Elk jaar opnieuw behandelt de ‘componistenhappening’ in de Singel een componist waarvan men mag zeggen: “hoe komt het dat die niet veel eerder behandeld werd?”. Dat is dit jaar niet verschillend, nu verscheidene ensembles en solisten uit binnen- en buitenland de figuur van Joseph Haydn (1732-1809) van naderbij bekijken. Ook nu staat er dus weer een gevarieerd programma op stapel, waarin de belangrijkste genres waarin Haydn componeerde aanbod komen, van klaviersonates en strijkkwartetten tot symfonieën. De grootse afsluiter is het oratorium ‘die Jahreszeiten’ dat deFilharmonie onder leiding van Philippe Herreweghe ’s avonds brengt.

Joseph Haydn kwam niet echt uit een muzikaal gezin, of toch niet in de traditionele zin. Zijn vader was wielenmaker van beroep maar daarnaast echter ook een enthousiaste volksmuzikant en Haydns aanleg voor muziek ging niet onopgemerkt voorbij. Zo vond een jonge Haydn op achtjarige leeftijd zijn weg naar het knapenkoor van de Stephansdom in Wenen. Zijn eerste compositielessen kreeg hij enkele jaren later van de Italiaanse operacomponist Nicola Porpora. De operatheaters van Wenen of Parijs waren echter niet waar Haydn terecht zou komen: aanstellingen aan de hoven van de families Morzin en Esterhazy volgden en het was als kapelmeester bij de Hongaarse Esterhazy familie dat Haydn zijn bekendheid zou verwerven.

Haydns werk als hofmuzikant is kenmerkend voor de positie van een componist in de achttiende eeuw, die hetzij door adellijke families, hetzij door kerkelijke autoriteiten tewerk werd gesteld. Exclusiviteit was een belangrijk aspect van Haydns werkovereenkomst: tot in Haydns rijpe jaren mocht zijn muziek enkel in opdracht van de Esterhazy’s uitgevoerd worden. Zo kwam het dat Haydn, hoewel de componist door prins Nikolaus Esterhazy sterk gewaardeerd werd, volledig afhankelijk was van de eisen die diezelfde prins aan hem stelde. De componist volgde de familie naar Eisenstadt bij Wenen of het landgoed Esterhaza in Hongarije en componeerde op verzoek symfonieën, kwartetten en kamermuziekwerken, vaak met een hoofdrol voor baryton, een nu vergeten strijkinstrument dat de prins zelf bespeelde. Gelukkig bevatte het orkest van prins Nikolaus enkele van de beste muzikanten en Europa en de werken die Haydn componeerde tijdens zijn negenentwintig jaar in Esterhazy-dienst stellen dan ook aanzienlijke eisen aan de muzikanten die ze moeten uitvoeren.

Ondanks die exclusiviteitsclausule, die stipuleerde dat Haydns muziek exclusief voorbehouden was aan de hofhouding van de Esterhazy familie, verspreidde de faam van de componist zich door Europa en vanaf de jaren 1780 volgden compositieopdrachten en uitnodigingen uit verschillende grote Europese steden. Toen de prins in 1790 stierf en Haydn door zijn opvolger op pensioen gestuurd werd, kon de componist zich dus een riant leven veroorloven in Wenen. Op die manier illustreert Haydns levensloop de ontvoogding van de achttiende-eeuwse musicus, die geleidelijk zelfstandigheid verwierf door naar believen voor een burgerlijk publiek te schrijven en niet in opdracht van adel of clerus.

Terwijl Haydn in Eisenstadt voor een publiek van kenners had gecomponeerd, schreef hij in Londen, Parijs en Wenen voor een breed, burgerlijk publiek en was hij dus verplicht om met gemakkelijk in het gehoor liggende melodietjes of allerlei onverwachte effecten de smaak van dat publiek te volgen. En terwijl hij in Esterhazy kon schrijven voor uitstekende muzikanten, zorgde hij ervoor dat werken als de zes Parijse en twaalf Londense symfonieën speelbaar waren door orkesten van wisselend niveau. De instrumentale hoogstandjes of doordachte compositiestructuren van Haydns vroege muziek moeten dus in die laatste werken eerder plaats maken voor onbevangen melodietjes, enkele opvallend theatrale gebaren en een zorgvuldig gepolijste instrumentatie. De blijvende populariteit van Haydns laatste symfonieën, kwartetten en klaviersonates bewijzen echter hoe goed Haydn de smaak van zijn eigen publiek en zelfs dat van latere generaties kon inschatten.

Haydns laatste periode loopt als een rode draad doorheen het programma. Verrassend is dat niet: het is in zijn laatste twintig jaar dat Haydn zijn beroemdste composities schreef, onder meer als gevolg van twee productieve concertreizen naar Engeland tussen 1791 en 1795. De twaalf ‘Londense’ symfonieën die daar geschreven werden, de latere strijkkwartetten en de twee grote oratoria ‘Die Schöpfung’ en ‘Die Jahreszeiten’ zijn prachtvoorbeelden van Haydns late stijl en krijgen allemaal hun plaats in het programma van 8 mei.

Twee symfonieën komen aan bod die dag: de 103de symfonie, Haydns voorlaatste wordt gedirigeerd door Philippe Herreweghe vroeg in de namiddag en uitgevoerd door deOrkestacademie, een projectorkest dat verbonden is aan het conservatorium van Antwerpen en jonge, getalenteerde muzikanten de kans biedt met grote dirigenten samen te werken. Dat de 103de symfonie zo bekend is gebleven, is in de eerste plaats te danken aan de ongewone manier waarop Haydn hem laat beginnen: met een zachte roffel in de pauken die meteen voor de bijnaam van de symfonie (‘Paukenwirbel’ in het Duits) zorgt. Het is een typerend originele vondst die toen net zo min als nu ongemerkt aan het publiek voorbij zal zijn gegaan. De vierdelige structuur van de symfonie, met zijn levendige eerste deel (dat volgt op een korte trage inleiding), een variatiereeks op de tweede plaats, een statig menuet en een energieke finale om af te sluiten, mag als oerklassiek gelden en staat model voor talloze andere symfonieën, zowel binnen Haydns oeuvre als daarbuiten.

Net zo klassiek en ook niet echt onbekend is de 92ste symfonie in G majeur. Hij maakt geen deel uit van de reeks van twaalf ‘Londense’ symfonieën maar kreeg in de plaats de bijnaam ‘Oxford’ symfonie omdat hij gespeeld werd toen de universiteit van Oxford Haydn een eredoctoraat uitreikte in 1791. Oorspronkelijk werd hij echter gecomponeerd, samen met twee andere symfonieën voor de Franse graaf d’Ogny. Omdat Haydns faam over heel Europa reikte en ensembles van acht blaasinstrumenten populair waren aan het eind van de achttiende eeuw, werd het al gauw heruitgegeven in een bewerking voor zogenaamde ‘Harmonie’, een ensemble van telkens twee hobo’s, klarinetten, hoorns en fagotten. Het is dit arrangement dat het blazersensemble I Soliste del Vento hier presenteert, samen met een origineel octet van Haydn. Het octet in F, Hoboken II:F7 dateert uit 1802 en is qua stijl te vergelijken met andere late werken waarin blazers een belangrijke rol spelen zoals de ‘Harmoniemesse’ of zelfs met Beethovens terzelfder tijd gecomponeerde octet opus 103. Omdat zulke muziek voor blazers in wezen diverterende muziek was, moet men hier geen hoogdramatische muziek verwachten of sluwe compositorische hoogstandjes. Haydn slaagt er echter moeiteloos in om een octet te componeren dat ondanks zijn gemakkelijk in het oor liggende melodieën en ontspannen karakter toch zonder moeite gevarieerd en vindingrijk aandoet.

In elke componistenhappening vallen onvermijdelijk gaten: het is nu eenmaal onmogelijk om het volledige oeuvre of zelfs maar elk aspect ervan op één enkele dag te belichten. De organisatie van de Haydn Happening koos ervoor om Haydns strijkkwartetten te laten vallen, of beter gezegd: om voor minder voor de hand liggend werk voor strijkkwartet te kiezen. Zo viel de keuze op de kwartetbewerking van de ‘Sieben Letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze’. Dit religieuze werk is een opeenvolging van zeven meditaties, plus een introductie en een naspel op de dood van Jezus aan het kruis. Haydn schreef het voor een goede-vrijdagdienst in de Spaanse stad Cadiz en het origineel is dus voor volledig orkest geschreven maar diverse bewerkingen circuleerden al gauw, overigens met Haydns toestemming. De bekendste arrangementen zijn er voor koor, vocale solisten en orkest het huidige, voor strijkkwartet. Het Zwitserse Quatuor Terpsycordes lijkt geknipt voor dit werk, al is het maar omdat de vier muzikanten moeiteloos afwisselen tussen moderne en historische, met darmsnaren bespannen instrumenten.

Quatuor Terpsycordes
Quatuor Terpsycordes

Het hoofdwerk van de dag is Haydns grootse oratorium ‘Die Jahreszeiten’ uit 1801, het tweede werk uit een tweeluik dat begint met ‘Die Schöpfung’. Het zijn erg late werken in Haydns oeuvre: na ‘Die Jahreszeiten’ schreef Haydn nagenoeg niets meer want de inspanning die de compositie van een oratorium op grote schaal gekost had, had de oude componist volledig uitgeput. Ook in Haydns oratoria zit een Engelse connectie verstopt, zowel wat het libretto betreft als in de grootschalige opzet van beide stukken. De Duitse tekst van ‘die Jahreszeiten’ is namelijk een vertaling van James Thompsons epische gedicht ‘The Seasons’, net zoals ‘Die Schöpfung’ teruggrijpt naar Miltons ‘Paradise Lost’. Wat muziek betreft volgt Haydn het voorbeeld van George Frederic Händels oratoria. Haydn moet tijdens zijn Engelse concertreizen aan het eind van de achttiende eeuw zeker deze grandioze oratoria gehoord hebben en keerde naar Wenen terug, vastberaden om een eigen bijdrage aan het genre te leveren. Net als bij Händel vindt men bij Haydn dus magistrale koorpassages en sierlijke soloaria’s terug maar Haydn voegt er bovendien een flinke dosis klankschildering aan toe. De rustieke taferelen die Haydn seizoen per seizoen behandelt, bevatten zulke beeldende momenten als een het kwaken van kikkers, een zomers onweer of zelfs het wilde jachtpartij met een nabootsing van geweerschoten. Met een typerende knipoog behandelt Haydn zijn eigen muziek. De boer die naar het veld trekt, fluit lustig een eenvoudig deuntje: het langzame deel uit zijn eigen 94ste ‘verrassings’symfonie, toen net als nu nog zowat het bekendste melodietje dat Haydn ooit componeerde. De drie solorollen worden vertolkt door sopraan Ilse Eerens, tenor James Gilchrist en bas Michael Volle, zangers met een stevige scholing in historische uitvoeringspraktijk. Met Philippe Herreweghe aan het roer heeft deFilharmonie alvast een dirigent die als weinig anderen met vocale muziek vertrouwd is en garant staat voor een delicate, meeslepende uitvoering van dit twee uur durende meesterwerk.

Philippe Herreweghe (Foto: Michel Garnier)
Philippe Herreweghe (Foto: Michel Garnier)

Ondanks het succes van ‘Die Schöpfung’ en ‘Die Jahreszeiten’ maakte Haydn minder naam als componist van vocale werken dan zijn jongere tijdgenoot Mozart. Het is dus ongewoon maar erg verfrissend om ook een keuze uit de verschillende liederen die Haydn componeerde op het programma te zien verschijnen. Sopraan Lydia Teuscher en pianiste Juliane Ruf maakten hun keuze uit een bescheidener aspect van Haydns repertoire, bijgestaan door violiste Fien Van den Fonteyne en celliste Riet Van den Fonteyne.

Net zo min als liederen met pianobegeleiding zijn ook de pianosonates van Haydn niet echt zo gekend. Met tweeënzestig sonates voor klavier (klavecimbel, later pianoforte) kan men Haydn niet echt van luiheid beschuldigen. De Franse pianist Alain Planès koos ervoor om drie sonates uit te voeren, met nummers 31, 54 en 62. Dat programma,met een tamelijk vroege en twee late sonates, waaronder Haydns allerlaatste, biedt een unieke gelegenheid om de stilistische evolutie waar te nemen die zich voltrok doorheen Haydns klaviermuziek. Die evolueert van ontspannen gelegenheidsmuziek naar doordachte stukken muziek die naadloos aansluiten bij Beethovens vroege pianosonates. Openen doet de Haydn happening trouwens met nog meer onbekende kamermuziek, in de vorm van Haydns pianotrio’s, die tijdens een lecture recital van het Altenberg Trio Wien toegelicht worden. Zoals Haydn zijn hele leven lang klaviersonates schreef, bleef hij ook trio’s voor klavier, viool en cello schrijven, vijfenveertig in totaal. Het zijn nog geen werken met een grandioze opzet als bij Beethoven of Schubert maar charmante kamermuziekwerkjes die vaak gedomineerd worden door de piano. Pianosonates, met begeleiding van viool en cello als het ware.

Altenberg Trio Wien
Altenberg Trio Wien

Bij een componist die zo een omvangrijk oeuvre schreef als Haydn ligt de moeilijkheid niet in het selecteren van goede werken om op één dag te programmeren maar in het noodgedwongen weglaten van zoveel andere, mooie muziek. De programmatie van de Haydn happening treft een balans tussen orkestwerk en kamermuziek om een overzicht aan te bieden van Joseph Haydn en de tijd waarin hij leefde. Verschillende aspecten van het achttiende-eeuwse muziekleven komen aan bod, van de diverterende ‘Harmoniemusik’ voor blazersensemble en intieme pianosonates tot de toen nog steeds belangrijke religieuze muziek of grootschalige oratoria.

Meer over Haydn Happening


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.