Nog niet zo heel lang geleden was het de drummers enige taak de maat en het ritme strak houden in een ensemble. Op donderdag 6 februari geeft Les Ateliers Claus een podium aan drie individuen die met hun werk aantonen dat de wereld van drums en percussie nog heel wat meer is dan timekeeping.
Jason Van Gulick (foto: Mariano Regidor)
Het is dan ook een eigenaardige en weinig op conventies gebaseerde taal die musici als Jason Van Gulick via hun instrumenten communiceren. Zo legt deze Brusselaar in zijn soloprojecten een klemtoon op geluidsmanipulaties in real time. Via elektronische hulpmiddelen wijzigt, verrijkt en accentueert hij de klanken die met zijn drum- of paukenset opwekt, wat van het drummen an sich slechts een eerste stap maakt in de totstandkoming van de muziek. Dat zogenaamde processing resulteert niet altijd in de typische geluiden die men met drums en bekkens associeert. Het zijn eerder schimmige klanken en dynamische structuren of soundscapes op maat van de ruimte waarin ze worden gecreëerd.
Lê Quan Ninh (foto: Daniel Theunynck)
Ninh heeft in deze samenwerking vooral een adviserende rol, gezien zijn jarenlange ervaring in talloze hedendaagse muziekensembles en experimentele of multidisciplinaire projecten met dans- of theatergezelschappen. In Les Ateliers Claus zal hij echter in duo optreden met Van Gulick. In de aanloop naar hun performance op 6 februari, zullen de twee daarom een week lang resideren in het Brusselse concerthuis, een praktijk die de organisatie wel vaker toepast.
Eli Keszler (foto: Ashley Paul)
Keszler is daarnaast ook componist, maar zijn werken blijken al even moeilijk te catalogeren als de rest van zijn activiteiten. Composities zoals te horen op het indrukwekkende ‘Oxtirn’ (in 2010 verschenen op het legendarische freejazzlabel ESP-Disk’) lijken vooral chaotische improvisaties met willekeurig materiaal en eigenaardige instrumenten. Het gaat hier echter om uitvoeringen gebaseerd op grafische partituren met instrumenten en tuigen die meticuleus werden geprepareerd. Zo werkt Keszler met motoren, contactmicrofoons en allerhande omgebouwde instrumenten, die hij weliswaar combineert met een traditioneel instrumentarium zoals klarinet, trompet, hoorn of tuba. Het resultaat is steevast desoriënterend en een heuse eye opener, zelfs voor diegenen die denken dat ze alles al hebben gezien.