Eind juli treffen muzikanten van over de hele wereld elkaar traditioneel in Boechout voor Sfinks Mixed. Ook dit jaar heeft het festival weer muzikanten, dansers en acrobaten uit meer dan 20 landen op de affiche staan.
Vrijdag – Balkanbeats
Sfinks heet een festival van verrassingen en ontdekkingen te zijn, maar het heeft door de jaren heen wel een heel eigen traditie met de nodige zekerheden ontwikkeld. Een van die certitudes is sinds enkele jaren de focus die gedurende de openingsdag gelegd wordt op de muziek ook Oost-Europa. Blikvangers dit jaar daarbij zijn Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra. Met overduidelijke rockinvloeden zit gitarist en Gouden Palm-regisseur Kusturica meer in de richting van Bregovic en Shantel dan in die van pakweg vader en zoon Marković of de Fanfare Ciocărlia. Helaas haalt hij daarbij niet steeds het niveau van zijn Balkanpopcollega’s, zoals mocht blijken tijdens het teleurstellende concert op Couleur Café enkele jaren geleden.
Zaterdag – Afrikaanse reggae, energieke cumbia en mondharpen
Vanaf zaterdag draait het festival op volle kracht, met de twee hoofdpodia die elkaar strak afwisselen, waardoor het publiek zich moet reppen om elke act aan het werk te kunnen zien. Iets wat door het geregeld volzet zijn van de Clubtent vaak niet lukt. Jammer, want in de ronde tent zijn vaak de mooiste momenten van het festival te beleven. Hier zijn de verschillende muzikale tradities het puurst en het meest kwetsbaar te horen. De eerste artiesten op dit podium zijn de muzikanten van het negenkoppige Malinese Toeareggezelschap Awzal, dat gedurende het hele festival ook op het terrein zelf aan het werk te zien is.
Daarna trekt Sfinks even de kaart van de traditionele instrumenten. In de rituele muziek van de dames van Ayarkhaan uit Sakha (noord-oosten van Siberië) speelt de khomus (een mondharpachtig instrument met opmerkelijke mogelijkheden) een centrale rol en de Zuid-Koreaanse Sooeun Kwak is te horen op de 25-snarige gayageum. Met eigen, nieuwe composities voor dit traditionele instrumenten situeert deze vrouw zich eerder in de traditie van de Chinese Wu Fei dan in die van de zuiver traditionele muzikanten.
De grote Concerttent biedt traditiegetrouw plaats aan grotere namen of muziek die het meer van het dansplezier moet hebben. Het programma van zaterdag lijkt opgebouwd rond verschillende thema’s die elkaar afwisselen. De Latijns-Amerikaanse muziek wordt vertegenwoordigd door de salsazanger Rubén Blades, de ex-minister van toerisme van Panama met een diploma rechten van universiteiten van Harvard en Panama die 20 jaar geleden reeds op het festival te horen was. Uit Colombia komt Systema Solar, dat de Colombiaanse muziek op een 21ste eeuwse leest schoeit met rappers, dj’s en laptops. Het Belgische Maguaré dat de muzikale Latijns-Amerikaanse trilogie volledig had moeten maken, moet afzeggen en wordt vervangen door de singer-songwriter Rina Mushonga: afkomstig uit Zimbabwe, maar tegenwoordig evengoed thuis in Nederland waar ze in Paradiso en de finale van de Grote Prijs belandde.
Tussen al dit dansbare en goedgeluimde geweld loopt de Koerdische zangeres Ayfer Düzdaş wat verloren. Afgaande op de gevoelige natuur van haar muziek, lijkt die eerder geschikt voor de Clubtent. Hoe en of haar meeslepende en ontroerende liederen overeind blijven in de tent, is dus nog even afwachten.
Zondag – Over de grenzen
Op de slotdag van het festival is de Clubtent het decor van acts die moeilijk te plaatsen zijn. Geen enkele zuivere categorie is geschikt om de muziek van Trio Windstreken & Kamal Hors te plaatsen, al was het maar door de eigenaardige combinatie van ud, tabla, sax, fluit en het orgel dat voor een heel eigen sfeer zorgt. Mamer mag dan uit China komen, zijn nummers zijn doortrokken van de klassieke westerse songcultuur, niet zelden de Amerikaanse rootstraditie. Niet zo verwonderlijk dus dat op zijn album ‘Eagle’ zowel de Amerikaanse banjospeler Bela Fleck te horen is, als de keelzang van Ilchi (met Hanggai te horen op Sfinks 2009).
De enige groep die aan de transculturele beïnvloeding ontsnapt is die van de Pakistaan Faiz Ali Faiz. Als persoonlijke kennis en opvolger van de veertien jaar geleden overleden Nusrat Fateh Ali Khan staat hij met twee voeten in de traditie van de zuivere, bezwerende qawwali-zangers. In 2005, 2006 en 2008 werd hij genomineerd voor een World Music Award van de BBC. De stempel van “opvolger van” is dus meer dan zomaar een promopraatje.
Net als op zaterdag lopen de lijnen in de Concerttent op zondag van Latijns-Amerika naar Afrika. De enige die niet in dit prentje past is de uit Marokko afkomstige, maar in Parijs verblijvende zangeres Hindi Zahra. In haar lo-fi luisterpop à la Emiliana Torrini zijn de invloeden van Berbermuziek of zuiderse grooves gereduceerd tot echo’s, wat haar meteen de minst “typische” Sfinksartieste van de slotdag maakt. Dit neemt echter niet weg dat haar liedjes even catchy als klein zijn.
De Amerikaanse inbreng is net als een dag voordien een mengeling van traditionele muziek met salsa-accordeonist Joaquin Diaz en de moderne sound van het continent met Bomba Estéreo. Deze Colombiaanse band met de energieke frontvrouw-rapster Liliana Saumet brengt hedendaagse cumbia: sterk elektronisch gekleurd, variërend van dubby tot helemaal ontketend. De variatie en de dynamische contrasten in de muziek kunnen echter niet verdoezelen dat de muzikale spoeling achter Saumet soms wat dun en repetitief wordt.
Dezelfde klasse is te horen in de supergroep AfroCubism: een ontmoeting van de Cubaanse band van Eliades Ochoa met Africa’s finest, waaronder Toumani Diabaté, Bassekou Kouyaté en Baba Sisokko. Dit was band die producer Nick Gold vijftien jaar geleden voor ogen had, toen hij – wachtend op de aankomst van de Afrikanen – alvast wat begon te werken met de Cubanen. Het gevolg tourde enkele jaren later de wereld rond als de Buena Vista Social Club. Bijna anderhalf decennium later kwam het project alsnog van de grond, won het titelloze album de Songlines World Music Awards in de categorie Cross-Cultural Collaboration en staat de ontmoeting van Cubaanse en Malinese muziek alsnog als afsluiter op het Sfinkspodium. Geen voor de hand liggende keuze, want de het resultaat is eerder zangerig, speels en geraffineerd dan explosief. Zo krijgt Sfinks dit jaar echter wel een muzikale afsluiter het festival waardig en dat is de afgelopen edities wel eens anders geweest.
Naast de artiesten op de twee grote podia is er op Sfinks ook actie in de piepkleine Cabaña waar dj’s uit België en Nederland wereldgrooves draaien en zijn er op het terrein voorstellingen te zien van een circus uit Burkina Faso, religieuze drums, rituele dans en acrobatie uit India. Wat dit jaar niet op het festival te bewonderen valt, is flamenco. Zo durft het “traditionele” festival ook al eens te breken met een traditie van jaren. Gelukkig is er meer dan genoeg ander muziekwerk dat de spreekwoordelijke leemte kan opvullen.