Hokjesdenken is niet meer van deze tijd. Op 18 februari presenteert het Hasseltse KC BELGIE een opmerkelijke double bill, met Rob Mazureks Braziliaanse jazzproject São Paulo Underground gekoppeld aan een soloconcert van voormalig Cul de Sac-gitarist Glenn Jones. Stilistisch mogen deze twee acts dan weinig overeenkomsten vertonen, qua authenticiteit en originaliteit steken ze elkaar duchtig naar de kroon.

Zowel cornettist Rob Mazurek als Glenn Jones stonden in 2011 in de picture met nieuwe albums die door critici en recensenten met superlatieven werden overladen. Jones bracht met ‘The Wanting’ zijn eerste soloalbum uit voor het befaamde Thrill Jockey (eerder bracht hij er al drie uit op het kleine label Strange Attractors Audio House) terwijl Mazurek met o.a. ‘Calma Gente’, ‘Double Demon’ (met het trio Starlicker) en het derde album van São Paulo Underground een indrukwekkende en bovendien ongeslagen reeks neerzette. KC BELGIE haalt beide musici nu naar ons land voor een dubbelconcert, waarmee de heftige en kleurrijke jazzexploten van São Paulo Underground zullen worden geplaatst naast de intimistische, in folk, blues en bluegrass wortelende gitaarcomposities van Jones. Een contrastrijke affiche, dat zeker, maar tevens een heel aantrekkelijke, want beide zijn toppers in hun respectievelijke discipline.

São Paulo Underground

Fans wachten momenteel al jaren op een nieuw concert van Rob Mazurek op Belgische bodem. Een hele reeks goede tot fantastische albums met grote (Exploding Star Orchestra) en kleine bands (o.a. Chicago Underground Duo) bezorgden hem sinds zijn laatste bezoek aan ons land in 2007 namelijk een status als een van de meest originele jazzmusici en bandleiders van het moment. Nochtans begon het voor de in 1965 in Jersey City geboren cornettist allemaal heel bescheiden, met een carrière als volbloed hardbopper (toen nog opererend onder de naam Robert Mazurek) aan de zijde van strak in het pak zittende musici als Eric Alexander. Tot midden jaren negentig boekte hij zo enkele bescheiden successen met een eigen kwartet, waarmee hij verschillende albums uitbracht op een Schots label. Toen hij in 1996 echter de workshop Chicago Underground opstartte (later ook de naam van duo- en trioprojecten) verlegde hij de focus naar improvisatie en meer experimentele vormen van jazz. 

Het meest duistere project (tot voor kort althans) dat hij in navolging daarvan op de wereld losliet was São Paulo Underground, een elektro-akoestisch jazzcollectief dat Mazurek oprichtte nadat hij ongeveer tien jaar geleden zijn Braziliaanse vrouw naar haar thuisland was gevolgd. Met deze band kon hij het werk dat met de Chicago Underground-projecten was opgestart, verderzetten in een Braziliaanse muzikale context. São Paulo Underground bestond aanvankelijk uit Mazurek en drummer/gitarist Mauricio Takara, die tijdens concerten en opnames regelmatig werden vervoegd door gastmuzikanten, zoals te horen op ‘Sauna: Um Dois Tres’ (2006). Al snel na dat eerste album werden elektronicawizard Guilherme Granado en drummer/percussionist Richard Ribeiro als volwaardige leden aangetrokken en werd de groep uitgebreid tot het huidige kwartet, dat al in 2008 verantwoordelijk was voor het donkere en op sommige momenten genadeloze ‘The Principles of Intrusive Relationships’.

São Paulo Underground
São Paulo Underground

Het ensemble vertoefde tot voor kort wat in de obscuriteit en dat had een tweeledige oorzaak: enerzijds raakte zijn muziek niet erg verspreid omdat deze werd uitgebracht op het kleine Aesthetics-label en langs de andere kant was de gehanteerde muzikale taal op de twee verschenen albums ook niet van dien aard dat er een groot publiek door zou kunnen worden aangesproken. Die twee problemen werden eind 2011 in één klap opgelost met het door Cuneiform uitgebrachte ‘Três Cabeças Loucuras’, een album dat niet alleen fris en opgewekt klinkt, maar ook transparant en meer afgetekend dan zijn voorgangers. De donkere, met elektronische effecten besmeurde jazz van weleer verdween op het achterplan. Duidelijke compositiestructuren, heldere partijen en opvallende bijdragen van elektronica en synths kwamen daarentegen tevoorschijn. Niet dat Mazurek en co de scherpe kantjes van São Paulo Underground afvijlden - heftige solomomenten en intens samenspel is nog altijd een handelsmerk van het kwartet - maar voor het eerst zit er een duidelijke lijn in het repertoire van deze opmerkelijke band, een lijn die overigens nadrukkelijk loopt in de richting van het avontuur. 

Het is opmerkelijk hoe deze band er op de drie reeds verschenen albums in geslaagd is telkens op een heel andere manier expliciete Braziliaanse invloeden te vermengen met experiment, improvisatie en jazz. Was dat op de eerste twee albums nog min of meer op het contrast en de confrontatie gericht, dan ligt het zwaartepunt op het recente ‘Três Cabeças Loucuras’ bij de assimilatie. Samba, choro, maracatu en aanverwanten worden niet langer dwars tegenover elektronica en (free)jazz geplaatst, zoals dat zijn hoogtepunt kende op het ‘The Principles of Intrusive Relationships’. Op het derde album van São Paulo Underground is min of meer een heel eigen stijl ontstaan, een stijl waarin Braziliaanse jazz niet gelijk staat met bossanovaritmes waarover gesoleerd wordt, maar waarin verschillende tradities tot een verfrissend idioom zijn gesmeed. Cavaquinho-gitaar, elektronica, cornet en percussie lijken daardoor wel een vertrouwde combinatie, hoewel ze waarschijnlijk nog nooit op deze manier aan elkaar werden gekoppeld.
Ritme, puls en melodie domineren het huidige repertoire van de band, kwaliteiten die het viertal extra in de verf zet tijdens zijn liveshows. Met twee drumstellen en zowel bandleider Mazurek als elektronicaman Guilherme Granado in de frontline, leidt dat niet meteen tot luisteroptredens, maar eerder tot feestelijke aangelegenheden.

Glenn Jones

Een heel ander verhaal is het bij de uit Boston afkomstige Glenn Jones. In vergelijking met Rob Mazurek maakte deze gitarist een min of meer omgekeerde artistieke ontwikkeling door. Jones oogstte namelijk eerst succes in het experimentele rockwereldje vooraleer hij zich zou gaan toeleggen op meer traditionele gitaartechnieken. Niet dat men hem zou kunnen beschuldigen van conservatisme of reactionisme, Jones maakt geen muziek voor het museum, maar met zijn stijl sluit de gitarist nadrukkelijk aan bij een beweging die het oude koestert in functie van het nieuwe.

Glenn Jones
Glenn Jones

Zijn vooralsnog opvallendste prestaties in de muziekwereld verwezenlijkte hij als bandleider van het in 1990 opgerichte Cul de Sac. Met deze rockgroep bracht hij tot 2004 in totaal negen studio- en livealbums uit, voornamelijk instrumentaal werk met daarin een hoofdrol voor uitwaaierende en soms heel psychedelisch klinkende gitaarpartijen. Cul de Sac wordt door sommigen omschreven als een postrockgroep hoewel Jones zich altijd heeft gedistantieerd van dat label, vooral dan omwille van de term zelf. Er zijn binnen het repertoire van de band namelijk overduidelijke raakpunten met het dynamische en epische van wat meestal onder de noemer postrock wordt geplaatst.

Een kleine tien jaar geleden, toen Cul de Sac ongeveer op zijn laatste benen liep, zette Jones de eerste stappen in zijn solocarrière. Onder invloed van John Fahey, waar hij met zijn band in 1997 het album ‘The Epiphany of Glenn Jones’ mee opnam, ging hij muziek maken in de lijn van het zogenaamde American Primitivism, een genre dat streeft naar nieuwe muziek maar dan wel door gebruik te maken van traditionele country-, blues- en folkgitaartechnieken. Met banjo en allerlei soorten akoestische gitaren speelde Jones sindsdien al vier albums vol, met daarop heel rijke composities en indrukwekkend fingerstyle-gitaarspel. Omdat hij daarbij ook veel gebruikt maakt van alternatieve en zogenaamde “open” stemmingen van zijn instrument (wat hij overigens ook al deed ten tijde van Cul de Sac) leidt dat vaak tot heel originele en onverwachte muziek.

Ook met zijn meest recente album ‘The Wanting’ wist Jones alweer te overtuigen, vooral dan omwille van zijn uitstekende songschrijverschap. Het betreffen hier namelijk niet louter composities voor gitaar maar echte songs, die bovendien een ongelofelijke rijkdom bevatten aan melodie en harmonie. Na Sir Richard Bishop, Jack Rose en James Blackshaw levert nu ook Glenn Jones alweer het bewijs dat de gitaarhelden van tegenwoordig geen versterker (meer) nodig hebben.

Meer over São Paulo Underground, Glenn Jones


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.