Van 12 tot en met 15 oktober vindt in Q-02, Cinema RITS en de Beursschouwburg het Field Fest plaats: een festival waarbij ingegaan wordt op muzikale en niet-muzikale aspecten van field recordings.
In 1996 verscheen ‘Stepping Into the Dark’, de eerste solo-cd van ex-Cabaret Voltaire-lid Chris Watson. Het album bestond integraal uit natuuropnames, wat de labelmanager van Watsons platenmaatschappij Touch Music voor een aanzienlijk probleem stelde. Voor de auteursrechtelijke registratie was het immers noodzakelijk om het instrument op te geven waarmee Watson zijn muziek gemaakt had. Er werd uiteindelijk gewoon “microfoon” ingevuld, een antwoord dat tot verrassing van sommigen geen verdere vragen uitlokte.
Het maken en gebruiken van veldopnames of field recordings (opnames die ontstaan buiten een studio, vaak van toevallige geluiden) is niet uit de lucht komen vallen. Geluidskunstenaars die met dit materiaal werken, zijn immers de erfgenamen bij uitstek van John Cage’s ‘4’33”’ de musique concrète van Pierre Schaeffer, bruitisten en futuristen. De schijnbaar solide afbakening van wat muziek is of kan zijn, werd door deze beroemde voorgangers onderuit gehaald. De deur werd opengezet voor het opwaarderen van allerlei voorheen niet-muzikale klanken die daarmee hun intreden konden doen in het muzikale vocabularium.
Aanvankelijk waren de bekendste voorbeelden van field recordings etnomusicologisch van aard. Geleidelijk aan werd de functie van de registrator essentiëler. Door keuze van de geluiden (industrie, landelijke sites, steden…) en de be- en verwerking ervan kreeg die meer invloed op het eindresultaat. Het gevolg was een ontwikkeling naar microscopische details: stukken die op het eerste gehoor niet meer dan decor zijn, maar die bij een nadere beluistering bulken van de fijngevoeligheden.
Deze combinatie van natuur en cultuur maakte een nieuwe luisterhouding noodzakelijk: esthetisch, maar ook intellectueel. Zeker in het licht van politieke, ecologische en andere maatschappelijke evoluties dwingen artiesten die met veldopnames werken de luisteraar om met nieuwe oren te luisteren en te denken.
Vanuit deze context sloegen Q-O2 (Brussel), MTG (Barcelona), IRZU (Ljubljana) en CRiSAP (Londen) de handen in elkaar voor ‘Sounds of Europe’: een internationaal project rond het groeiend gebruik van veldopnames in muziek, kunst en wetenschap. De start wordt gegeven met Field Fest in Brussel waarbij de Beursschouwburg, Cinema RITS en Q-O2 (een concert- en werkplaats voor muziek en andere klankkunst) gastheer zijn voor concerten, performances en toelichtingen van geluidskunstenaars die op heel verschillende manieren invulling geven aan het begrip field recording.
Op de vraag waarom een kunstenaar met veldopnames werkt, is vooral het antwoord van de in Parijs wonende Pali Mersault heel eerlijk: omdat hij geen instrument kon spelen. Anderen lijken dan weer erg gefascineerd door moeilijk of zelfs onhoorbare geluiden. Het verst hierin gaat de Japanner Toshiya Tsunoda (van wie op Field Fest een video te zien zal zijn) die een zwak heeft voor de geluiden van statische en dus doorgaans “geluidloze” objecten. Hij gaat er echter van uit dat alles een geluid heeft, maar dat het gewoon hoorbaar gemaakt moet worden. Door een piëzo-elektrische sensor met zwakke stroom op een voorwerp te plaatsen zorgt hij voor druk die trillingen veroorzaakt, die op hun beurt omgezet worden in elektrische spanning die het geluid genereert.
Materiaal is daarbij essentieel, iets wat ook Jez riley French begrepen heeft. Als muzikant is hij gefascineerd door zijn omgeving, waar hij geluiden vindt van hekken, mieren die een perzik opeten, een thermostaat of walvissen. Met deze klanken gaat hij al improviserend (of zoals hij het zelf zegt: intuïtief componerend) aan de slag. Als zakenman biedt hij op zijn website zelfgemaakte hydrofoons en contactmicrofoons aan, waarbij hij promotioneel handig genoeg is om te vermelden dat zijn materiaal recent gebruikt werd door Chris Watson.
Bij Lee Patterson gaat de fascinatie voor zaken die amper hoorbaar zijn, zoals het geluid van hekken wanneer een auto passeert, gepaard met het willen begrijpen van de omgeving door er op verschillende manieren naar te luisteren. In hetzelfde straatje opereert Parijzenaar Eric La Casa die louter gebruik maakt van veldopnames. Door er mee te spelen, zorgen ze echter voor een nieuwe kijk op onze wereld of de plaats waar ze vandaan komen.
Heel anders dan La Casa werken zijn collega’s die field recordings combineren met andere kunstuitingen, media en uiteraard andere klanken. Zo werkt Justin Bennett ook met tekeningen, performances, installaties, fotografie, video en tekst en mengt de Amerikaanse Michael Pisaro field recordings met elektronica of klassieke muziekinstrumenten. De Australiër Philip Samartzis pakt het nog anders aan en buit vooral de mogelijkheden van de spatialisatie uit. Deze muzikant die reeds samenwerkte met ondermeer Keiji Haino, Oren Ambarchi en Reinhold Friedl werkt vaak met multi-channel surround sound systems en maakt daarbij gebruik van bioakoestiek, ecologische akoestiek en musique concrète.
Peter Cusack en Jason Kahn zijn dan weer twee geluidskunstenaars die voor hun werk al eens de hulp van het publiek inroepen. De eerste is tegenwoordig vooral actief met zijn ‘Favourite Sound Project’ waarbij hij mensen vraagt wat hun favoriete geluid in een stad is en waarom. Op zijn website is het project te volgen en valt te zien dat hij al antwoorden kreeg uit Engeland, Spanje, Portugal, Pakistan, Oostenrijk, Nederland, Polen, Israël, maar nog geen uit België. Kahn doet met zijn ‘Unheard Cities’ iets gelijkaardigs, maar groepeert zijn opnamemateriaal per stad om zo via installaties, performance of radiowerken portretten te maken van steden als Delhi, Zurich, Brussel, Kyoto, Tokyo en Berlijn.
De Belgische geluidskunst wordt op Field Fest vertegenwoordigd door Els Viaene, de jonge Pauwel De Buck (1986) die zijn stedelijke veldopnames vermengt met elektronische geluiden en het collectief martiensgohome. Dit hoofdstedelijke samenwerkingsverband heeft een eigen field recording show op Radio Campus Bruxelles waarvan verschillende afleveringen te beluisteren zijn op hun website en treedt live op als laptopensemble.
Andere muzikanten die gedurende Field Fest te horen zijn, zijn Manfred Werder, Annea Lockwood, Emmanuel Holterbach (die ook eigen instrumenten en speakers ontwerpt) en Mecha/Orga een alter ego van de Griek Yiorgis Sakellariou. Gedurende het festival is ook een festivalradio actief die bemand wordt door de studenten van het RITS.