Op 30 september speelt het Britse ensemble Icebreaker, samen met BJ Cole een live-versie van Brian Eno’s album ‘Apollo’, een klassieker uit het ambient repertoire.
Iedereen heeft wel een redden om Brian Eno te kennen of zijn werk te waarderen. Is het niet zijn korte betrokkenheid bij Roxy Music, dan misschien zijn werk voor of met U2, David Byrne, Coldplay, John Cale en David Bowie (‘Berlin Trilogy’). Zijn grootste muzikale invloed oefent Eno echter uit als pionier van de ambient, muziek die de ervaring die de luisteraar van de omgeving heeft, wil manipuleren, waardoor diezelfde luisteraar als het ware in een andere omgeving terecht komt. Vanaf het midden van de jaren ’70 werkte Eno met deze ambitie, wat resulteerde in een reeks albums waarvan ‘Ambient 1: Music for Airports’ uit 1978 waarschijnlijk het bekendste is.
Toen hij jaren later van Al Reiner de vraag kreeg om ‘For All Mankind’ van muziek te voorzien – een nieuwe documentaire die uitsluitend gebruik maakte van NASA-beelden en als tekst alleen communicatie en bespiegeling van de betrokken astronauten had – hapte Eno toe. Het album ‘Apollo – Atmospheres & Soundtracks’ zou echter in 1983 in eerste instantie verschijnen zonder de bijbehorende beelden. De reacties van een testpubliek op de montage van Reiner waren immers niet enthousiast en pas in 1989 werd een aangepaste versie van de film in omloop gebracht met een deels gewijzigde soundtrack. Van de originele twaalf tracks (allen te horen op de cd ‘Apollo’) werden er zeven bewaard, aangevuld met acht nieuwe nummers, eveneens van Eno’s hand.
Voor ‘Apollo’ (waarvan de muziek ook opduikt in andere films, zoals ‘Trainspotting’) werkte Brian Eno samen met zijn broer Roger en gitarist en componist Daniel Lanois. Hoewel de tracks gemaakt werden om bij één en dezelfde documentaire gebruikt te worden, variëren ze gevoelig. Naast enkele typische, breed zwevende tracks waar iets als een melodie hoogstens in vage contouren te horen is, is een nummer als ‘An Ending’ haast integraal opgetrokken uit een breed en gestaag doorlopend thema. Daarnaast zorgt de inbreng van Lanois voor enkele opmerkelijke rootsaccenten in ‘Silver Morning’, de trage countrywals ‘Weightless’ en het bijna easy tune-achtige ‘Deep Blue Day’ dat gezegend is met een “foute” orgelklank.
Voor het arrangement koos Eno zelf voor de uit Zuid-Korea afkomstige, maar in Engeland werkende componist Jun Lee (Kayip). Om de opname van ‘Apollo’ live te realiseren moesten Lee en de uitvoerende muzikanten vrij met Eno’s muziek omspringen. Voor de studiotechnische aspecten als de fade outs en de klankmanipulatie (reverb en het achterwaarts spelen van geluiden) moesten creatieve oplossingen gevonden worden. Gelet op de filmpjes die op het internet circuleren (en die te horen en te zien zijn op de website van het ensemble) zijn de muzikanten daar ook in geslaagd. Meer zelfs: de geluidstechnisch versterkte combinatie van fluiten, gitaren, viool, cello, keyboards, percussie, sax, klarinet en accordeon en het loepzuivere en accurate spel van de instrumentalisten, zorgen voor een helderheid en rijkdom die nog verder gaat dan die van de originele opname.
De essentiële rol van Lanois’ gitaar in de originele opname wordt op het podium waargenomen door pedal steel gitarist BJ Cole die in het verleden reeds te horen was bij Scott Walker, Beck, Björk, Sting, David Sylvian en Depeche Mode.
Het feit dat Eno’s muziek in eerste instantie bedoeld was als soundtrack wordt tijdens de uitvoering door Icebreaker gerespecteerd. Het werk van Lee en de muzikanten wordt immers gespeeld bij beelden, genomen uit de originele montage van Al Reiner, waardoor Icebreakers ‘Apollo’ een echt multimediaal project wordt, zonder dat de muziek daarom direct tot de huismeid van het beeld gedegradeerd wordt.