Hoe efficiënt, nuttig, inspirerend of uitdagend werkt de notatie van een componist of choreograaf voor de uitvoerders van het werk? Dat en andere aspecten van schriftelijk vastleggen van muziek en dans worden onderzocht in het Concertgebouw in Brugge tijdens Genoteerd!, van 27 februari tot en met 2 maart.
Het is maar een van die vele onvergetelijke scènes uit de ‘Life of Brian’, wanneer Jezus aan zijn moeder vraagt waarom vrouwen niet welkom zijn op stenigingen. Haar antwoord (“It's written. That's why.”) is in alle eenvoud typerend voor de hele Westerse cultuur. Meer dan in bijvoorbeeld de Afrikaanse is die van West-Europa bij uitstek een genoteerde cultuur, waarin het geschreven woord een veel hogere status heeft dan wat mondeling overgeleverd wordt.
Dit is goed te zien in de ontwikkeling van de muzikale notatie die gaandeweg steeds complexer wordt om zoveel mogelijk muzikale kenmerken te kunnen vastleggen. Absolute controle bleek echter niet haalbaar, noch wenselijk. Vergelijk een opname van een symfonie van Mahler onder leiding van Pierre Boulez met hetzelfde werk wanneer iemand als Leonard Bernstein dirigeert en het mag duidelijk zijn dat ook een al aardig ontwikkelde notatie nog veel ruimte laat. Al was het maar omdat de ene muzikant de partituur ziet als een quasi perfect gecodeerde instructie, terwijl de andere er veel losser mee om springt. De zaak werd in de twintigste eeuw nog verder op de spits gedreven, toen componisten de eeuwenlang ontwikkelde muzieknotatie verlieten voor nieuwe systemen: experimenten met nog exactere notatievormen, maar eveneens partituren die de uitvoerder plots veel meer ruimte gaven.
Happening
Wat daar zoal de resultaten van konden en kunnen zijn, wordt getoond op de slotdag van het festival die onder leiding van cellist Arne Deforce de gedaante krijgt van een notatiehappening met aanvang om 10:30u. Een hele stoet muzikanten, met naast Deforce zelf ook percussionist Tom De Cock, tubaspeler Michel Massot, de muziekrobots van Godfried-Willem Raes, de elektronicaspecialisten van het Luikse Centre Henri Pousseur en de Letter Piece Company, tekenen voor een programma met moderne muziek die niet vies is van het notatie-experiment.
Arne Deforce
Grafische partituren zijn er met Malcolm Goldsteins ‘Jade Mountain Soundings’ en ‘The Metaphysics of Notation’ van Mark Applebaum: een werk waarvan de score bestaat uit verschillende prachtig uitgewerkte panelen die verspreid in de ruimte opgehangen kunnen worden en waarbij de uitvoerder vrij gelaten wordt in de interpretatie. Voor de studies voor player piano van Conlon Nancarrows wordt de muziek dan weer vastgelegd op ponskaarten die in de mechanische piano geplaatst moeten worden.
De jongste generatie componisten wordt vertegenwoordigd door de bad boy van de hedendaagse gecomponeerde muziek, Raphael Cendo en Matthew Shlomowitz, beiden geboren in 1975. Van de eerste speelt Deforce, bijgestaan door het Center Henri Pousseur het indrukwekkende ‘Foris’, een werk waarvan de cellist in 2012 ook al de creatie verzorgde. Hier kan de luisteraar kennismaken met de grofgebekte klank van Cendo, noise waarbij horen en zien vergaat. In contrast daarmee behandelt Cendo het geluid echter ook heel secuur met een uitgepuurd resultaat tot gevolg dat soms haast de elegantie van volgzang krijgt.
Van Shlomowitz is het spectaculaire en bijzonder geestige ‘A to Zzz’ te zien en te horen, een werk voor vier performers die niet alleen muziek spelen, maar ook spreken, bewegen en lichtspots bedienen. Met deze verschillende expressievormen trekt Shlomowitz op “ontdekkingstocht” door het alfabet, waarbij aan een klank of een beweging steeds een letter gekoppeld is. Die letters vormen dan samen de partituur van het stuk. De componist voegt echter aan het hele audiovisuele ballet nog een uitdagende component toe, door de letters een bekende figuur of begrippen te laten representeren. De F staat bijvoorbeeld voor Queen-zanger Freddie Mercury en de E voor explanation, een gesproken tussenkomst waarin het publiek een klein woordje uitleg krijgt bij het hele gebeuren. Voor de rest is het aan de toeschouwer om uit te dokteren voor wie of wat de andere letters staan.
Films als partituur
Psallentes
Vanuit de gregoriaanse praktijk uit het verleden, waarbij de verschillende zangers niet elk een eigen partituur voor zich hadden, maar samen uit een groot boek zongen, ging Vanden Abeele op zoek naar een hedendaagse variant. Voor ‘Liquescens’ wordt niet meer een geschreven partituur richtinggevend, maar een speciaal voor deze productie gemaakte film van kalligraaf en tekstkunstenaar Brody Neuenschwander. De muziek ligt op voorhand vast: muziek uit een Gents Antifonarium uit 1481, aangevuld met andere werken. Hoe die uitgevoerd zullen worden, dat zal echter mee gedicteerd worden door de snelheid en de inhoud van de beelden die Neuenschwander zal presenteren.
Denken en dansen
De andere avonden van Genoteerd! is het spreekwoordelijke woord aan de dans, met op de openingsavond een choreografie van Andros Zins-Browne die de relatie tussen dans en de muzikale partituur onderzoekt. De uitvoerders van dienst zijn de dansers van P.A.R.T.S. en de muzikanten en vrienden van Ictus.
Noé Soulier
Later die avond verzorgt Daniel Linehan met ‘Doing While Doing’ een lecture performance, waarbij hij toont en toelicht wat er zoal omgaat in het denken en doen van een danser of een choreograaf.
Buiten de avondvoorstellingen kunnen bezoekers de ganse duur van het festival ook in het Concertgebouw terecht. Daar is naast verschillende films en de tentoonstelling ‘Getekende Klanken’ (met verschillende voorbeelden van grafische partituren) ook ‘Choreographer's Score’ te zien: een boek met vier cd’s met interviews met Anne Teresa De Keersmaeker, waarin de choreografe het creatieproces van enkele vroegen werken van Rosas uit de jaren ’80 toelicht. Films, tentoonstelling en de installatie ‘Choreographer's Score’ zijn gratis toegankelijk.