Er moet eerst een festival ter ziele gaan vooraleer een ander uit de grond kan worden gestampt. More Music!, stille nazaat van Music in Mind 'Festival of Imaginative Music', scherpt de formule van haar voorganger verder aan en presenteert een heterogeen programma, op het extreme af. Toch bijft het cliché “voor elk wat wils” beter in de kast, want deze “4 days of mind movin’ music” weigert zomaar de publiekslievelingen een platform te geven.
More Music! is het resultaat van een samenwerking tussen Cactus Muziekcentrum en Concertgebouw Brugge. Waar de een vooral geassocieerd wordt met een kwalitatief hoogstaande agenda doorheen het jaar en in de zomer een gemoedelijk festival waar het fijn toeven is, mag de ander een platform heten waar oude muziek naast hedendaagse wordt geplaatst, in een architecturaal inspirerend kader dat een forum wil zijn over wat muziek vandaag nog kan betekenen. Dat het bewuste Concertgebouw binnenkort vier dagen lang onderdak biedt aan het enkele opmerkelijke coryfeeën van het actuele muzieklandschap, is dus allesbehalve een paradox.
Ryoji Ikeda
Het festival opent op woensdag 10 april met de Japanse multimediakunstenaar
Ryoji Ikeda. Het Concertgebouw ontpopte zich al vaker tot een oord voor audiovisuele avant-garde, zoals laatst nog tijdens de World Music Days 2012. Met Ikeda haalt men een kunstenaar binnen die niets meer te bewijzen heeft: zijn minimal elektronische muziek laat hij veelal communiceren met abstracte beeldpatronen, die de door zijn klanktapijten opgewekte trance alleen maar versterkt. Ikeda interesseert zich vooral voor klanken die op de grens liggen van het menselijk hoorbare – bijvoorbeeld geluiden die pas tot de luisteraar doordringen eenmaal ze zijn weggevallen. Hoeveel richtingen het met zijn filosofie uitkan, bleek in 2005 op zijn album ‘Dataplex’, waar samenhangende minimal met zeer korte, verknipte collages in aanraking kwam. ‘Superposition’, de titel van zijn laatste project, komt hoe dan ook niet uit de lucht gevallen: Ikeda is een meester in het op elkaar kleven van klank en beeld, twee parameters waarbinnen hij vervolgens ook nog eens aan het superponeren slaat.
Helemaal anders zal de stemming zijn de dag nadien. Met
Goran Bregović and His Funeral and Wedding Orchestra belooft het Concertgebouw opnieuw te veranderen in een feesttent voor Balkanliefhebbers. Beroemd geworden dankzij het bizarre, eigenzinnige universum van filmmaker Emir Kusturica, is Bregovic inmiddels zelf een sterk merk geworden. Zijn fascinatie beperkt zich echter niet tot muziek. Misschien ligt het in de Oost-Europese volksaard om een kader te willen voor een concert? Een vorige tussenstop in Brugge titelde ‘Margot, memories of an unhappy queen': Bregovic probeerde daarin het verhaal van ‘La reine Margot’ te koppelen aan de Bosnische oorlogen. Hoewel het project toen niet van een leien dakje liep, belooft de invalshoek die de muzikant deze keer naar de meest pittoreske aller West-Vlaamse steden brengt, wel de moeite te lonen. Er zal vooral muziek klinken uit het recente album 'Champagne For Gypsies', afgewisseld met ‘Orfeo di Bregovic’: een baldadige, eigenwijze visie op de welbekende tragedie van Orfeo.
Liesa Van der Aa (foto: Bruno Bollaert)
Uit het puin dat Goran Bregovic en de zijnen zullen achterlaten, mag
Christina Vantzou daags nadien een nieuwe wereld opbouwen. Haar filmisch aandoende, bijna soundscape-achtige creaties doen denken aan de tijdloze, melancholische tranen van Jóhann Jóhansson, hoewel de beweging in Vantzou’s muziek zich vaak nog trager voltrekt. Ook deze muzikant introduceert echter graag beelden, waarop een strijkersensemble live haar muziek brengt. Dit concert zal in het teken staan van het dromen: 16mm-beelden verstrengelen met klankvelden die als vanzelf aan de tijd ontstijgen. Veel aardser wordt ongetwijfeld het aansluitende optreden van
Liesa Van der Aa. Een tournee omwille van haar indrukwekkende debuut ‘Troops’ voerde Van der Aa al langs de betere Vlaamse zalen, waar ze in bepaalde gevallen al eerder had gestaan als lid van het Toneelhuis-ensemble. De mystiek die ze in Guy Cassiers ‘De man zonder eigenschappen’ legde, vertaalt zich ook naar haar creaties: met enkel een stem, een viool en een loopstation bouwt de muzikante voor de ogen van de nietsvermoedende toehoorder hele werelden op. Inmiddels ging ze opnieuw met het materiaal van ‘Troops’ aan de slag, in samenwerking met een koor. Zal dat de grandeur van de plaat goed doen, of toch vooral de intimiteit? Op 12 april wordt het resultaat onthuld.
Van haar artistieke vader erfde More Music! het artistieke parcours A Track, waarin een curator/muzikant op het Concertgebouw wordt losgelaten.
Bert Dockx, die in een ver verleden Flying Horseman als een soloproject uit de grond stampte, engageerde
Philippe Werkers en
Wim Lots om hun beeldende kunst in de vele donkere hoeken dat dit gebouw rijk is, te verstoppen. Van Lots zullen 487 tekeningen van geweren en revolvers te zien zijn, terwijl van Werkers video’s, installaties en clips worden geëxposeerd. Dat
Flying Horseman, inmiddels een sextet, met beide heren samenwerkte voor artwork of videoclips, zegt iets over het universum waarin deze muziek zich beweegt. Er zit vaak iets morbide in wat Dockx uit zijn gitaar puurt, maar op hun tweede plaat ‘Twist’ lag ook de troost voor het rapen. Dit is muziek met diepte, waarin nog altijd een grote subtiliteit ligt besloten. Geen gitaargeweld als pletwals, wel schrijnend mooie melodieën vertolkt met een oerkracht die een mens stil maakt.
Pomrad (foto: Thomas Sweertvaegher)
Vervolgens duikt men de nacht in met
Pomrad, de toetsenist die amper een jaar na de opzienbarende EP ‘Vlotjes’ al een nieuw schijfje uitbrengt bij het Britse label Earnest Endeavours. Eclecticisme is het handelsmerk van de omnipotente jonge musicus: funk, disco, aanstekelijke beats en wat dies meer zij gaan bij de Antwerpse in de jazz opgeleide Adriaan Van de Velde hand in hand. Eenzelfde lappendeken aan stijlen vindt men terug bij
Swindle, de Britse producer die kort gelegen scoorde met het nummer ‘Mood Swings’. Als er iets zou bestaan als jazzy dubstep, dan is het dit: dansbare muziek met een niet te miskennen groove en af en toe een aanstekelijke synthesizerriedel leverden Swindle de titel op van ‘grote belofte’ in de underground scene aan de andere kant van de Noordzee. Tot in de vroege uurtjes geeft
Mala tenslotte het beste van zichzelf. Tegelijk dj, producer en platenbaas was Mark Lawrence een van de pioniers van de dubstep, die hij vanuit Zuid-Londen wereldwijd ingang deed vinden. Laatst trok hij naar Cuba om daar de lokale muziekcultuur op te snuiven. Hij keerde terug met een koffer vol geluid, die hij verwerkte in zijn in 2012 bij Brownswood verschenen ‘Mala in Cuba’. Of dat een uitstekende plaat is, kan in het midden gelaten worden. Wel staat vast dat de man weet hoe hij een publiek meerdere uren aan een stuk moet opzwepen, zonder in gemakkelijke fuifformules te vervallen.
Een totaal andere windrichting kiest More Music! op de slotdag. De Ierse popkoningin van de late jaren ’80,
Sinéad O'Connor, laat haar kale knikker immers nog een keer zien. Een generatie werd grootgebracht met haar Prince-cover ‘Nothing Compares 2 U' en klassiekers als ‘Jackie’, 'Troy' en 'Mandinka'. Echt legendarisch materiaal telt haar laatste plaat ‘How About I Be Me (And You Be You)?’ eigenlijk niet, maar het vrijelijk grasduinen in reggae, oerklassieke feel good-pop en singer-songwriterachtige intimiteit maakt het tot een niet onaangename ervaring. Of O’Connor dat materiaal live kan verheffen, blijft weliswaar een spannend vraagstuk.
Eric Thielemans (foto: Jos Knaepen)
Simultaan met O’Connor neemt een resem jazzmuzikanten stelling in het Concertgebouw. Een soloconcert van free jazz-veteraan
Fred Van Hove moet het publiek alvast gaar stoven voor een avond waarop muren worden neergehaald. In de muziek van Van Hove gebeurt dat eigenlijk keer op keer: de luisteraar tuimelt zo maar even binnen in een totaal andere denkwereld, die Van Hove op een avond even vaak lijkt neer te halen als lijkt te herdefiniëren. Met
Eric Thielemans haalt het festival eveneens een onvoorspelbaar musicus in huis. De percussionist is nu eens te zien in solo-performances waarin hij bewijst met louter een snare drum een langspeler te kunnen vullen, elders kiest hij voor een veelkoppige bezetting waar jazz met heel wat muziekstijlen wordt bevrucht tot een nu eens sprookjesachtig, dan weer bijzonder ruw resultaat. Minder in het jazzy hoekje moet men het soezende duo
Mittland Och Leo situeren, de band van Joke Leonare en Milan Warmoeskerken. Zij maken samen sfeervolle nummers: pittoresk, maar daarom niet ongevaarlijk. Tot slot krijgt Bert Dockx opnieuw wat speelruimte: hij deelt de planken met Lyenn Jacques en Steven Cassiers in een groep die als
Dans Dans door het leven gaat. De grimmige, psychedelische rock lijkt in eerste instantie niet geschikt om ledematen los te wiegen, wel om een punt van formaat te zetten achter een tot de nok gevulde editie van More Music! – een festival dat illustreert dat heterogeniteit een troef kan zijn, zolang de kwaliteit er niet onder te lijden heeft.
Meer over More Music!
Verder bij Kwadratuur
Interessante links