Klassieke muziek is een evenwichtskunst. Plaatsten de grootste componisten immers niet steevast vreugde tegenover tristesse, extase tegenover stoïcijnse integriteit? De dialectiek van bijvoorbeeld twee communicerende thema’s in een omvattende structuur is de eigenschap waaraan pakweg een sonatevorm zijn troostende capaciteiten ontleent. Met “Go crystal tears” als motto, programmeert het KlaraFestival twee weken lang werk waarin positief en negatief met elkaar in aanraking komen.
Mahler Chamber Orchestra (foto: Deniz Saylan)
De integrale Schubert-cyclus die Marc Minkowski vorig jaar tijdens het KlaraFestival langsheen drie Vlaamse zalen stuurde, gold meteen als een van de meest opzienbarende projecten van afgelopen seizoen. Eenzelfde formule heeft de organisatie dit jaar wederom klaargestoomd, dit keer met het uitnemende
Mahler Chamber Orchestra onder leiding van de nog relatief jonge
Teodor Currentzis. Hun trilogie concerten draait rond Shostakovich en Britten: geen voor de hand liggende combinatie, maar daarom misschien des te spannender als
format. Twee symphonieën van Shostakovich op een concert zou immers teveel van het goede kunnen zijn: vooral de latere opusnummers zijn inhoudelijk zodanig geladen, dat men over een ijzeren wil moet beschikken om er twee meteen na elkaar te nuttigen, ondanks een versnapering in de pauze. Het huidig feestjaar rond Benjamin Britten wordt door het festival dus met dank aangegrepen om het programma van de trilogie een extra toets te geven. Zo vertolkt stertenor
Ian Bostridge op donderdag 5 september in het Paleis voor Schone Kunsten diens prachtige serenade voor tenor, hoorn en strijkers: alvast een eerste gelegenheid waarop de tranen rijkelijk kunnen vloeien. Op datzelfde concert kruipt kwajongen
Alexander Melnikov achter het klavier voor Shostakovich’ tweede pianoconcerto. De negende symfonie moet dan de bekroning worden van een ontroerend mooi maar ook heftig programma. Daags nadien verhuist het orkest naar Concertgebouw Brugge.
Jean-Guihen Queyras, zonder twijfel een van de meest getalenteerde cellisten van dit moment, komt even langs voor het celloconcerto. Verder staat dit concert in het teken van het getal “1”. Brittens opus 1 wordt aan Shostakovich’ eerste symfonie gekoppeld: twee werken die op zich echter al van de nodige maturiteit getuigen. Nog een dag later is tot slot deSingel aan de beurt. De winnaar van de laatste viooleditie van de Koningin Elisabethwedstrijd,
Andrey Baranov, is te horen in Shostakovich’ tweede concerto. Daarnaast klinkt de veertiende symfonie. De componist droeg die op aan zijn collega Britten. Op gedichten van onder meer Rilke, Garcia Lorca en Apollinaire schreef de man een monumentaal werk voor orkest, bas en sopraan -
Angela Denoke en
Petr Migunov vertolken de solistenpartijen. Toepasselijk is dat ook naar een late compositie van Britten wordt gegrepen: ‘Phaedra’ is zijn op twee na laatste opusnummer, een waarin weemoed helemaal niet ver te zoeken is overigens.
C(h)oeurs (foto: Chris Van der Burght)
Het openingsconcert is dan weer in handen van een ander gereputeerd orkest. Het
Orchestra of the Age of Enlightenment mag de aftrap geven en doet dat met Beethoven (‘Egmont Ouverture’), Berlioz (‘Symphonie fantastique’) en Chopin (tweede pianoconcerto) Het is
Nikolai Demidenko die de pianopartij voor zijn rekening belooft te nemen: een echte Chopin-specialist, voor wie ’s mans discografie van naderbij bekijkt. Onder de leidende hand van
Sir Roger Norrington zijn Beethoven en Berlioz overigens in zorgzame handen. De dirigent heeft zin voor detail en voor de overkoepelende boog van de muziek, wat in Brussel een concert zou kunnen opleveren waaraan de herinnering ook maanden nadien nog met warmte vervult. Op zaterdag 31 augustus toont het KlaraFestival meteen dat het ook breder kijkt dan alleen muziek.
Alain Platels door pers en publiek bejubelde ‘C(h)oeurs’ zou een van de meest tot de verbeelding sprekende choreografieën van de laatste jaren kunnen heten. Op muziek van Verdi en Wagner brengt
Les Ballets C de la B de broze choreografie van een kloppend hart: ongemeen intens, bovendien met socio-maatschappelijke referaten. Ook voor muziektheater werd verderop een dag gereserveerd: op dinsdag 10 september mag iedereen naar het KVS afzakken voor ‘Escorial’, de jongste worp van
Josse De Pauw. Met muziek van Orlando di Lasso gebracht door het
Collegium Vocale Gent heeft Muziektheater Transparant een terechte samenwerking met Klara op zak, waarbij een resem acteurs het concept aanvult met een zuiver theatrale inslag. Puur muzikaal durft het Klarafestival overigens evenzeer over de grenzen heen kijken.
Liesa Van der Aa gaat bijvoorbeeld opnieuw aan de slag met werk van John Downland, die dit jaar 450 jaar zou zijn geworden. De Antwerpse muzikante en actrice maakte de laatste maanden een snelle opmars: haar debuut ‘Troops’ verraste vriend en vijand en ook haar live-bewerkingen van dat album vielen in goede aarde.
Bl!ndman mocht evenmin ontbreken op de affiche. Het saxofoonkwartet rond
Eric Sleichim brengt een nieuw album uit en onderzoekt op het festival de betekenis van de kristallen tranen waarvan sprake. Strijkkwartet
Zapp4 vraagt zich overigens af of Radiohead zich naar een klassiek instrumentarium laat vertalen. Hun experiment is in de Brusselse club Mr. Wong te ontdekken.
Alexandre Tharaud (foto: Marco Borggreve)
Uiteraard serveert het festival nog een hele boterham puur klassiek.
Le Concert Spirituel en leider
Hervé Niquet storten zich bijvoorbeeld in de polyfonie. Ze nemen een aantal ambitieuze stukken voor grote bezetting onder de loep, waarin de dirigent ongetwijfeld, gezien zijn verleden, de transparantie zal weten te bewaren – tenminste als de Kapellekerk akoestisch niet voor echo’s zorgt die het delicate weefsel van de muziek in een ondoorzichtige brij doet veranderen. Op dinsdag 3 september grijpt dan weer een opmerkelijk soloconcert plaats: pianist (en sedert Michael Haneke’s ‘Amour’ tevens acteur)
Alexandre Tharaud laat immers een paar van zijn stokpaardjes horen. Couperin, waarmee hij definitief doorbrak, staat op het programma, naast Satie en Poulenc. Schubert en Ravel vervolledigen de avond, waarop de solist moeiteloos doorheen de eeuwen laveert. Wie, eens te meer aan de andere kant van het spectrum, niet gelooft dat het Belgische barokensemble
B’Rock ook veel meer doet dan alleen muziek brengen uit de 17
e en de 18
e eeuw, moet woensdagavond 4 september afpunten in de agenda. Purcell en Dowland worden er aan Britten en Hindemith gekleefd, onder leiding van
Dmitry Sinkovsky en
David Van Bouwel. Alsof die onderneming nog niet avontuurlijk genoeg is, doet
Anouk De Clercq er met een video-installatie nog een schepje bovenop. Voor zover “duf”, “saai” en “stoffig” al woorden zijn die met klassieke muziek geassocieerd worden: op dit concert worden die clichés allicht met verve ontkracht. Na de instrumentale kracht gaat het festival vervolgens voor vocale bravoure:
Marlis Petersen,
Anke Vondung,
Werner Güra en
Konrad Jarnot verenigen op een podium betekent immers zoveel als een droombezetting tot leven wekken. Het KlaraFestival maakt die rêverie bewaarheid in een programma dat opgebouwd is rond de meester van de liedkunst, Franz Schubert.
Christoph Berner begeleidt de vier stemmen op hun eenzame reis door de nacht. De sprookjesachtige setting van De Munt vormt de ideale omlijsting voor een dergelijke huiveringwekkende en tegelijk louterende beschouwing op het tranendal dat Atlas op zijn rug torst. Soortgelijke elementen dramatischer uitgewerkt keren terug in de muziek van Strauss (Richard natuurlijk!), Wagner en Čiurlionis. Operadiva
Violeta Urmana wordt daarvoor door het
Lithuanian National Symphony Orchestra bijgestaan. Dirigent
Modestas Pitrenas zal zich daarbij waarschijnlijk gedienstig opstellen jegens de onvolprezen sopraan, gezien hijzelf niet tot de grootste visionairen van deze tijd behoort. Het slot concert is in vergelijking in boeiender handen: of
Jérémie Rhorer Mozarts requiem fris zal kunnen doen klinken, lijkt al bij voorbaat positief beantwoord te moeten worden gezien hij elders in de wereld al succesvolle kritieken oogstte. Meer charisma dan overzicht vereist het vijfde vioolconcerto en de ouverture tot ‘Don Giovanni’: stukken waarin
Le Cercle de l’Harmonie haar zin voor balans en nauwgezette contact met de dirigent dient te bewijzen – wat uiteraard jegens de solisten in het Mozartrequiem evenzeer van primordiaal belang zal zijn.
Patricia Kopatchinskaja (foto: Marco Borggreve)
Steeds meer zet het KlaraFestival ook in op nevenactiviteiten. Tal van lezingen diepen het repertoire verder uit: een dankbare gelegenheid voor de liefhebbers om eventueel in dialoog te gaan met een aantal van hun geprefereerde Klarastemmen. Het Quartet-Lab, met
Pieter Wispelwey op cello en
Patricia Kopatchinskaja op viool, laat gereputeerde solisten los op kamermuziek: een avond die erop of eronder zal zitten. Daarnaast blijken de middagconcerten eveneens steeds interessanter: blokfluitconsort
B-Five plaatst Dowland naast een suite van Zwitser Carl Rütti – een mogelijkheid om te horen hoe het instrument uit zijn archaïsche context wordt gerukt door vijf extraordinaire musici. Jan Michiels, Inge Spinette, Quatuor Malibran, Skip Sempé en zijn Capriccio Stravagante, Matthew Wadsworth en Carolyn Sampson, Il Solisti del Vento, het kamerensemble van De Munt en het Brussels Philharmonic met haar chef Michel Tabachnik: samen zijn ze goed voor een opsomming die doet duizelen. De KlaraFestival Pass, die aftikt net onder de honderd euro, geeft aan dat zoveel fantastische concerten niet eens een duizelingwekkend bedrag moet kosten. Het wordt hoe langer hoe duidelijk: de melomaan plant zijn verlof steevast begin september, om niets van dit immer in naam en faam groeiende festival te moeten missen.
Meer over KlaraFestival 2013
Verder bij Kwadratuur
Interessante links