Bij menig muziekliefhebber slaat de grote festivalkoorts toe tijdens de zomermaanden. Toch heeft ook de herfst een soundtrack nodig, en het is het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant die er zo een samenstelt. Voor actuele muziek is het eind oktober massaal afzakken naar het Leuvense voor TRANSIT, maar tot zolang wordt historische muziek er onderdak geboden in de context van Novecento.
Ed Spanjaard (foto: Jurjen Stekelenburg)
Ondanks de internationale oriëntatie van het festival is het toch een collectief van eigen bodem dat de aftrap mag geven. Het
HERMESensemble maakt er een punt van om diverse componisten doorheen hun concerten een plaats te geven, of het typische concertgegeven met multimedia of een theatrale omlijsting te verrijken. Dat gebeurt ook tijdens het openingsconcert op maandag 23 september. Manuel De Falla is een naam die allicht een belletje doet rinkelen. Zijn ‘El Amor Brujo’ wordt meestal opgevoerd in de versie voor groot orkest, maar dit ensemble slaagt er meestal in om de gelaagdheid van een werk ook in gereduceerde vorm over te brengen. Daarnaast wordt ‘Un Chien Andalou’ geprojecteerd, de nachtmerrie-achtige film die Salvador Dali en Luis Buñuel samen maakten. Diverse Europese musea hebben daar een kopie van in huis, maar een gelegenheid om deze klassieker met live-muziek uitgevoerd te zien, doet zich niet bepaald vaak voor. De compositie die door Martin Matalon ‘Las siete vidas de un gato’ (te vertalen als “de zeven levens van een kat”) werd genoemd, zal tijdens de vertoning weerklinken. Helemaal obscuur is Joaquín Turina’s ‘El Jueves Santo a medianoche’, de verklanking van een folkloristisch-religieus ritueel in Andalusië. Dirigent
Ed Spanjaard mag zijn familienaam alle eer aan doen en het publiek overtuigen van de waarde van deze zelden opgevoerde Spaanse muziek.
Wanderer Trio (foto: Marco Borggreve)
Even weinig evident is wat de organisatie een week nadien op het publiek loslaat. Het
Arditti Quartet geniet, net als het HERMESensemble overigens, internationale status als een van de meest verdienstelijke vertolkers van hedendaagse muziek voor strijkkwartet en ook in het harmonisch ontaarde oeuvre van Berg, Ligeti en Janáček voelen de vier leden zich thuis. In een gestripte versie van Bergs ‘Lyrische Suite’, waarin een verborgen liefdesboodschap verscholen zit gericht aan het adres van Hanna Fuchs, zou men nog de sporen van de romantiek moeten kunnen terugvinden, in Ligeti’s eerste strijkkwartet is dat al beduidend minder evident. Dat Bartok als uitgangspunt diende, betekent dat de componist geen al te evidente keuzes heeft willen maken voor wat zijn muzikale parafrasering betreft. Janáček tot slot waagde zich pas op hoge leeftijd aan een werk voor deze bezetting. Zijn ‘Kreutzer Sonata’ is het hartverscheurend relaas van een droombeeld dat hij had over een relatie met een vele jaren jongere vrouw. De van zich af bijtende schriftuur zou moeten mogelijk maken wat niet mogelijk is, wat de componist ook goed moet geweten hebben gezien zijn verwijzing (in de titel) naar Lev Tolstojs wat tragische publicatie over de problematische verhouding die er binnen een relatie kan bestaan tussen de twee seksen. Als zoveel gruwel gelouterd moet, is het geen slecht idee de maandag nadien (op 7 oktober) het concert van het
Wanderer Trio bij te wonen. Hoewel in Maurice Ravels pianotrio het beeld wordt opgeroepen van een wereld die aan de rand staat van een gapende afgrond, met name een wereldoorlog, zijn de sentimenten van Gabriel Fauré’s pianotrio opus 120 menselijker en minder uitzichtloos, doch niet minder melancholisch. Het snoepje van de avond wordt echter het ‘Trio sur des mélodies populaires irlandaises’ van de Zwitser Frank Martin. Diens uit de volkscultuur opgehaalde melodieën ademen een weidsheid waarvoor de Aula Maria Theresia misschien wel eens te klein zou kunnen blijken. Dat uitvoerders van dit kaliber, want zonder overdrijven is het Wanderer Trio zowat het meest spraakmakende pianotrio van dit moment, zich aan dit weinig gekende werk wagen, mag bovendien als een exclusieve gebeurtenis beschouwd worden.
Pablo Sainz Villegas (foto: Diaz Uriel)
Zo klassiek de affichering van een wereldvermaard ensemble als het Trio Wanderer, zo gewaagd is het een publiek een hele avond lang met gitaar solo te bestoken.
Pablo Sainz Villegas doet al een heel aantal jaar waar hij goed in is: het publiek in opperste vervoering tokkelen. Met Heitor Villa-Lobos (de preludes en het ‘Chroros No. 1’), Augustin Barrios (‘La Catedral’), Alberto Ginastera (sonate) en Luciano Berio (‘Sequenza XI’) zal de passage van de virtuoos zeker niet onopgemerkt voorbijgaan, want grote romantiek staat naast dynamisch experiment, zonder ooit in ontoegankelijkheid te vervallen. Wie muziek toch liever als iets ongrijpbaar benadert, kan dan weer bij het duo
Ralph van Raat & Ramon Lormans terecht. Boulez, Xenakis, Lachenmann en Stockhausen: alle vier schreven ze muziek voor slagwerk en piano, waarbij de notie dat het klavier in principe ook een instrument is waarop moet worden “geslagen” geen van allen ontgaan is. Van enorm luid naar een dialoog met tapes naar speciale speeltechnieken op piano: voor een concert vol uitersten heeft Novecento deze twee muzikanten geboekt. Iemand die evenmin binnenkomt als het niet is om muziek te brengen die nog geen brede aanhang heeft gevonden, dan is het
Daan Vandewalle. Deze specialist voor wat moderne muziek betreft heeft variaties op ‘The People United Will Never Be Defeated’ van Frederic Rzewski in zijn aktetas zitten. Niet zomaar een pianoconcert overigens, want de festivalorganisatie kondigt cryptisch aan dat op de een of de andere manier koren van eigen bodem voor een orgiastisch hoogtepunt zullen zorgen. Hoe dan ook worden dus alweer boeiende werelden – die van de solist versus het collectief, die van de traditie versus diegene die varieert, die van het instrument versus de stem, … - tegenover elkaar geplaatst.
Het sluitstuk van deze editie van Novecento blikt alweer vooruit naar een toekomst waarin de programmatie wil blijven zoeken, onderzoeken, verzoeken. Het
ensemble recherche is dan ook een veelbetekenende naam om in huis te halen. In ‘Vortex Temporum’ van Gérard Grisey lopen drie soorten tijdsbeleving door elkaar heen: die van de mens, van de walvis en van het insect. Regelmatig, uitgerekt en extreem kort: hoe komen die in een creatieve portfolio samen? In Helmut Lachenmanns ‘Allegro Sostenuto’ hoort men voortdurend klanken ontstaan uit de buik van de vorige. Het is voor de uitvoerders een oefening in gedijen, in op perfecte toonsterkte klanken creëren om ze heel natuurlijk in elkaars verlengde te leggen. Laat dat een metafoor zijn voor de toekomst van Novecento, een festival dat nieuwe keuzes als vanzelfsprekend uit de vorige laat voortvloeien. Maar vooraleer alvast uit te kijken naar volgend jaar: eerst deze editie van harte savoureren!
Meer over Novecento 2013
Verder bij Kwadratuur
Interessante links