Van 4 tot en met 7 oktober heeft de zesde editie plaats van Jazz Brugge, met straatlengten voorsprong het boeiendste jazzfestival van België.
In tegenstelling tot de grotere collega’s zweert Jazz Brugge bij Europese jazz en dat van bij het ontstaan van het tweejaarlijkse festival, tien jaar geleden. Zo mist het de grote namen, maar in plaats daarvan krijgt het publiek op vier dagen tijd negentien concerten (in het Concertgebouw en het Sint-Janshospitaal) van vaak minder bekende, maar daarom niet minder boeiende artiesten. Deze radicale keuze belet bovendien niet dat het festival generaties, landen en culturen overbrugt. Misschien zelfs meer dan ooit, want het programma voor 2012 oogt sterker dan bij eender welke eerdere editie.
Tea for two
Typerend voor de eerste concerten van elke festivaldag zijn de kleinere bezettingen met vooral enkele opvallende duo’s. Vooral de Zwitserse delegatie springt in het oog. Irène Schweizer, de grande dame van de Europese geïmproviseerde muziek kiest de ruim 32 jaar jongere saxofonist Jürg Wickihalder als tegenspeler. Van het tweetal bestaan nog geen opnames, maar de samenwerking in het kader van Wickihalders European Quartet, te beluisteren op het schitterende album ‘Jump’ (verschenen op Wickihalders en Schweizers thuishaven Intakt) laat het beste vermoeden.
Meer muzikale een-tweetjes zijn er tussen de Britse saxofonist en nog steeds brandend relevante improv-veteraan Evan Parker en de Belgische saxofonist en beeldend kunstenaar Peter Jacquemyn van wie ook werk te zien zal zijn in het Sint-Janshospitaal. De Duitse pianist Hans Lüdemann vindt dan weer de Franse bassist Sébastien Boisseau, bekend van bij Mâäk, aan zijn zijde.
With a little help form my friends
Een tweede rode draad doorheen het programma van Jazz Brugge zijn de muzikanten die te leen gaan bij of verwijzen naar bekende collega’s. Drummer Aldo Romano eert met zijn Complete Communion to Don Cherry het repertoire van trompettist Don Cherry (met wie Romano nog samenspeelde) en saxofonist Ornette Coleman: twee namen die doorgaans meteen het label freejazz oproepen, maar die tevens verantwoordelijk waren voor enkele van de meest onwaarschijnlijk catchy stukken uit het moderne jazzrepertoire. Het is deze kant van de Amerikanen die Romano met zijn band belicht. Net als de Zwitserse duo’s verenigt dit project twee verschillende generaties musici met Romano en bassist Henri Texier (beiden vaste elementen in het trio van Louis Sclavis) als zeventiger- en zestiger versus de jonge garde dertigers van de lyrische saxofoniste Géradine Laurent en de demperenthousiaste trompettist Fabrizio Bosso.
Van veel vroeger dateert het materiaal dat Christophe Monniot ‘Vivaldi Universel’ inspireert. Met een ensemble van vijf saxofonisten, drums, piano en Michel Massot op tuba en euphonium stoeit Monniot met de overbekende ‘Vier Seizoenen’ van Vivaldi. Speels, ironisch, maar bloedmooi en uiterst inventief combineert hij vrije improvisatie, swing en strak uitgeschreven, maar koppig bewerkte fragmenten Vivaldi tot een maalstroom die dit concert tot een van de potentiële hoogtepunten van Jazz Brugge maakt.
Ook verzot op de barok is Monniots landgenoot Michel Godard die met een eveneens markant samengesteld ensemble (serpent, theorbe, schalmei, saxofoon en zang) stukken van Monteverdi afwisselt met eigen composities en improvisaties, zonder dat de lyrische kwaliteit of de muzikale cohesie ergens gebroken worden: minder avontuurlijk dan Monniot, maar met een integriteit en finesse die zelfs barokfanatici moet kunnen overtuigen.
Een speciaal geval is het multimediale project A la Vie la Mort van het Collective Arfi. Een kwartet van sax, trompet, contrabas en draailier zal daarvoor improviseren bij projecties van uitvergrote delen van het schilderij ‘Triomf van de Dood’ van Pieter Bruegel de Oude, waarmee Jazz Brugge niet alleen bruggen slaat naar het muzikale verleden, maar ook naar de beeldende kunsten.
Ontmoetingen
Met de expliciete verwijzingen naar andere muzikanten of stijlen is de genreoverschrijdende muziek van Jazz Brugge niet opgebruikt. Ook enkele opvallende samenwerkingen kleuren de affiche, zoals die tussen de Amerikaanse, maar in Nederland wonende zangeres Claron McFadden en het Artvark Saxophone Quartet. Voor McFadden hebben schotten en grenzen sowieso al weinig belang, gelet op haar actieradius die zich uitstrekt van Kris Defoort en Thomas Adès tot het repertoire van Bach en Händel met dirigenten als René Jacobs en William Christie.
Meer traditionele klanken zijn er te horen op het slotconcert van het festival, hoewel ook hier de traditie niet zomaar haar werk kan doen. Free Flamenco, het Spaans-Frans-Bulgaars kwartet met bassist Renaud-Garcia-Fons mag dan zoals de naam aangeeft stevig op flamenco georiënteerd zijn, voor de klassieke gitaar is in de bezetting van kaval, bas, piano en drums geen plaats.
W.E.R.F.
Wie het overblijvende deel van de affiche als de “rest” betitelt, blijft met een residu zitten dat menig ander binnen- en buitenlands festival het schaamrood op de wangen speelt. Zo is zeker de passage van Carlos Bica + Matéria Prima een aanrader. Thuis op het Clean Feed label grossiert dit ensemble onder aanvoering van de Portugese bassist Carlos Bica in de geest van Ry Cooder en Marc Ribot in een mengeling van rootsrock, psychedelica, latin, cinematografische nostalgie en jazz: publieksvriendelijk zonder flauw te worden.
Onuitgegeven op cd is dan weer Enrico Pieranunzi’s New European Trio. De Italiaanse pianist Pieranunzi zoekt het traditiegetrouw in de kleine nuances en details en doet dat op Jazz Brugge in het gezelschap van de Nederlandse ritmetandem gevormd door Jasper Somsen en Pieter Bast.
In Vlaanderen onterecht veel minder belicht is het Manuel Hermia Trio. Als er iemand de titel Belgische Coltrane waardig is, dan is het Hermia wel die zijn muziek laat weken in Indische klanken en zijn liefde het impressionisme niet onder banken steekt. In zijn trio zijn ook bassist Manolo Cabras en drummer João Lobo te horen: musici die op zich al een concertbezoek meer dan waard zijn.
Op vrijdag en zaterdag wordt de festivaldag telkens afgesloten met een late night concert, waarvoor Jazz Brugge de iets meer dansbare toer opgaat. Het Belgische trio Root (met muzikanten uit de entourages van Arno en Arsenal) krijgt daarvoor vrijdag versterking van rapper Uman en DJ Grazzhoppa. Deze laatste is ook te horen in Electric Barbarian, de Belgisch-Nederlandse elektro-akoetsische band onder aanvoering van bassist Floris Vermeulen die zaterdag het publiek uitgeleide doet. In tienkoppige bezetting (met ook DJ Lamont, altvioliste Mary Oliver (uit de ICP), cellist Lode Vercampt en trompettist Bart Maris) duikt de groep in het repertoire van de Amerikaanse schrijver Langston Hughes, een project dat vorig jaar in Vooruit al een goede indruk naliet. Afwachten wat het in de overdadige weelde van Jazz Brugge kan betekenen.
In de marge van het festival zijn er ook dj-sets, een vinylbeurs en een educatieve dag met workshops, een masterclass en een afsluitende jamsessie voorzien. Alle informatie over de concerten en de randactiviteiten zijn te vinden op de website van Jazz Brugge.