De zomer is stilaan op kruissnelheid gekomen, hoog tijd om uit te kijken naar wat de organisatoren zelf het “meest laidback festival van het land” noemen. Daar is wel wat van, want een bont allegaartje van nationaliteiten, leeftijden en sociale klassen deelt traditiegetrouw op Reggae Geel de voorliefde voor heerlijk zwoele, lome klankgolven met Jamaicaanse oorsprong, die al lang niet meer uitsluitend door een bende rasta’s geproduceerd worden. Opvallend: die grote diversiteit in publiek, strekt zich ook door in een uitgestrekte diversiteit aan muziek. Wie de brede muziekterm ‘reggae’ dus vereenzelvigt met ‘eenheidsworst’, heeft het duidelijk niet begrepen.
Vrijdag 2 augustus
De tweede backingband op het menu is van Jamaicaanse origine en luistert naar de naam Ruff Kutt band (niet te verwarren met het gelijknamige Amerikaanse blueskwartet!). Zij nemen de meer moderne dancehall en raggasound voor hun rekening bij achtereenvolgens Tifa, Cutty Ranks en Bounty Killer. De schenenschoppende, sensuele eerste weerspiegelt als Lady Gaga van de dancehall een jonge generatie hipsters en energiekelingen met snedige songs die knipogen naar r&b en reggaeton. Cutty Ranks is heer en meester van de rollende en grollende raggasound: niet noodzakelijk de agressieve en wilde variant maar eerder de melodieuze, heerlijk hippende en wippende. Het vorig jaar verschenen album ‘Full Blast’ waarop ook Luciano een gastrol kreeg, is een aanval op politiek en maatschappij. Over aanvallen weet soldaat Bounty Killer natuurlijk ook alles. De rudeboy uit de jaren ’90 is een heuse militant en politieke public enemy en dat uit zich zowel tekstueel als muzikaal. Rodney Price heeft meermaals de reggaecharts gedomineerd en is er niet vies van om de hand te reiken aan de commerciële popsector, getuige hitsingle ‘Hey Baby’ met No Doubt of samenwerking met The Fugees en recentelijk Snoop Lion (de getransformeerde Snoop Dogg). Exact twintig jaar na het Killer-debuut ‘Jamaica’s Most Wanted’ blijkt de tong van Price nog steeds even scherp en valt hij van de ene raggamuffin in de andere. De dancehallmaster vertolkt het geluid uit de ghetto (vandaar bijnamen als Poor People Governor of Ghetto Gladiator): ruig en energiek en met een gedrevenheid die meer lijkt op overlevingsdrang. Daardoor blijft hij favoriet en lichtend voorbeeld bij veel jonge artiesten en volgelingen.
Vanzelfsprekend houdt Reggae Geel het op vrijdag niet enkel bij roots of bonkende raggabeats. Dit jaar krijgt het festival op één dag twee heuse dubveteranen op bezoek. Vorig jaar nog moest King Tubby’s volgeling King Jammy om serieuze gezondheidsredenen cancellen, een erg spijtige zaak omdat de man zijn vrolijke soundsystemtechnieken waarin oeverloos diepe, bedwelmende dubmelodieën centraal staan, een unieke belevenis zijn. Maar kijk, 2013 biedt ruimte voor herkansing. De goedlachse Jammy mag het roer overnemen na de knotsgekke Mad Professor, ook een graag en regelmatig geziene gast in Geel. De Britse studiogoeroe en remixer die in het verleden vanuit zijn Ariwa studio ook Massive Attack, Depeche Mode, The Orb of de al even geschifte Lee “Scratch” Perry van een heerlijk diepe sound bevoorraadde, is niet enkel kenner van zwaar echoënde dublandschappen, maar manipuleert ook live de songs die hij presenteert met klankvervormers en toegevoegde geluidseffecten.
Los van de 18” Corner met zijn zwoele beats in het midden van het tropische stukje bebost terrein, kunnen fans van modernere beats en soundsystems hun ei vinden in de Bounce Dancehall, die uitgegroeid is tot een tweede groot podium. Randy Valentine en de naar Canada geëmigreerde toaster Exco Levi, die roots, soul en een moderne sound vermengt tot een smakelijk stuk uptempo riddims, zullen hier onder meer opwachting maken. Minstens even aantrekkelijk is de meer en meer populair wordende Skaville, de uitvalsbasis voor wie terug naar de roots wil, de originals. Dennis Alcapone heeft in de jaren ’70 zowel Trojan als de befaamde Studio One platgelopen en samengewerkt met zowat alle grote producers (Bunny Lee, Joe Gibbs, Prince Buster, Duke Reid, Keith Hudson …). Na enkele decennia relatieve stilte, is Alcapone terug aan het producen geslagen, maar het zijn vooral de enthousiaste performances vol ska-en rocksteadyklassiekers (bij deze gepresenteerd door Prince Fatty) waarover de bejaarde maatpakfrontman hikt en hipt, die onmisbaar zijn. Extra leukerdje: Gaz Mayall, zoon van de befaamde blueslegende John Mayall volgt hen op en blijkt al jaren erg populaire clubnights te runnen in centrum Londen.
Er werd overigens vroeger al meermaals met lezingen en interviews gegoocheld, maar die krijgen met het gloednieuwe vijfde podium The Yard nu ook een definitieve plek. Op vrijdag zal deze plek nog ingepalmd worden door lokaal talent, waarmee Reggae Geel niet meer enkel in het kader van de Benelux Reggae Contest, maar nu ook op nog grotere schaal jong opkomend talent een leuke plek geeft.
Zaterdag 3 augustus
Ook de zaterdagaffiche lonkt met grote namen binnen de wijde wereld van de rood-geel-groene vlag. De programmatie op het hoofdpodium is opnieuw netjes verdeeld tussen roots en new energy. De oude rotten huisvesten ondermeer Freddie “The Big Ship” McGregor, het goedlachse hitwonder dat met zijn smakelijke, soulvolle stem songs als ‘Guantanamera’ of ‘Africa United’ op zijn cv heeft staan. Die laatste heeft overigens een aangename herwerking gekregen op de man vorig jaar uitgebrachte album ‘Di Captain’, een plaat vol populaire covers van zelfs The Beatles en Dionne Warwick, waarmee hij 50 jaar Jamaicaanse onafhankelijkheid vierde. Klasse en gemoedelijkheid zullen elkaar liefdevol omarmen in een traditioneel kader vol bekende melodieën. Ook Third World valt onder de categorie “op leeftijd”. De reggae-ambassadeurs bouwen exact veertig jaar harmonieuze vocalen op in een soft, poppy kader dat zelfs funk, disco en hiphop durft toe te laten en waarvoor puristen hun neus ophalen. Samenzang en feeling good-energie zijn echter altijd aanwezig bij dit gezelschap, dat een heuse muzikale familie is gaan vormen. Hun fusion-reggae klinkt dan misschien glad, maar getuigt wel van een groot technisch vakmanschap dat vele diverse muzikale werelden beheerst. Allicht wordt hun set afgesloten met wereldhit en meezingmonster ‘Now that We Found Love’, dat voor de eerste keer over de Geelse weide zal galmen.
Busy Signal
Andere opvallende zaterdagfeiten: in de 18” Corner zal het African Head Charge Soundsystem het mooie weer maken. Deze Londense psychedelische dubformatie uit de On-U-Sound familie van Adrian Sherwood, goochelt met (live gebrachte) tribaldrums, benevelende elektronica en traditionele Afrikaanse samples, overgoten door een stevige scheut digidubs, iets wat samen zou kunnen gecategoriseerd worden als global dance music. Het is overigens de allereerste keer dat ze dit ook in België zullen presenteren, wat natuurlijk extra leuk is. Zij nemen overigens de fakkel over van Addis Pablo, zoon van de helaas te vroeg naar de eeuwige jachtvelden vertrokken Augustus Pablo, de man met de melodica. Fijn echter om weten dat de zoon de kwaliteiten van papa tracht over te nemen en zich ook dit opvallende, melancholische instrument heeft toegeëigend (maar dat in een nog ijler, meer zweverig ambientkader plaatst).
Geheel anders, wie had ooit gedacht dat de Nederlandse rapper Brainpower op Reggae Geel zou optreden? En toch, de Amsterdamse Black Star Foundation, een stichting die diverse reggae-artiesten aan elkaar koppelt (zowel voor muziekcreatie als optredens), heeft zijn schouders destijds gezet bij de totstandkoming van het album ‘Dub & Dwars’ waarbij alle hits van de MC netjes in een red-gold-green sausje gegoten werden. DJ Den-Den zal dus ook mijnheer “dansplaat” op podium zijn ding laten doen. Al even bizar: wie zaterdag ergens een rustig terreinhoekje opzoekt, maakt veel kans daar Racine Congo tegen te komen (de band speelt ’s avonds ook in de Yard). Het folkduo uit Bergen slaagt erin om een Franse gezapigheid op accordeon en Spaanse gitaar te rijmen met zalvende reggaegolven. Caraïbische vibes die zich vermengen met
Wie muzikaal even wil afremmen zal allicht rond etenstijd met open mond in The Yard kunnen meemaken hoe de bekende BBC-presentator David Katz niemand minder dan de legendarische producer Bunny Lee aan de tand voelt, een allicht indrukwekkend interview dat nu reeds mag bestempeld worden als pure authenticiteit.