klassieke eindejaarssocialiteiten even willen afgooien.
Dit jaar is Stranger Than Paranoia op dieet: het festival wordt teruggebracht van vijf naar vier dagen, waarbij de “grote” slotavond in 013 sneuvelt en het hele festival zich nu afspeelt in Paradox. Het resultaat is dat het muzikaal soortelijk gewicht van de programmatie recht omhoog schiet. Geen hap-slik-weg-funk van Ronny Jordan of Defunkt meer, maar acts waarbij de nadruk meer dan ooit ligt op de improvisatie: vaak binnen, maar soms ook buiten de jazz.
De eerste dag van het festival (24 december) kleurt traditioneel Nederlands oranje, waarbij het al een even grote gewoonte is dat het openingsconcert gespeeld wordt door festivalorganisator Paul van Kemenade. Dat die graag met uiteenlopende muzikanten samenwerkt is geen geheim (dit jaar bracht hij reeds een duoplaat uit met pianist Stevko Busch), maar voor het album ‘Close Enough’ dat die avond wordt voorgesteld, gaat van Kemenade toch nog een stapje verder dan gewoonlijk.
Een andere saxofonist die iets te vieren heeft is van Kemenade’s landgenoot Bo van de Graaf. Zijn ensemble I Compani bestaat 25 jaar en tourt in nonetbezetting met de voorstelling Mangiare! waarin de relatie tussen muzikanten en eten onderzocht wordt. Naar goede Compani-gewoonte is ook deze voorstelling weer multimediaal van opzet met de inbreng van filmbeelden.
Op de tweede dag (27 december) is het even wachten tot na de twee kerstdagen, maar dan krijgt het publiek meteen ook een van de topdagen van de affiche voorgeschoteld. De focus verschuift daarbij van Nederland naar Duitsland, met onder andere Sebastian Gramss’ Underkarl. Voor dit kwintet omringt de bassist zich met rietblazers Rudi Mahall en Lömsch Lehmann, gitarist Frank Wingold en drummer Dirk-Peter Kölsch.
De andere twee concerten worden ingevuld door opmerkelijke ontmoetingen. Het Duitse feestje wordt daarbij nog even verder gezet tijdens de ontmoeting van twee reuzen uit de freejazz en de vrije improvisatie: trombonist Conny Bauer en saxofonist Peter Brötzmann. De Nederlandse kleuren worden die avond verdedigd door het treffen van de meer “klassieke” jazzzangeres Masha Bijlsma en de veelzijdige vocaliste Greetje Bijma die moeiteloos de gedaantes van een Afrikaanse volkszangeres, een operadiva en een stemkunstenares kan aannemen.
Het lijkt wel alsof het festival de tweede dag haar vaste vorm gevonden geeft, want ook de derde (28 december) is opgebouwd twee ontmoetingen en een band die uit Duitsland afkomstig is. Met Deep Schrott haalt Stranger Than Paranoia een “historische” groep in huis: het eerste kwartet van bassaxofoons ooit, met Wollie Kaiser, Andreas Kaling, Jan Klare en Dirk Raulf.
Even aanlokkelijk klinkt het Italiaanse duo van accordeonist-pianist Antonello Salis (enkele maanden geleden nog op Jazz Brugge) en Fabrizio Bosso op trompet en elektronica: muziek die rijk is aan volkse lyriek, energie en de humor die de jazz van het schiereiland zo eigen is. De avond wordt besloten door ‘Moldavia Calls’, het kwartet ronde de Moldavische violist Anatol Stefanet en de Nederlandse fluitspeler Alban Lotz, waarmee ook de Oost-Europese muziek een plaats krijgt op Stranger Than Paranoia.
Op de slotdag van het festival worden de geografische grenzen verder uitgerekt dan op eender welke andere dag, waarbij de wortels van het Duits-Nederlandse trio Ali Haurand, Gerd Dudek en Rob van den Broeck pal in het midden liggen. Ook muzikaal beweegt deze jazzformatie van bas, sax en piano zich op bekender terrein dan hun collega’s uit verder gelegen streken, zoals de Italiaan Paolo Angeli. Deze specialist van Sardijnse volksmuziek is solo te horen op Sardijnse gitaar, een celloachtig instrument dat hij prepareert door dwars op de “klassieke” snaren, extra snaren te spannen, waarbij hij het geluid verder manipuleert met pedalen. Deze experimenten met zijn traditionele instrumenten brachten hem aan de zijde van muzikanten als Otomo Yoshide, Elliot Sharp, Carlo Actis Dato en Hamid Drake, met wie hij ook een duocd opnam. Op zijn recentste album ‘Tessuti’ (2007) is de Angeli te horen in eigen werk, maar speelt hij ook stukken van Björk en Fred Frith.
De afsluiter van de achttiende editie van Stranger Than Paranoia vond Paul van Kemenade in het hoge noorden met het Eivind Aarset Sonic Codex Quartet. Dat de Noorse gitarist Eivind Aarset zich beweegt in de kringen van zijn landgenoten Bugge Wesseltoft en trompettist Nils Petter Molvaer (bij wie Aarset een vaste waarde is), kan zo uit zijn muziek afgeleid worden. Het sterk elektronisch gestuurde, brede en wat verzonken klankbeeld sluit immers naadloos aan bij het geluid waarmee zijn bekendere collega’s zoveel succes oogsten.
De soms soundscape-achtige, dan weer meer op beats drijvende muziek van het Codex Quartet (‘Sonic Codex’, Aarsets recentste plaat is zijn vierde voor Jazzland) werd in de pers reeds omschreven als post Miles ambient en drum’n’bass fusion: labels die even verleidelijk als hol klinken. Het is dus wachten op de slotdag van Stranger Than Paranoia om te horen of de sferische muziek van de Noren overeind blijft.