Melomanen, gib Acht! Ivan Fischer komt terug naar België en dat met twee fenomenale muzikale bouwwerken. Bachs auditieve schildering en Bruckners monumentale vormen kwamen beide voort uit hun grote devotie. Ingenieus van architectuur bieden ze dan ook in de eerste plaats een enorme warmte en ontroering. Het Budapest Festival Orchestra is overigens het ideale orkest om deze emoties over te brengen.
Behorend tot de allergrootste dirigenten van het moment, komt Ivan Fischer niet altijd genoeg eer toe. Als leerling van Hans Swarowski, met Abbado, Jansons, Mehta en andere grote namen als medeleerlingen, kreeg hij van begin af aan een enorme zin voor analyse mee. Het doorzicht in de partituur combineert hij met een grote stijlgevoeligheid, waarvan bijvoorbeeld zijn schitterende Beethoven-opnames getuigen. Dat het hem ook van pas komt in uitvoeringen van Mahlers muziek, bewees hij al door tal van prijzen in de wacht te slepen voor cd's met diens symfonieën. In de communicatie met zijn orkest ontpopt Fischer zich overigens niet als de autoritaire maestro, maar veeleer is hij heel bescheiden en dankbaar in de communicatie met zijn orkest. Zijn onvoorwaardelijke dienstbaarheid ten aanzien van de muziek past goed bij de componisten die hij in het Concertgebouw Brugge zal vertolken: Bach en Bruckner. Diegenen die Fischer een tweede keer aan het werk willen zien op kort tijdsbestek kunnen in de Singel in Antwerpen terecht voor een meer eclectisch programma rond Rimsky-Korsakov, Lalo en Brahms.
Bruckners zevende symfonie is allicht zijn meest volmaakte. Niet toevallig werd deze later door Schönberg gearrangeerd in een versie voor kamerensemble. De symfonie heeft niet de overmatige herhalingen en het programmatische van de vierde, niet het complexe contrapunt van de vijfde, noch de enorme proportie van de achtste. Onnodig uit te wijden over het bekende 'Scherzo', maar het zijn vooral het beklijvende 'Adagio' en de hoekdelen die de ziel van de luisteraar beroeren.
Dat deze muziek in continuüm met Bach kan klinken is een uniek concept waarvoor Fischer de ideale man is, geïnformeerd als hij is en chef van een van de meest flexibele toporkesten ter wereld. Sinds kort kan het terug, grote symfonische orkesten die Bach in de grote zalen brengen. Riccardo Chailly zette de trend met zijn Gewandhausorchester Leipzig en het is niet verwonderlijk dat Fischer zich er nu aan waagt. De reeks topzangers onder zijn baton zijn onversneden Bachvertolkers, die de uitvoering van de cantate 'Herr, gehe nicht ins Gericht mit deinem Knecht' naar een hoger niveau zullen tillen.