Het abonnement “klavier” in de Handelsbeurs van Gent belooft net zoals de vorige jaargangen veel vuurwerk te geven. Met Severin von Eckardstein, Alain Planès en Stephen Kovacevich in het vooruitzicht, mag de nog een stuk minder bekende Llyr Williams het eerste van vier concerten op zich nemen. Wiliams’ ster is in eigen land aan het rijzen, maar internationaal wacht de Ier nog steeds op erkenning. Ondanks enkele lovende commentaren in de pers zit de pianist nog steeds bij een klein label, wat eigenlijk niet strookt met zijn vermeende talent.
Wie even onder de loep neemt wat Llyr Williams de laatste jaren zoal heeft opgenomen, staat versteld van de grote verscheidenheid aan soorten muziek. Hij trad aan als liedbegeleider in een niet zuiver klassiek project (aan de zijde van bariton Paul Carey Jones), wijdde vervolgens een volledige opname aan de klavierwerken van Fréderic Chopin en dit jaar nog verscheen bij Signum Classics een cd met Liszt, Mussorgksy en Debussy. Williams is dus vooral thuis in het romantische en impressionistische repertoire, wat zijn optreden in de Handelsbeurs ook onderschrijft. The Guardian spreekt al twee jaar vol lof over de Welshe pianist, maar de grote Britse muziektijdschriften zoals Grammophone of BBC Music Magazine hielden zich helaas aan de vlakte. Vooral dat laatste is allicht verantwoordelijk voor het feit dat Williams in Europa nog niet werd opgemerkt als het nieuwe grote wonderkind.
Sommigen zullen misschien beweren dat het eenvoudig scoren is met componisten als Debussy, Liszt en Beethoven, maar het siert Williams dat hij gedurfde combinaties durft maken. Zo was zijn opname van Mussorgsky, waarnaast hij ook Debussy en Liszt programmeerde, een gevaarlijke onderneming, wat echter voornamelijk op positieve reacties kon rekenen. Dit jaar is voor de pianist overigens het jaar van zijn grote statement: doorheen 2010 zal hij alle 32 Beethovensonates uitvoeren in Perth Concert Hall. Ook in de Handelsbeurs brengt Williams twee keer Beethoven mee, en wel in verschillende gedaantes. Zo zal hij de 18e pianosonate opus 31 nr. 3 spelen, alsook sonate 21 opus 53, bekend als de Waldstein-sonate. Op die manier verloopt het concert dus als een soort muzikale progressie, te beginnen bij de vroege Beethoven en aflopend bij een iets oudere componist, die al meer van de zware romantiek ademde.
Ook in de Handelsbeurs staat de variatie centraal, wat Llyr Williams benadrukt met de prachtige Estampes van Claude Debussy en de 'Drie sonetten van Petrarca' van Franz Liszt. Naast een onstuimige Beethoven staat dus ook "de andere muziek" geprogrammeerd: het bijwijlen ruwe en geëxalteerde van iemand als Liszt (naast zijn poëzie weliswaar), in confrontatie met de beklijvende tableaus van Debussy. De luisteraar zal dus van de ene sfeer in de andere vallen, om finaal terug bij Beethoven uit te komen. Als dat geen mooi staaltje "de cirkel rondmaken" is...