Ze bestaan nog geen tien jaar, en toch wonnen ze al enkele van de belangrijkste internationale kamermuziek-awards. Intussen zijn de leden gegeerde gastdocenten en raken hun masterclasses in een mum van tijd uitverkocht. Hoe ze het precies klaarspelen om zoveel maturiteit aan een dikwijls ongeziene hoeveelheid overgave te koppelen is niet helemaal duidelijk, maar zeker is dat er geen cd-opname voorbij gaat of ze wordt opgemerkt en positief bevonden door tal van recensenten. Een gelegenheid om deze vier muzikanten aan het werk te zien, neemt men dus beter te baat.
Sterrenstatus
Pavel Haas kwartet (foto: Ghentology)
Het verhaal van het Tsjechische Pavel Haas kwartet begint in de luwte, met een officieuze totstandkoming in 2002. Pas vier jaar later blikte het kwartet een eerste opname in, met muziek van Leoš Janáček gekoppeld aan werk van de eerder obscure componist Pavel Haas. Deze in Auschwitz overleden Tsjech staat vooral bekend om zijn kamermuziek en vocale geschriften, waarin hij zowel een affiniteit toonde met de folklore, de klassieke muziek, alsook met de jazz van Stravinsky, Copland en Gershwin. Hoewel het kwartet inmiddels bewees even goed overweg te kunnen met de klassieke canon, kwamen ze goed weg met de strakke mix van gepeperde stijlen, waardoor het kwartet op die eerste opname vooral bewees hoe temperamentvol het kon spelen, zonder daarbij de correctheid ten overstaan van de partituur uit het oog te verliezen. Een tweede opname, alweer bij het label Supraphon, focuste op andere muziek van diezelfde componisten, wat het kwartet een 'Editor's Choice' in het Engelse Gramophone-magazine opleverde. Daarna volgden nog opnames met Beethoven (2009) en Prokofiev (2010), terwijl het kwartet ondertussen ook concerteerde met Haydn en Dvořák. Aan laatstgenoemde landgenoot besteedde het viertal overigens zijn jongste studio-opname, waarvoor de internationale muziekpers alweer een collectieve knieval deed. Na amper vijf jaar in de grote commerciële rangen van de internationale muziekwereld, liet het Pavel Haas kwartet zich dus al dikwijls opmerken met telkens uitstekende interpretaties, die een lichte drang naar vernieuwing telkens weer wisten te koppelen aan een gezond respect voor de traditie. Met dat evenwicht weet het Tsjechische kwartet zowat iedereen in te pakken, hetgeen in Gent hopelijk zal gedemonstreerd worden.
Uitgekiend programma
Pavel Haas kwartet (foto: Ghentology)
Het programma waarmee de Tsjechen op dinsdag 1 maart afzakken naar de Handelsbeurs, leent zich in ieder geval tot een avond vol ontroering, bezieling en overgave. Ten eerste speelt het ensemble het eerste Razumovsky-kwartet van Beethoven. Ook het Tokyo String Quartet nam deze muziek vrij recent nog onder handen voor Harmonia Mundi, waaruit eens te meer mocht blijken hoe toegankelijk en uitgebalanceerd Beethoven deze partituren had bedacht. Het is welbekend dat Beethoven deze strijkkwartetten schreef in zijn "middenperiode", waarin zijn stijl zich langzaam maar zeker aan het ontwikkelen was richting de extremen uit de slotjaren. De composities kwamen tot stand op vraag van de Russische ambassadeur in Wenen, Andreas Razumovsky, en dat ziet de luisteraar weerspiegeld in het slotdeel van het eerste Razumovsky-kwartet, waarin het 'Thème russe' meteen de stemming overheerst. Met zijn lengte van (normaal gezien) iets meer dan veertig minuten, is het meteen ook een statement van het Pavel Haas kwartet om hiermee op de proppen te komen. De lang uitgesponnen ontwikkeling laat zich vrij eenvoudig volgen, en Beethovens grillige pad voert langs afdoende aantal bronnen van de mooiste schoonheid. Met Sergej Prokofievs 'Sonate voor twee violen in C' mogen altviool en cello even uitrusten, en legt het jonge kwartet meteen een andere, interessante klemtoon. Erg veel wordt deze sonate niet uitgevoerd, want Prokofievs reguliere eerste en tweede (getranscribeerd van een fluitpartij) vioolsonate genieten dikwijls de voorkeur. Reden te meer dus om dit intieme, eerder korte werk met volle teugen te genieten. Prokofiev had overigens een stevige band met het Amerikaanse vasteland en het staat vast dat bepaalde van zijn werken niet tot stand hadden kunnen komen zonder zijn verblijf in Amerika. Hetzelfde zei Antonín Dvořák over zijn latere artistieke output, waarbij zijn 'Nieuwe Wereld'-symfonie of zijn opus 96 (het 'Amerikaanse strijkkwartet') expliciet verwezen naar de invloed die de Tsjech daar had opgedaan. Beide werken kwamen ongeveer terzelfdertijd tot stand en in het strijkkwartet hoort men, met een beetje goede wil, de cadans van een trein (in het vierde deel) of een Amerikaans religieus meanderend lied (in het tweede deel). Het werd op de valreep een van de allermooiste staaltjes kamermuziek uit de 20e eeuw en niet voor niets staat het werk tegenwoordig nog geregeld op het programma. De zelfkritische Dvořák zou niet toevallig verkondigd hebben heel opgetogen geweest te zijn over zijn strijkwartet in F: "I'm satisfied, thank God!"
Zonder tierlantijntjes
Pavel Haas kwartet (foto: Marco Borggreve)
Het prachtige aan dit kwartet is bovendien de ongecompliceerde stijl waarmee de muzikanten het podium overheersen. Ze eisen geen aandacht op, maar trekken die vanaf de eerste noten meteen naar zich toe en laten de luisteraar pas los aan het eind van een fascinerende avond. Dat was althans de ervaring van meningen die het kwartet reeds eerder aan het werk zagen, en met een programma als dit kan er op 1 maart eigenlijk bitter weinig verkeerd lopen. Voor wie denkt niet meer thuis te geraken na een avond vol geniale kamermuziek: Gent heeft genoeg hotelletjes om een nacht te bekomen.
Meer over Pavel Haas Kwartet
Verder bij Kwadratuur
Interessante links