De vierde editie van Ictus Zone komt voor rekening van het ensemble Mangalam! Deze keer geen elektrische gitaren, desoriënterende videobeelden of versterkte cactussen, maar louter akoestische muziek op klassieke instrumenten: herkenbaar, maar vooral betoverend mooi.
In vergelijking met Ictus Zone-voorgangers ZWERM, Nadar en Besides is Mangalam! een iets minder gangbare naam in de wereld van de hedendaagse muziek. Het ensemble ontstond in 2009 in het kader van de door muzikanten van Ictus en Spectra ingerichte manama hedendaagse muziek aan het conservatorium van Gent. Fluitiste Anne Davids en pianiste Charlotte Otte rondden de opleiding af in 2011 en de uit Japan afkomstige klarinettist Tomonori Takeda is er enkele maanden geleden aan begonnen.
Bij sommige gelegenheden wordt het trio door de komst van percussionist Thomas Plessers uitgebreid tot een kwartet en het is in deze bezetting dat Mangalam! te horen zal zijn in BOZAR. Op het programma staat alles bij elkaar een twintigtal minuten muziek die becommentarieerd zullen worden door Jean-Luc Plouvier, pianist en artistiek coördinator van Ictus.
Geen Brecker muziek dus, maar toch is de jazz belangrijk geweest voor het ontstaan van de muzikale taal van Hurel. “Toen ik jong was, heb ik jazz, rock en rockjazz gespeeld. Ik heb er een inwendige puls aan overgehouden, een soort groove die opduikt in de instrumentale frases van mijn werken. In ‘Steps’ bijvoorbeeld zijn er meerdere homoritmische secties die exact gespeeld moeten worden, zoals een bigband dat zou doen, ik heb ze immers ook zo gedacht en bedoeld. In zo’n geval klinkt zelfs de kleinste afwijking als een echte fout en dat maakt mijn muziek vaak moeilijk om te spelen voor muzikanten met een klassieke vorming. Ze hebben het doorgaans ook moeilijk met grooven en dat is nog vervelender. Om die muziek echt te laten overkomen, moet je die cultuur eigenlijk al echt in je opgenomen hebben.”
Op Hurels eigen website omschrijft de Italiaanse musicoloog Sylviane Falcinelli de Franse componist als iemand met een zwak voor systemen en objectiviteit. Hurel: “Ik denk dat subjectiviteit vroeg of laat sowieso opduikt in de receptie, het horen en de beoordeling van muziek. Tijdens het componeren ben je ook nooit echt objectief, dus is het aangewezen om net zo lang mogelijk objectief te blijven tijdens het componeren. Tenzij je natuurlijk iets wil realiseren dat zonder ruggengraat, lijn of vorm is.”
De combinatie van basklarinet, fluit, piano en percussie draagt ongetwijfeld bij tot het poëtische van de muziek die bij momenten in impressionistisch vaarwater belandt. Minstens even belangrijk zijn echter de muzikale ideeën van Hurel. De homoritmische passages waarvan de componist zelf sprak, het spelen met het hoge register in het begin, het overlappen van geïsoleerde noten van de verschillende instrumenten of de plots explosieve piano garanderen een muzikale variatie die de luisteraar voor de hele duur kan meenemen in de (inderdaad heel duidelijk te volgen) gedachtegang van de componist.
Hurel studeerde musicologie, compositie en volgde lessen muzikale informatica bij Tristan Murail. Hij werkte als onderzoeker en docent aan het Ircam, waar in die periode ook zijn jongere landgenoot Christophe Bertrand rondliep. Hurel herinnert zich de in 2010 op negenentwintig jarige leeftijd overleden Bertrand als een heel begaafde, intimiderende jongeman (Bertrand was nog geen twintig). Naast Hurel werkte Bertrand aan het Ircam ook samen met Tristan Murail, Brian Ferneyhough en Jonathan Harvey.
Van Bertrand speelt Mangalam! het zes minuten durende ‘Virya’ (Sanskriet voor energie en kracht), een werk dat stijf staat van de muzikale details en nuances. Kwarttonen, bisbigliandi (tremolo’s van “dezelfde” noot, verkregen door het afwisselen van verschillende vingerzettingen) en glissandi puren het geluid microtonaal uit met de typische fricties en zwevingen tot gevolg.
De fluitist dubbelt op piccolo, de klarinettist op basklarinet en de percussionist wisselt tussen vibrafoon, klokkenspel en temple blocks, waardoor het klankenpallet aanzienlijk opengetrokken wordt. Terugkerende passages zorgen daarbij voor een duidelijke structuur waarbij verschillende manieren en (al dan niet in elkaar vervloeiende) gradaties van beweging de muziek constant levend houden. Een integrale opname van het werk (met synchroon lopende partituur) is te vinden op YouTube.