Het leek bij aanvang een kamikazeonderneming: een tweejaarlijks jazzfestival dat afziet van de Amerikaanse prijsbeesten en zich helemaal richt op de Europese jazz. Toch is Jazz Brugge dit jaar aan haar vijfde editie toe.
Dat Jazz Brugge de muzikanten relatief dicht bij huis gaat zoeken (hoewel er ook enkele muzikanten uit de VS en Argentinië met hun Europese collega’s komen meespelen) betekent niet dat het programma doordeweeks te noemen is. Integendeel: vreemd genoeg is het uitgerekend dit festival dat muzikanten laat horen die veel te zelden in Belgische streken te horen zijn.
Pianisten
Meer dan eens hebben de pianisten het mooie weer gemaakt op Jazz Brugge: solo of in kleine formaties. De kans dat deze traditie in 2010 bestendigd wordt is erg groot, dankzij de passage van de onvoorspelbare en weerbarstige Nederlander Michiel Braam (op de eerste editie van Jazz Brugge te gast met zijn Bik Bent Braam) en de Brit Keith Tippett. Beide pianisten hebben een zwak voor grote bezettingen, maar spelen ook solo en het is in deze gedaante dat ze in Brugge te horen zijn. Vooral de passage van Tippett is een uitgelezen kans om dit icoon van de Britse geïmproviseerde muziek aan het werk te horen. Hij heeft de gewoonte om een concert aan te vangen zonder vooropgezet plan, waardoor alles afhangt van het moment en de kleinste details en de muziek bijgevolg alle kanten kan opgaan: van vrije clusterwolken tot rigoureus gestructureerde vormen.
Met het duo Ben Sluijs/Erik Vermeulen laat Jazz Brugge horen dat avontuurlijke muziek niet alleen gezocht moet worden over grens. Vermeulen en Sluijs zijn immers van de meest eigenzinnige jazzmuzikanten die België rijk is. In hun eigen ensembles (Vermeulen is o.a. pianist in Sluijs’ Unplayables) nemen ze nooit de gemakkelijkste weg, waardoor ze melodisch en harmonisch geregeld in vaarwater terecht komen waar de meeste van hun collega’s zich liever niet wagen. Het optreden op Jazz Brugge is meteen de voorstelling van hun tweede duoalbum ‘Parity’.
Family values
Even opmerkelijk als de boeiende pianisten, zijn de groepen die het zonder klavier stellen. Met zeven acts zijn ze opvallend ruim vertegenwoordigd. Opvallende verschijningen daarbij zijn het Viktor Tóth Trio (met drummer Hamid Drake) en het Grencsó Realtime Collective (met twee bassisten), beiden uit Hongarije. Het meest doorwrocht en gaafst klinken echter Rolf Kühn & Tri-O: een soepel en wandbaar kwartet dat speelt met de finesse van een kamermuziekensemble, niet in het minst door de klarinet van Rolf Kühn. Met een actieradius die zich uitstrekt van het Benny Goodman Orchestra tot Ornette Coleman draagt deze 77-jarige muzikant een hele jazzgeschiedenis met zich mee, die hij hier combineert met bassist Johannes Fink, gitarist Ronny Graupe en drummer Christian Lillinger die een opvallend vrije rol krijgt in het geheel.
Net als Joachim Kühn, een van de bekendste exponenten van de Europese jazz, zijn ook de Britse saxofonist Courtney Pine en Enrico Rava Quintet acts die de functie van headliner kunnen vervullen. Het broze, melodische en lyrische trompetgeluid van Rava (met zijn kwartet reeds te horen op de eerste editie van Jazz Brugge) is ondertussen genoegzaam bekend en contrasteert aardig met dat van het multicultureel kwintet waarmee Pine komt. In het verleden al niet vies van wat kruisbestuivingen (reggae en hiphop met jazz) stuurt hij zijn muziek op zijn laatste album ‘Transition in Tradition’ de Caraïbische, poppy richting uit die (voor sommige bezoekers waarschijnlijk iets te) lichtvoetig klinkt.
Laarsmuziek
Biondini/Girotto, het duo van de Italiaanse accordeonist Luciano Biondini en de Argentijnse saxofonist Javier Girotto laat zich hoofdzakelijk inspireren door tango, maar valt vooral op door een erg homogeen en vooral bijzonder vol geluid. Veel soberder klinkt het Macedonisch-Italiaanse trio The Skopje Connection. De opmerkelijke bezetting van trompet, gitaar en hoorn resulteert hier in een dromerig en zoet walsend geluid dat klinkt als het Europese antwoord op het Amerikaanse Tin Hat.
Toegankelijke complexiteit
Tussen al de verfijning en soms erg intieme bezettingen duiken sporadisch grotere ensembles op. Zo is het Brussels Jazz Orchestra te horen met Bert Joris voor de voorstelling van de cd ‘Signs and Signatures’ en presenteert de Poolse, maar ook in België opgeleide saxofonist Cezariusz Gadzina (ex-Blindman) Saxafabra: een Pools-Belgisch tentet met ondermeer Luc Mishalle, Véronique Delmelle, Michel Massot (Rêve d’Eléphant, Trio Grande), Piet Verbist en Jo Zander (Lokomotiv).
De twee opmerkelijkste optredens van grotere afmetingen komen uit Nederland en Frankrijk. Met de De Bankroet Jazz van trompettist-bassist Wouter van Bemmel krijgt Jazz Brugge een multimediale injectie. Van Bemmel schreef muziek voor een film van Leo van Maaren en Frank Herrebout die helemaal opgebouwd werd uit oude filmfragmenten en gebaseerd is op een scenario van Paul van Ostaijen uit 1921. Hierin wordt Europa naar het bankroet gedreven door een dadaïstische jazzrevolutie, wat zich vertaalt in een visuele combinatie van decadente dansfragmenten en oorlogsbeelden. De muziek slingert daarbij heen en weer tussen jazz, variété en chaotische collectieve improvisaties.
Tussen en na de concerten van Jazz Brugge door is er ook een vinylbeurs, worden er kleinere optredens voorzien van de jazzafdelingen van de muziek- of kunstacademies van Roeselare, Oostende en Knokke-Heist en vinden er jamsessies plaats. De muzikanten van het Brussels Jazz Orchestra begeleiden een educatieve dag, met een bijbehorend slotmoment op zaterdag 2 oktober.