Gemoedelijk geroezemoes in de zaal, dat langzaam stilvalt terwijl de lichten worden gedimd. Een gedecideerd applaus wanneer de drie solisten het podium betreden. Een laatste reeks kuchjes, daarna een absolute stilte. Quirine Viersen zet het begin van Brahms’ weemoedige klarinettrio in en de ruimte verstart. Ian Brown pikt in vanuit het lage register en Michael Collins’ klarinet cirkelt gracieus om Viersens cello heen en neemt het openingsmotief in de vlucht mee. Zo wordt de passage van drie eminente kamermuziekspecialisten op dinsdag 2 juli misschien wel op gang getrokken. Een momentum van onaardse schoonheid, dat in de Gentse Handelsbeurs wel eens twee uur lang zou kunnen volgehouden worden.
Michael Collins is het soort muzikant dat zich niet te beteuterd voelt om aan allerhande repertoire te sleutelen. Een greep uit zijn laatste opnames laat dat meteen zien: enerzijds werkt hij aan een serie met Britse klarinetsonates en concerto's, waarbij hij in het kader van die laatste reeks overigens zelf het BBC Symphony Orchestra dirigeert. Daarnaast combineerde de man recent nog Mozart, Copland en de nog levende Kats-Chernin op een schijfje: van grote contrasten is de solist duidelijk helemaal niet vies. Tegelijk durft Collins ook over de grenzen van zijn eigen land heen kijken: het grote repertoire, tot en met onontgonnen parels van bijvoorbeeld Lutoslawski zagen recent nog het licht bij Chandos. Als dochter van een cellist bij het Concertgebouworkest ging Quirine Viersens aandacht op jonge leeftijd al onverdeeld uit naar de muziek. Ze nam een aanzienlijk deel van het kamermuziekrepertoire op in duo met pianiste Silke Avenhaus en samen zijn het graag geziene gasten in zowel Nederland als België. Allicht geen duizelingwekkende verkoopsaantallen, maar in 2000 nog als soliste op de planken met de Wiener Philharmoniker (in het kader van een Young Artist Award): niemand hoeft eraan te twijfelen dat Viersen genoeg podiumervaring heeft om met twee ervaren Britten het standaardrepertoire onder handen te nemen. Tot slot lijkt Ian Brown zo mogelijk nog meer dan zijn kompanen geboren voor de kamermuziek. Hij is lid van het gereputeerde Nash Ensemble, en ging een aantal jaar terug nog door het leven als begeleider van Maxim Vengerov. Vooral zijn uithoudingsvermogen zal in de Handelsbeurs op de proef worden gesteld, hoewel kan worden aangenomen dat Brown door de jaren heen de pianistieke fysiek van een titaan heeft ontwikkeld.
Hoe dan ook worden weemoed en het zich, als antwoord op de droefenis, laven aan muziek de kernwoorden van deze concertavond, met een programma waarin Beethovens opus 11 de zon vertegenwoordigt en Brahms' opus 114 de maan. Al zal het waarschijnlijk nooit echt donker worden de 2 juli, dankzij drie gerespecteerde musici die hun licht op dit fenomenale repertoire laten schijnen.