Of de dertigste editie van Jazz Middelheim iets heeft van terugblikken? Een beetje wel, maar een terugkeer van muzikanten is voor een festival met zo’n rijke traditie niet verwonderlijk, noch problematisch.
Een goedkope greatest hits compilatie is het in elk geval niet geworden. Akkoord: Toots Thielemans staat er opnieuw, het Brussels Jazz Orchestra en Bert Joris zakken bijna even traditiegetrouw af en ook Randy Weston en Charlie Haden zijn terug van nooit echt weg geweest. Toch heeft het programma genoeg frisse nieuwe dingen te bieden. Al was het maar omdat het gaat om muzikanten die improviseren, evolueren en niet hun grootste hits komen afhaspelen alvorens in de limo terug naar hun hotel te karren.
Vrijdag: eigen teelt
Een van de grote, zij het ongeschreven regels van het programmeren is dat een dag best niet begint met een klapper. De kans bestaat dat de volgende acts niet over de opener geraken en het programma “uitdooft”. Of het zo’n vaart loopt, is nog af te wachten, maar het gevaar is op de openingsdag van Jazz Middelheim reëel en vooral te wijten aan de groep die het festival in gang trapt.
Misschien nog het minst voor het Brussels Jazz Orchestra en Bert Joris, twee vaste klanten van het festival, die een reputatie meedragen die ondertussen veel verder dan de landgrenzen reikt. Hun liaison werd voor het eerst cd-gewijs bekrachtigd in 2002 met ‘The Music of Bert Joris’. Vorig jaar verscheen een opvolger ‘Signs and Signatures’, opnieuw exclusief met muziek van Joris zelf. Die mag zonder blozen of vals chauvinisme bij het meest aantrekkelijke uit het bigbandrepertoire gerekend worden, dankzij Joris’ direct aansprekende melodielijnen die zijn stukken toegankelijk maken en muzikaal interessant houden.
Met het concert van het Toots Thielemans Quartet krijgt de eerste dag de klassieke afsluiter met de peter van het festival. Dit jaar wordt de 89-jarige mondharmonicaspeler bijgestaan door zijn vaste muzikale steun en toeverlaat Kenny Werner op piano, de bekende percussionist Airto Moreira (Wayne Shorter, Weather Report, Return to Forever) en gitarist Oscar Castro-Neves (Stan Getz).
Zaterdag: de terugkeer van John Zorn
Wie er bij was op zondag 15 augustus 1999 vergeet het nooit meer, al was het maar omdat zijn of haar enthousiaste reactie vereeuwigd werd op een cd. Het concert dat saxofonist John Zorn met zijn vijf jaar eerder opgerichte Masada kwartet speelde behoort tot de grote momenten van de afgelopen 29 edities van het festival: joodse melodieën, vrije improvisatie en hardgekookte swing die elkaar afwisselden met het knipperen van de ogen.
Ongeveer tien jaar na de start van de Masada-saga begon Zorn aan een nieuw repertoire te werken voor de immer uitdijende Masada-familie: ‘Book of Angels’. Driehonderd nieuwe stukken die gespeeld en opgenomen werden en gaan worden door Zorns eigen bands, maar ook door Medeski, Martin & Wood, Secret Chiefs 3, Marc Ribot, Jamie Saft, Mark Feldman en Sylvie Courvoisier.
Voor het tweede concert verschijnt Zorn min of meer zelf op het podium, als leider van Bar Kokhba, het kamermuzieksextet van de Masada-familie met Marc Ribot (gitaar) Mark Feldman (viool), Erik Friedlander (cello), Greg Cohen (bas), Joey Baron (drums) en Cyro Baptista (percussie). Van hen verscheen het tiende deel in de cd-reeks, ‘Lucifer’, waarop de elegantie en de lyrische kwaliteiten van Zorns muziek vrij spel krijgen, soms ronduit sprookjesachtig, maar steeds hyperverfijnd.
Zondag: pieken en dalen
Het profiel van de derde dag van Jazz Middelheim heeft nog het meeste weg van een “valse” bergrit in de tour: met een col buiten categorie, gevolgd door een afdaling en een vlakke aankomst die alle dramatiek uit de wedstrijd zal halen.
Openen gebeurt door het pedagogisch project van het festival in samenwerking met de Artesis Hogeschool. Enkele studenten en oud-studenten formeren zich tot The Pocket Jazz Orchestra met daarin ondermeer Erik Bogaerts (Bender Banjax), Alban Sarens (Sir Yes Sir) en Vincent Brijs (BRZZVLL). Ze zullen gedurende enkele dagen gecoacht worden door Dave Douglas, de meest toonaangevende trompettist van zijn generatie die zowel als componist en improvisator (John Zorns Masada, maar ook eigen bands als zijn kwintet, Keystone en Brass Ecstacy) nog voor zijn veertigste een plaats in de jazzgeschiedenis verworven had.
Voor en na Toussaint en Ribot staan Lady Linn & Her Magnificent Seven en Jamie Cullum geprogrammeerd: twee acts die op hun recentste platen zo expliciet de kaart van de mainstream pop trekken dat in alle ernst de vraag gesteld kan worden wat ze muzikaal te zoeken hebben op Jazz Middelheim.
Maandag: eenzame solist vs. grote ensembles
Op de slotdag van het festival zijn de pianisten aan zet, weliswaar in erg uiteenlopende settings. De Cubaan Omar Sosa speelt een soloconcert. Hij wordt vooral geassocieerd met Afro-Cubaanse jazz, maar laat op zijn laatste solo-cd ‘Calma’ een wel erg meditatieve kant van zijn persoonlijkheid horen: kabbelende melodieën, piano gecombineerd met streepjes Rhodes en hier en daar een vleugje elektronica.
Van een heel ander kaliber is het Fred Van Hove Ochgot Octet. De Antwerpse pianist Fred Van Hove behoort tot de voorvechters van de Europese vrije improvisatie en staat met zijn 74 jaar nog steeds scherp, zoals onlangs nog te horen was tijdens twee concerten van een nieuw kwartet. Voor Jazz Middelheim stelde hij een all-star octet samen dat verschillende generaties overspant. Met saxofonisten Peter Brötzmann, Evan Parker, André Goudbeek en percussionist Ivo Vander Borght brengt hij muzikanten mee die met hem tot de pioniers van de Europese geïmproviseerde muziek behoren. Iets jonger zijn rietblazer Ken Vandermark en trompettist Bart Maris, terwijl vibrafoniste Els Vandewijer behoort tot de nieuwste lichting.
Dit jaar brengt hij in Park den Brandt met zijn African Rhythms een eerbetoon aan James Reese Europe, een zwarte Amerikaan die naam maakte als bandleider en componist en op het einde van de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk optrad voor de geallieerde troepen. Weston weet zich daarvoor gesteund door onder andere zijn vaste ritmetandem van bassist Alex Blake en percussionist Neil Clarke, trombonist Frank Lacy en tubaspeler Howard Johnson.
Het slotconcert is voor het Liberation Music Orchestra van bassist Charlie Haden, twee jaar geleden nog op het programma in duo met pianist Kenny Barron. Nu verschijnt hij in een grotere bezetting waarmee hij in 1987 al in Antwerpen te gast was, die ook zijn politieke uitlaatklep is.
Van de originele line-up van het Liberation Music Orchestra schiet anno 2011 uiteraard weinig over: geen Don Cherry, Andrew Cyrille, Paul Motion of Dewey Redman meer. Wel een bezetting die grotendeels overeenstemt met die van ‘Not in Our Name’, met onder andere saxofonist Tony Malaby, drummer Matt Wilson, Curtis Fowlkes op trombone en uiteraard pianiste Carla Bley op piano, samen met Haden de enige overblijver van de bezetting van 1968.
Na de reguliere concerten in Park den Brandt kunnen luisteraars die nog niet naar huis willen terecht in het Grand Café van deSingel voor jamsessies met Michiel Braams Wurli Trio (vrijdag en zaterdag) en Jozef Dumoulin met het Ben Sluijs Trio (zondag). Artiesten die eigenlijk een plaats op de festivalaffiche waard zijn.