Een kleine halve eeuw nadat het Westvlaamse Ieper onder vuur werd genomen door Duitse artillerie, besloten enkele ondernemende jongeren uit de zogenaamde H8000 scene een hardcorefestivalletje uit de grond te stampen. Nooit hadden initiatiefnemers Republyk Vort’n Vis of Genet Records kunnen vermoeden dat twintig jaar na oprichting hun Ieperfest een internationaal mekka zou worden voor hardcore en aanverwante muziekstijlen, een wereldwijd begrip dat meer dan 10.000 bezoekers van heinde en ver lokt en verleidt.
Meer nog, Ieperfest mag zich het langst levend underground openluchtfestival van Europa noemen en streeft ook al jaren een titel als meest groen muziekevenement van Vlaanderen na (niet enkel omdat veel punkers en straight edgers uitsluitend veganistisch eten vragen) en heeft al twee Green Event Awards op zijn schoorsteenmantel staan.
Maar vooral niet te vergeten … Ieperfest is het meest wilde, ruige en stevige festival met internationaal karakter dat West Europa te bieden heeft. Er bestaat geen hardcorelegende die er niet gespeeld heeft (vergane oerbands als Black Flag even buiten beschouwing gelaten). Voor hun twintigste verjaardag hebben de organisatoren hun contacten even extra gepaaid, wat resulteert in een knallende driedaagse met enkele waanzinnige toppers, maar ook met beloftevol talent uit eigen bodem. Enkele kleppers in alfabatische volgorde:
Spreek maar over legendarisch: het kwartet 7 Seconds stamt af uit de begindagen van de Californische punkscene uit de jaren ’80 en heeft -naast grootheden als Adolescents, Agent Orange of Circle Jerks- het pad voor de moderne hardcore vereffend. Hun voornaamste doel is het positieve karakter belichten van het vrij agressieve muziekgenre waarin ze zich bewegen, wat ze nogal sterk associeert met de straight edge beweging (waar 7 Seconds zich niet graag mee vereenzelvigt). Zo heeft de band zich in drie decennia ook eventjes laten bewegen door punkrock en zelfs gitaarpop. Maar dat is inmiddels alweer verleden tijd. Frontman Kevin Seconds en broer / bassist Steve Youth hebben al zeven jaar niet meer gedacht aan een studioplaat, maar de band bewees twee jaar geleden op Ieperfest toch het beste en meest energieke uit hun vijftien albums te kunnen puren. Klassieke, onversneden speedpunk voor hanenkammen met snel aangetrokken gitaren en meezing- (brul)refreinen paaien wie op zoek gaat naar de roots van hardcore.
7 Seconds
De brutal death-metalband Aborted valt wegens hun genre op het eerste gezicht een beetje uit de boot op dit hardcore festival. Toch is de link tussen de energieke frontman Sven de Caluwé en de ‘H8000 scene’ snel gelegd. Dit oorspronkelijk Belgische combo hult zich in furieuze blastbeats en melodieuze maar agressieve gitaarriffs terwijl de zanger zweeft tussen gutturale pigsqueals, diepe grunts en meer verstaanbare screams. Na twee minder succesvolle albums sloeg de groep begin dit jaar terug met ‘Global Flatline’. Eindelijk greep Aborted - na verschillende line-up veranderingen - terug naar brute klassiekers zoals ‘Goremageddon: The Saw and the Carnage Done’ en ‘The Archaic Abattoir’. De plaat is gedrenkt in razendsnelle solo’s en onnavolgbaar maar toch o zo precies drumgeweld, gebracht door kersvers bandlid Ken Bedene. De meedogenloze, gevarieerde vocalen klonken nog nooit zo goed en topnummers zoals het hergebruikte ‘Coronary Reconstruction’ en ‘The Origin of Disease’ (voorzien van een heerlijke breakdown) laten weinig aan de verbeelding over. De toekomst van deze muzikale helden ziet er alvast rooskleurig uit.
Wie het over de vaandeldragers van de New York hardcore scene heeft, kan niet naast een naam als Agnostic Front. Het enkele jaren geleden heruitgegeven ‘Victim in Pain’ uit 1984 is zowat de bijbel voor hardcorefans: een woeste aanklacht tegen zowel binnenlandse als buitenlandse politieke oorlogvoering, een stuk puur punkgeweld met stevige metalriffs en korte, gebalde songs. Inmiddels is het combo rond woest fantoom en gitarist Vinnie Stigma aan tien studioalbums en drie liveplaten toe, maar kan het vooral teren op een livereputatie waarbij publiek en zaal met de grond gelijkgemaakt worden. Laatste wapenfeit ‘My Life My Way’ biedt meer van hetzelfde en gaat voor een optimaal geluidsterreur van punk, thrash en – in mindere mate - metalcore waarbij dat ander lid van het eerste uur, volgetatoeëerdfrontman Roger Miret, met overdonderende stem teruggrijpt naar de begintijden, meer dan een kwarteeuw geleden. Unite, respect, self pride.
Er is progressie en er is halsstarrig vasthouden aan de blauwdruk. Bij de Britse tankdivisie Bolt Thrower geldt dat laatste als een gouden regel. Hun lompe en groovende death metal is onveranderd gebleven sinds dag één, evenals hun fascinatie voor oorlogsgerichte onderwerpen. Nochtans mag men niet beweren als zouden de heren en dame niet gegroeid zijn als muzikanten, want hun laatste wapenfeit 'For Those Once Loyal' injecteerde een grotere dosis melodie in de slachtpartijen met als resultaat dat de band meer dan ooit met scherp schoot. Een betere pletwals om de nekspieren op te vernielen, is moeilijk te vinden.
Bolt Thrower
Met Cattle Decapitation heeft Ieperfest één van de weinige death-metalbands te pakken die volledig in haar ideologie past. Hun teksten tegen dierenmishandeling en vleesconsumptie zorgden ervoor dat deze band altijd al geliefd is geweest in het hardcore wereldje. Met het onlangs verschenen ‘Monolith of Inhumanity’ leverden deze Amerikanen een ware death -metalparel af. Nummers zoals ‘Projectile Ovulation’, met gastbijdrage door Mike Majewski van slam death metalpioniers-Devourment, schuwen ook de grindcore niet en beuken als een pletwals. Vooral de vocalen van frontman (en vegetariër) Travis Ryan vallen op. De bovenmenselijke, ratelende stem heeft een paar luisterbeurten nodig om volop geapprecieerd te kunnen worden. De kille uithalen doen de haren rechtstaan terwijl de rochelende grunt voor een heerlijke adrenalinestoot zorgt. Hoe dit alles klinkt zonder de studioproductie, klinkt valt af te wachten.
Niet elke hardcoreliefhebber laat zich vangen door de sterk op punkrock en zelfs gitaarrock getinte muziek van het Californische Ignite. Maar als het op melodie en devote, meebrullende publiektoestanden aankomt, spant het kwintet allicht de kroon. Op de net uitgegeven live dvd, een weergave van de ‘Our Darkest Days’-tour in 2008, gaan handen van begin tot eind de lucht in, terwijl de meerstemmige powerpunk van de band een collectieve hoogte in klimt. Ignite mag als zachter broertje misschien wat minder teren op agressie, de standpunten van frontman Zoli Teglas zijn niet minder: als Sea Sheperd activist probeert hij steevast de menigte aan zijn kant te krijgen. De groep, die eerder spaarzaam is met platen maar voorturend on the road is, tournees, heeft net een reis met die andere melodieuze punkband, Pennywise achter de kiezen en waagt het nu om op enkele weken, quasi ononderbroken Europa plat te walsen. Met meer dan duizend shows op de cv, weten deze vijf heren inmiddels prima wat charisma betekent: het gaat om powerriffs, meebrulrefreinen en een hoog springgehalte en een predikantfrontman met zowat de meest warme, overtuigende zangstem in de sector.
Ignite
John McEntee van Incantation is een doorbijter: de gitarist is het enige overblijvende lid sinds dag een, maar hij heeft al jaren moeten opboksen tegen een muzikale wereld die niet altijd goed wist om te gaan met zijn occulte en tegendraadse death metal. Het gevolg is dat Incantation altijd zwaar ondergewaardeerd werd door de menigte, maar wel op veel respect kon rekenen van andere bands, die vaak met deze heren als voorbeeld hogere toppen scheerden. McEntee laat het allemaal niet aan zijn hart komen en blijft de mensheid verblijden met parels van diabolisch geïnspireerde technische en überzware doodsmetalen hymnes. Waar bij veel bands uit dezelfde stal het donkere imago overkomt als een gimmick, klinkt het bij Incantation effectief of de gehoornde zelve duikt van het podium om argeloze zielen mee te grissen. Een satanische mis voorzien van excellente en doordachte death metal? Precies wat de dokter beveelt.
Wie zijn eerste volledige langspeler ‘Can’t You Take a Joke’ titelt, bekent kleur. Het vijftal uit New Jersey rond de nogal lijvige, clowneske Chris Milnes en broertje John houdt niet van al te ernstige toestanden. Muziek is fun, hoewel het wel even anders wat wanneer ene Green Jellÿ uit New York in 1993 hun idee stal om een punksong over de drie biggetjes te schrijven en daar plots miljoenen mee verdiende. Wanneer het iets ernstigere album ‘Lemonade’ in hetzelfde jaar dan ook niet echt warm werd onthaald, doofde het Mucky Pup-vuur wat uit. Maar in 2010 besloten Milnes en co de draad opnieuw op te pikken en de wereld opnieuw te verblijden met hun humoristische songs waarin trash, rock en melodieuze hardcore vermengd worden en titels als ‘Hippies Hate Water’, ‘The Skinheads Broke My Walkman’ of ‘You Stink but I Love You’ de toon zetten. Het bezorgde hen twee jaar geleden ondermeer een wat verloren plekje op Graspop. Op een nieuwe plaat is het vooralsnog wachten, maar fans kunnen alvast likkebaarden bij de originele merchandising van Mucky Pup, die naar goede gewoonte een parodie vormt op de typografie en logo’s van andere, grote bestaande bands en merken.
Binnen de regionen van extreem metaal, kan men moeilijk om Pig Destroyer heen. Deze act beweegt zich al jaren op de scheidingslijnen tussen punk, hardcore, noise en grindcore en doet daar vervolgens iets eigenzinnigs mee dat altijd bijzonder agressief en rauw klinkt. Niet alleen dat, maar de band heeft dat ook altijd gedaan zonder bassist in de rangen. Die lage tonen worden hoegenaamd niet gemist en zouden an sich ook weinig toe voegen aan de nucleaire gitaarriffs van opperhoofd Scott Hull (tevens de man achter geflipt grindcore/noisecombo Agoraphobic Nosebleed). Met het album 'Terrifyer' mochten ze even proeven van iets meer bekendheid, maar in de ondergrondse is het nog altijd lekker toeven voor deze lawaaimakers.
Het Gentse Rise and Fall is, net als Ieperfest, uitgegroeid tot een begrip in het hardcorewereldje. Op vrijdag mogen ze in Ieper hun tiende verjaardag vieren, goed voor vier knalplaten waarvan het vorig jaar uitgebrachte ‘Faith’ op het Amerikaanse label Deathwish Inc. (van Converge-frontman Kurt Ballou) een kroon op het werk is. Als vaandeldragers in de H8000 hardcorescene weten ze inmiddels prima hoe er moet gebeukt worden: met dubbele speeddrums en gierende gitaren, schreeuwerige vocale uithalen en duidelijke tekstuele statements. Rise and Fall is steevast woest, houdt niet van muzikale franjes, onderdrukt de metalfactor en verkiest energie boven melodie. Gelukkig haalt het kwartet af en toe het moordend tempo omlaag, zoals elke goede, klassieke hardcoreband wel eens doet. Een optreden van Rise and Fall op eigen veld – tussen internationale uitwedstrijden door – is dus bij voorbaat een goede, gedegen thuismatch.
Wie aan hardcore denkt, komt automatisch bij dezelfde grote namen uit. Sick Of It All is daar een van. Na grofweg twintig jaar te hebben bestaan, heeft de band op geen enkel ogenblik zijn principes van eerlijke hardcore verloochend, en dat uit zich in onmetelijk respect van fans en medemuzikanten. Maar daar is ook nog het feit dat Sick Of It All zonder twijfel een van de sterkste en strakste live-acts binnen het terrein is en blijft. Terwijl zanger Lou Koller met verve zijn toegewijde zanglijnen uitschreeuwt, zal broerlief Pete wel zorgen dat de snedige en snelle gitaarriffs met scherp schieten.
Sick of it All
Bij de jongere divisie van hardcore duiken geregeld bands op die hun muziek doorspekken met fikse metalriffs en Terror is daar geen uitzondering op. Maar toch zijn zij net dat beetje interessanter dan het gros van het jongere grut omdat zij de attitude en de oorsprong van hardcore nooit uit het oog verloren. De basis is dus dezelfde, enkel de uitwerking heeft een stevig paar ijzeren ballen gekregen. Korte maar knallende songs, een brutale vocale aanval en geen blad voor de mond geven Terror de ingesteldheid van een agressieve pitbull, die toehoorders fluks vastgrijpt en niet meer lost tot de laatste noot effectief is weggestorven.
Wat begon als het eenmansthrashproject van multi-instrumentalist Joel Grind, die altijd al beïnvloed was door de punkrock-cultuur, is ondertussen uitgegroeid tot een volwaardig muzikaal trio. Het Amerikaanse Toxic Holocaust is al sinds 1999 een fenomeen in het metalgenre en daarbuiten. In 2011 verscheen ‘Conjure and Command’ op het gerenommeerde Relapse Records, en dat album trekt de lijn van zijn drie voorgangers door: loeiharde thrashmetal die nooit een stapje terug neemt. De vuile, ongepolijste klank past perfect bij de ruwe, hese stem die de muziek zijn zwartgeblakerde kleur geeft. Het dreigende ‘Bitch’ en het oldschool klinkende ‘War Is Hell’ staan garant voor grote circlepits terwijl lijflied ‘Nuke The Cross’ dan weer een hoog meeschreeuwgehalte heeft. Toxic Holocaust is totaal niet origineel, maar voert een veelgebruikte formule wel zeer strak uit.
Straight Outta London komt de zeskoppige loodzware hardcore/crossover-formatie The Revolution Continues, beter gekend als TRC. Het unieke geluid, dat gekenmerkt wordt door de twee dynamische zangers met elk een eigen, herkenbare strot, zette de toon voor de debuutplaat ‘Bright Lights’ die in 2011 hevige hardcore beatdowns, gemengd met een beetje hip-hop en metal, de wereld instuurde. De band neemt met teksten als “What I say you obey like I'm a fucking ventriliquist / I'm ill at this and these guitars just tempt me / I'm loving the fact that all you faggots resent me” geen blad voor de mond maar schuwt ook zelfspot niet. De scherpe en gerichte vocale aanvallen gaan door merg en been terwijl de gitaren nu en dan eens voor een broodnodige melodieuze adempauze zorgen. In het meligere ‘London's Greatest Love Story’ maakt de stoerdoenerij plaats voor een meer verhalend nummer over mislukte liefde. Een bende egotrippers met een groot hart.
Wie enigszins mee is in de wereld van punk, metal en hardcore, heeft ongetwijfeld de naam Ieperfest al in zijn hart gesloten. Het erg sfeervolle mekka voor stevige muziek bewijst dat er zowel uitmuntende kwaliteit als diversiteit is binnen zijn eigen nestje en steekt een tot commercieel monster uitgegroeid event als Graspop Metal Meeting met gemak naar de kroon. Dit is waar de echte punkgeest leeft en meer en meer uitgroeit!