Reggae Geel is een van die vaste waarden in de goedgevulde Vlaamse festivalagenda die voor velen met een markeerstift is ingekleurd. Dat heeft niet enkel te maken met de immense populariteit van het zichzelf steeds vernieuwende muziekgenre, maar ook met de lome bijbehorende festivalsfeer, de ongedwongenheid en het uitdagende programma van het kempens evenement. Begin augustus is steevast de periode dat de rood-geel-groene vlag nog eens stevig mag gezwaaid worden, met het onrecht van onderdrukte bevolkingsgroepen of de filosofie van bevrijding in het rijk van Jah Almighty in het achterhoofd … of gewoon met een frisse cocktail in de linkerhand.

De 36ste (!) editie van het festival zet opnieuw in op een bonte verzameling van inheems en uitheems, jong en oud, live en dj/mc en tal van subgenres. Die voortdurende vernieuwing blijkt niet enkel een noodzaak voor een gretig publiek, maar ook omwille van het stelselmatig wegvallen van de originele rasta’s en sessiemuzikanten, die na vaak meer dan vijftig jaar op de planken nog steeds immense populariteit genieten. De oplossing zit vervat in vijf podia die zo’n 30.000 bezoekers proberen te voeden en aangevuld worden met streetdance of –percussieacts, mobiele soundsystems of het creëren van een collectief kunstwerk via “doekjammen”. Waar vrijdag bovendien lange tijd een opwarmende avond was met party-dj’s en bijbehorende mc’s, mag sinds enkele jaren duidelijk gesteld worden dat het festival zich ook uitstrekt over twee volledige dagen.

One Augustus

Er is slechts één Augustus in reggaeland, en dat is Augustus Pablo. Maar 1 augustus wordt ook opnieuw een stevig feest op het sinds vorig jaar uitgebreide festivalterrein. Daarvoor mag Belgische rots in de branding Panache Culture op het hoofdpodium de spits afbijten. Al een kwarteeuw lang is de Luikse groep van de broertjes Hamra een gerenommeerde begeleidingsband die niet enkel vijf zomerse platen afleverde, maar ook een rij vernieuwende Jamaicaanse sterren muzikaal ondersteunde. Avontuurlijkheid zit Panache Culture in het bloed: de groep houdt vaste voet in reggaemuziek met zijn antiritmes, frivole uitstraling en trotse samenhorigheidszang, maar aarzelt niet om de hand te reiken naar andere genres als hiphop, funk, souk of Afrikaanse muziek. De band bewerkte onlangs met het dansstuk ‘Amadeus n’Est pas Mort’ zelfs het werk van Mozart tot reggaemuziek. Verwacht dus het onverwachte, zo lang het maar energiek en feestelijk blijft. Met Bunny 'Livingston' Wailer trekt het hoofdpodium een oerrasta naar zich toe, eentje die ondanks zijn bejaarde leeftijd anno 2014 nog ontzettend levendig uit de hoek komt. De levende legende, die begin jaren ’70 samen met Peter Tosh uit de Wailers stapte en Bob en zijn bende achterliet om verder de wereld te veroveren, mag terugblikken op een weelderige carrière. De overtuigde rastafarian klampt immers zowel vast aan de traditionele rootsstijl met zijn gezapigheid en meerstemmigheid, als aan de modernere, poppy dancehallvariant en kneedt daar zijn eigen hybriden uit. Zo versierde de zanger ook een glansrol op het populaire ‘Welcome to Jamrock’-album van de jongste Marley-telg, Damian Gong (die op zaterdag het hoofdpodium betreedt). De met hoge, sterke stem gezegende Bunny en zijn begeleidingsband The Solmonic Reggaestra zijn op nog een andere manier origineel: deze Jamaicanen moeten het niet hebben van hits, maar gooien hun enthousiasme in de groep.  

Een hypermodern contragewicht zal voor de eerste keer de Reggae Geel weide betreden: de dancehall-koning Beenie Man. Pompende bassen, hakkende riddims en zijn hikkende vocale fratsen zorgen voor een energieke explosie die in de jaren ’90 reggaemuziek wereldwijd een explosieve duw in de rug gaf. De bijna hyperkinetische performance waarin moeiteloos funk- en hiphop geïnjecteerd worden, is een wervelende mashup van hits als ‘Who Am I Sim Simma’, ‘King of the Dancehall’ of ‘Feel it Boy’ (ingezongen met Janet Jackson). Anders dan rasgenoten als Bounty Killa of Capleton kiest deze koning echter voor een stevige melodieuze weelde, het geeft zijn raggamuffinmuziek iets sierlijks en speels, wat de soms harde ghetto-poetry van de man mooi verbloemt.

Hoogtepunten op andere locaties? Dat spreekt voor zich. Dubprofeten die graag tussen de dennebomen hangen bij de 18” Corner, mogen alvast in de handjes wrijven voor de komst van het Britse digidubduo Alpha & Omega (niet te verwarren met de gelijknamige hardcoreband!). Het duo Christine Woodbridge en John Sprosen speelt live vaak in een bredere setting (zonder John weliswaar), maar kan vooral als soundsystem zijn muziek helemaal tot recht laten komen. Hobbelende bassen, hakkende snaredrums en melodieuze synthesizers of melodica’s, daar draait het om. De tientallen, erg gelimiteerde releases van dit gezelschap zijn stuk voor stuk immers pareltjes waarin frivole rootsriddims worden uitgesmeerd tot wijds echoënde dubs. Door de zang niet te verknippen in samples, maar eerder te verrijken met veel echo en galm, bieden Alpha & Omega telkens een welkom platform voor de talloze zangers waarmee ze ooit mochten werken. En dat is een heuse bende! Er is hier niet zomaar sprake van een dub soundsystem, maar van een dub soundcircus!

In de Skaville tent heeft Festus Coxsone zijn naam natuurlijk helemaal mee. Six Coxsone Dodd was natuurlijk de legendarische producer van Studio 1, het mekka van Jamaicaanse muziek. Festus begon reeds op zijn 10 jaar te dj’en, bouwde eind jaren ’60 zijn eigen soundsystem, naar eigen zeggen uit kartonnen dozen. Goed vijf jaar later verhuisde hij naar Londen om samen met Lloydie Coxsone en Glen Marshalleck Sir Coxsone Sound System op te richten, een vooruitstrevende dj- en mc-setting die strakke rootstunes met diepe dubs vermengde. Zo opende het gezelschap een heel eigen poort voor reggaemuziek in Engeland, ondermeer door I Roy bejubeld in het aan Dennis Brown schatplichtige ‘Coxsone Affair’. Die jarenlange passie heeft geleid tot een waanzinnige verzameling exclusieve vinyls en dubplates, waarmee hij graag teruggrijpt naar strakke, hakkende ritmes uit zowel rootsreggae, rocksteady als de meer uptempo ska en dancehall … liefst in combinatie met een heerlijk galmende echo hier en daar.

Vergeet op de eerste festivaldag ook niet te passeren in The Yard, een uithoek voor nieuw, verfrissend talent dat de strakke vierkwartsbeat en zijn bijbehorende tegenritmes durft te vermengen met andere invloeden en genres. Een van de smaakmakers (en absolute tip van de organisatie) is de bonte bende No-Maddz. Zij vertalen het geluid uit de straat in een mengelmoes van gesproken poëzie, raps, a-capella beatboxsessies, knotsgekke beats en wereldwijde klanken. Van zwoel en bluesy tot hitsig hikkend met (akoestische) technovibes, het experimentele kwartet zet niet enkel een geheel eigen muziekmasker op, maar probeert dat ook met een stevige dosis entertainment te omfloersen. Verkleedpartijen, interactieve improvisaties: het is altijd afwachten wat No-Maddz uit zijn hoed tovert. De frisse snaken brengen een muzikaal toneel dat nonsense met gemeende emoties vermengt. Scherp en geniaal.

Two Augustus

De feitelijke hoogmis is natuurlijk voorzien op zaterdag, met zowaar negen trotse namen op het hoofdpodium. Oud en vertrouwd is smaakmaker U Roy, “the Originator”, de grondlegger van toasting en mc’en, hikkende hippie en rasta-opa. De vaandeldrager van de conscious lyrics aangaande de rastaleer, kan in zijn bijna kwarteeuw durende loopbaan een muzikale bibliotheek aan hits voorleggen. Platen als ‘Dread in a Babylon’ of ‘Natty Dread’ zijn absolute must haves in de collectie van elk reggaefanaat. Daarbij wordt steevast geput wordt uit traditionele riddims, waarover de toaster met zijn uit de duizend herkenbare, in de hoogte schietende stem scheert.  Inmiddels is de soundsystemklank van U Roy zo vertrouwd, dat hij met zijn rootstunes de menigte moeiteloos op handen kan dragen. Respect voor de oude generatie en hun onuitputtelijke energie!

Hij krijgt gezelschap van een absolute knaller van een hoofdact en een stevige publiekstrekker voor het jonge volk: Damian 'Gong' Marley, officieel de benjamin van vader Bob. De profetische volgeling vermengt met veel passie moderne, meer uptempo reggae met traditionele roots. De inmiddels als weer acht jaar oude plaat ‘Welcome to Jamrock’ bleek een monument in de reggaegeschiedenis dat zomaar eventjes twee Grammy’s opleverde. Vanaf dan ging het snel voor Damian, die de populariteit van zijn vader naar de kroon steekt. Zo vormde hij ondermeer het gelegenheidsproject SuperHeavy met Mick Jagger, Joss Stone en Dave Steward. Het is echter pas toen Skrillex de titelsong van het monsterlijke album twee jaar geleden met zijn kenmerkende kermisdubstep overgoot, dat Damian echt de harten van een volledige nieuwe generatie wist te veroveren. Opvolger ‘Make it Bun Dem’ bleek een al even fabuleuze internationale hit. Live brengt Damian Marley een mooi leger muzikanten en gasten mee, verrijkt met backing vocals, vaandeldragers en veel positive vibrations. De entertainende stuurman met waanzinnig lange dreadlocks neemt zijn bende op sleeptouw via een voortdurende mengelmoes van trotse voorzang, toasten en rappen. Verwacht een strakke set met zowel eigen als Bob zijn hits, een vleug dancehall en veel roots, strakke reggae verrijkt met samples en keyboards die een onwaarschijnlijke melodieuze warmte veroorzaken en vooral erg veel zomerse energie.

Niet dan crooner Sanchez, rijzende popreggaester Jesse Royal of de sterke liveband Raging Fyah in de schaduw moeten verbleken tegen deze twee vorsten. Dit laatste sextet is immers goed op weg het te maken als volwaardige reggaeband met strakke muzikanten, een overtuigende frontman en vlotte, toegankelijke rootsreggaesongs. De dynamische livereputatie van dit gezelschap is inmiddels erg groot, aangezien elke muzikant echt een volwaardige eigen plaats kent, om samen een solide machine te vormen, iets wat het reggaeprincipe van frontzanger en backingband doorprikt. Hun recente, tweede studioalbum ‘Destiny’ moet het nog even stellen zonder hits, maar met verfijnde, ongecompliceerde sociaalculturele teksten die elk hart kunnen beroeren en een oprechte melodieuze kracht waarin echo’s van Bob Marley en Peter Tosh weerklinken, kan dat niet lang meer duren. Soul, gospel en pianoballades worden met een kleine dubecho hier en daar in een weelderige reggaeproductie verpakt, zonder het feitelijke rootsgevoel te onderdrukken.

Deze dag zal ook de Bounce Dancehall deftig zijn piketten trachten uit te trekken. Inheemse systems als I&I Sound, Rebelation, East end Sound en Cromanty brengen de heetste tunes en plates uit roots, ragga en dancehall-land, waarbij steevast een spervuur aan climaxen, extra opgeklopt door handenvol mc’s, de menigte tot collectieve gekte dwingt. Tussen dit intense geweld, siert zowaar een Grammy-ster. Het Amerikaanse Black Chiney soundsystem wordt voorgezeten door stichter Supa Dups, die al met Eminem, Snoop Dogg en Sean Paul op de koffie mocht. Samenwerken met die eerste leverde hem zelfs een heuse Grammy op. Black Chiney en (Bounce) Dancehall gaan goed samen, het is immers dit opzwepende muziekgenre dat de vier Chinese Jamaicanen (vandaar de naam) aanhangen en vermengen met stevige hiphopgrooves. Het combo gaat in dubbele versnelling, maar soms ook heerlijk traag hakkende, expliciete ritmen. Sinds de millenniumwissel is dit gezelschap immens populair door zijn gegeerde mixtapes en heeft het zijn livereputatie hoog te houden. Dat blijkt uitstekend te lukken met nog drie extra (niet Aziatische) selectors, wat het aantal soundsystem-leden op zeven brengt. Het maakt de shows van Black Chiney een erg energieke verschijning. Om nog even met een hoge hoed te gooien, Mc Walshy Fire stapt ook regelmatig bij Major Lazer het podium op; er is hier dus echt sprake van wereldsterren.

Bij de Skaville loont het zeker om even halt te houden bij The Pioneers. Ook al is enkel Sydney Crooks nog een pionier in dit vocale trio dat al meer dan een halve eeuw mee gaat, toch betreft het hier een spraakmakende verschijning. Met George Agard “Dekker” (broer van Desmond) in de huidige rang en Jackie Robinsin, die eind jaren ’60 mee op de trein stapte, gaan de drie rotten toch voor een authentieke, strak geoliede machine en een dikke koffer boordevol hits. De band was immers een van de eerste die internationale toppers scoorde wanneer de tragere reggaemuziek het uiterst dansbare, uptempo ska en rocksteady opvolgde. The Pioneers spelen dus onvervalste roots, waarbij sterke melodieën en harmonieën centraal staan. ‘Long Shot Kick de Bucket’ is met zijn swingend ritme en zweverige trompet een pure klassieker die zelfs door The Specials onder handen werd genomen en de uptempo, soulgeladen meezinger ‘Let Your Yeah Be Yeah’ (ook gekend in de versie van Jimmy Cliff) mocht hoog pieken in de Britse charts. Om de Skaville helemaal in te palmen, nemen de Jamaicanen overigens een complete liveband met strakke blazerssectie mee.

Een reggaefestival zonder nyahbinghi is nauwelijks denkbaar. De traditionele drum-en zangstijl ligt immers mee aan de bron van de huidige reggaemuziek. De vaak langdurige volharding van rituele, meditatieve oerritmes en de profetische sterkte van de trotse samenzang van vaak religieuze psalmen (binghi chants) blijven een spektakel. De diep bonkende hartslag van de bas, de één-twee beat van de funde en de elkaar afwisselende solo’s van de akete zijn ontleend aan authentieke Afrikaanse ritmes en worden door de Giddeon Drummers op Reggae Geel 2014 vertegenwoordigd. Dit nieuwe project van de Britse Jamaicaan Ras Lawi is een afgeleide van de Giddeon Family, een vertrouwd gezicht op het festival, en zal gedurende het weekend ook enkele workshops verzorgen. Loop dus zeker eens langs in de Yard, waar de bevallige soulreggaezangeres Brina ook deze ritmes zal gebruiken voor haar swingende liveshow.

Meer over Catch a Vibe at Reggae Geel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.