Voor de ene een rommeltje, voor de andere een speeltuin om in rond te lopen: eenduidigheid is de programmatie van Dour vreemd en daar verandert voor de 23ste editie van het vierdaagse festival niets aan.
De waaier is ook dit jaar weer erg breed: metal, hiphop, indierock, hardcore, singer-songwriters, elektronica, drum’n’bass, reggae, dub, postrock, noise, volksmuziek en een hoop artiesten die niet in een van de genoemde categorieën willen vallen. Vaak staan de stijlen kriskras door elkaar geprogrammeerd, op enkele themadagen na. Hierdoor wordt het publiek gedwongen zich te verplaatsen of zich open te stellen voor datgene waarvoor het eigenlijk niet speciaal gekomen zijn. Omdat de muzikale boog niet altijd gespannen moet staan is het festival opnieuw gastheer voor de finale van het Belgisch kampioenschap luchtgitaar.
Door het labyrint van 200 acts, 7 podia en 4 dagen de weg vinden is een hopeloze zaak, tenzij voor diegenen die hun vakantie twee maanden voor het festival opnemen en hun computers vastzetten op de YouTube’s en MySpaces van deze wereld. Voor wie zich deze luxe niet kan permitteren geven enkele bereidwillige muziekliefhebbers hieronder enkele richtlijnen.
MIKE KEIRSBILCK – ConSouling Sounds – http://www.consouling.be
Voor een eerste band, die niet mag gemist worden, verwijs ik graag naar Boris. Deze Japanse experimentele rockband is niet voor één gat te vangen en klutst zowel drone, noise, sludge, psychedelica als pop door elkaar om tot een unieke sound te komen. Vaak bevreemdend, maar steeds bezwerend: een band die je moet gezien hebben.
Ook onze eigenste Gentse Drums Are For Parades verdient een speciale vermelding. De band die de aandacht wist te trekken van Chris Goss (Kyuss, Masters of Reality), staat er live als een huis. Met hun aanstekelijke mix van metal, punk en een flinke scheut noise zullen ze zeker de tent op stelten weten te zetten.
In hetzelfde straatje kunnen we ook Kylesa aantreffen – een band die vaak in een adem wordt genoemd met streekgenoten Baroness en Mastodon. Met hun laatste plaat ‘Spiral Shadow’ hebben ze een van de betere platen van het afgelopen jaar gemaakt. Dat alleen al zou er moeten voor zorgen dat deze band met stip op ieders “must see” lijstje prijkt.
Een band die zeker geen introductie behoeft is Mogwai. Als je spreekt over een genrebepalende band kan je gewoon niet om deze Schotten heen. Ze hebben eigenhandig het gezicht van postrock gevormd. Toch trachten ze nog steeds te vernieuwen en relevant te blijven, getuige daarvan hun laatste (onderschatte) platen en live zijn ze altijd een belevenis.
Over belevenissen gesproken: dat Neurosis nog eens op een Belgisch podium staat is al een belevenis op zich. Als deze pioniers van de post-metal hun Amerikaanse heimat verlieten werd België steevast over het hoofd gezien. Mis de kans om deze invloedrijke band aan het werk te zien dus zeker niet.
The Ocean kunnen we iets dichter bij huis situeren, maar het is toch ook weer al even geleden dat we deze Duitsers aan het werk konden zien. Ze startten als een heus collectief rond bandleider Robin Staps, maar groeiden geleidelijk aan uit tot een volwaardige band met een uitstekende live reputatie. Als u uw post-metal graag progressief geserveerd heeft, bent u hier aan het juiste adres.
Ten slotte wil ik nog even de aandacht vestigen op de Amerikanen van This Will Destroy You. Vette instrumentale postrock die vrijwel enkel superlatieven oogst? Een ideale afsluiter voor deze selectie, lijkt me.
JOERI THIRY – muziekrecensent Cobra – http://www.cobra.be
Suede en Pulp, twee van de boeiendste Britse gitaarbands van de jaren ’90, vieren hun comeback op Dour met een exclusief Belgisch concert. Voor Pulp is het een blij weerzien na hun doortocht in 1994, toen de immer stijlvol provocerende Jarvis Cocker en co hun doorbraakplaat ‘His ‘n’ Hers’ kwamen voorstellen. Ook Suede, de band rond de weemoedige snik van zanger Brett Anderson, kwam al eens langs op Dour: in 1995, net voor de grote doorbraak van de plaat ‘Coming Up’. Twee keer nostalgische Britpop op het hoofdpodium: u moest ‘Common People’ en ‘Trash’ al aan het instuderen zijn.
Tegenover de oude Britse rotten staat ook een karrenvracht aan jong talent. De Amerikaan Jason Chung bijvoorbeeld, beter bekend als Nosaj Thing. In 2009 debuteerde hij met ‘Drift’, een boeiende verzameling glitchy, hip-hop-based elektronica. Denk aan een gestructureerde versie van Flying Lotus. Die speelt trouwens even later live op hetzelfde podium – benieuwd of hij evenveel indruk maakt als op Pukkelpop 2010, toen hij met een weergaloze set de Château op zijn kop zette.
Evenmin te missen: de Nederlander Martyn – frisse, catchy dubstep – en Pearson Sound aka Ramadanman, een jonge Londenaar die geen grenzen ziet tussen juke, techno en dubstep en je gegarandeerd in beweging krijgt. En om af te sluiten toch nog een gitaarband: This Will Destroy You, de minder bekende broertjes van Explosions In The Sky – ook uit Texas trouwens. Op Dour komen ze hun tweede plaat ‘Tunnel Blanket’ voorstellen: het bloedmooie bewijs dat postrock nog altijd niet dood is.
JÜRGEN DE BLONDE – Köhn, de portables – http://www.myspace.com/ednolbed
Een andere herinnering heeft te maken met Beck ten tijde van ‘Odelay’. Het optreden was halfweg en iedereen stond lekker te shaken op de groovy songs toen hij een halfvolle plastic fles tegen zijn hoofd kreeg gegooid. Hij heeft dan een minuut of drie staan duizelen waarna hij zijn voltallige band van het podium heeft gestuurd en de rest van het optreden akoestische nummers heeft gespeeld. Jammer dat daar eerst een lompe boer met een halve fles water moest voor worden ingeschakeld. Een beeld dat mij altijd zal bijblijven is onze aankomst via de camping. Het deed mij denken aan een vluchtelingenkamp in Kosovo met overal (overblijfsels van) tenten met daartussen vuurtjes en rommel en hier en daar een uitgetelde mens op de grond, al dan niet half in zijn tent.
Een paar jaar later heb ik er zelf gespeeld met de portables en toen heb ik de andere kant van het festival gezien: een warm onthaal en een zeer rock’n’rolle backstage in de plaatselijke lagere school met verstopte toiletten!
Suggesties voor 2011: de plaat van Anika met Mr. Portishead achter de knoppen vind ik vrij fantastisch en de covers die ze doet zijn stuk voor stuk geweldig. Dit zou live wel eens indrukwekkend kunnen zijn. Het valt mij op dat ik toch voor een paar zwaardere groepen zou gaan. Boris en Neurosis zou ik zeker gaan zien. Boris omdat die geweldig goed zijn op plaat en live en Neurosis om dezelfde redenen en omdat ze allebei grondleggers zijn. Anthrax wil ik zien en dan ga ik luidop hopen dat ze ‘Bring The Noise’ doen met de mannen van Public Enemy, die ik overigens ook niet zou willen missen. Ik zag ze al eens op T/W (in Torhout) en dat was toen geweldig.
De Belgen die ik aan het werk wil zien zijn Channel Zero en Drums Are For Parades. De eerste omwille van de historische waarde, de laatste omwille van de super groepsnaam en omdat ik hun snorrende gitaren en hoekige songstructuren wel lust. K-Branding zou ik dan weer willen meepikken omdat improv mij altijd aanspreekt en het muziek is om live mee te maken. Er zijn trouwens nog wat acts die ik zou meepikken omwille van hun naam alleen: This Will Destroy You (en hopen dat ze hun naam waar kunnen maken), Leif Vollebekk (hahaha) en Ultraphallus. Deerhoof maakt soms bizarre popmuziek, soms indiepop die volledig naar mijn goesting is en ze hebben een enorme live-reputatie, net als Les Savy Fav.
De verjaardag van On U Sound zou ik ook willen meepikken, dat moet sowieso een feestje worden en dan is een stevige portie dub aardig meegenomen. Het Orchestre Poly-Rythmo de Cotonou tot slot is voor mij ook een must see. Alleen al omdat ze reeds zo lang bezig zijn, omdat Afrikaanse muziek zo opzwepend is het steeds een live-affaire is. 13 & God zou ik proberen meepikken als er op dat moment niks beters te doen is en om iets elektronisch te consumeren. Om diezelfde reden zou ik ook naar Ellen Allien gaan en ook omdat ik daar al goeie dingen van heb gehoord, onder andere die plaat die ze maakte samen met Apparat. En The Selecter: daarom.
Besluit: veel lawaai en gitaren voor mij. Typisch festivalvoer dus, want breekbare acts vallen mij moeilijk in een festivalcontext.
WIM VERBRUGGEN – reggaebackingband Asham – http://www.myspace.com/ashamband
"Wij spelen iedere avond een ander concert," zegt zanger, gitarist en medeoprichter Harrison Stafford van Groundation. "De basisstructuren van de songs liggen vast maar improvisatie blijft een belangrijk onderdeel, zowel in de studio als op het podium." Deze Amerikaanse dreads misstaan niet alleen op reggaefestivals maar zijn zeker ook in staat om een rockpubliek te charmeren en zelfs te overdonderen, wat maar van heel weinig reggae-acts kan gezegd worden. Hun invalshoek kan wel degelijk uniek genoemd worden: het gaat immers om blanke Amerikanen, studenten van California State University die eerst jazz gestudeerd en gespeeld hebben en die hun kennis en virtuositeit nu integreren in zware rootsreggae. Groundation passeert bijna jaarlijks België, maar moet je zeker aanstippen op je lijstje!
Groundation staat twee maal op het programma. Op zaterdag brengen ze een eerbetoon aan Robert Nesta Marley. Met deze show touren ze al enkele jaren succesvol in Amerika en nu steken ze hiermee dus ook eindelijk de Atlantische Oceaan over. Een dikke maand geleden was de tribute nog te beluisteren en bewonderen in Petrol Club (Antwerpen) en nu krijg je dus een festivalset op Dour. Laat je verassen door een uitstekende, niet voor de hand liggende selectie van Bob Marley songs op een manier gebracht dat enkel Groundation kan.
Israel Vibration is al ontzettend vaak op Belgische bodem gepasseerd, maar het is en blijft toch altijd de moeite. Het is immers een van de oudere, traditionele groepen en ze brengt nog steeds nieuwe albums uit. Bovendien aarzelen de door polio getroffen ouderlingen niet om dat nieuwe materiaal ook effectief live spelen. Dankzij de al jaren trouwe backingband Roots Radics – een van de belangrijkste Jamaicaanse begeleidingsbands die zonder twijfel een stukje reggae-geschiedenis hebben ingespeeld – mag je er zeker van zijn dat deze show kwalitatief sterk zal staan.
Johnny Clarke en de Engelse Dub Asante Band (met de fantastische Drumtan Ward op drums) zorgen er altijd voor dat hun concert dat ietsje meer krijgt. De man heeft dan ook talloze hits gescoord waarmee hij vele reggae-liefhebbers telkens weet in te pakken en dit met een band die dubt zoals een groep dat zelden live kan, roots & culture style.
De On U Sound 30 Years Celebration feat. Adrian Sherwood zou wel eens een geweldig feestje kunnen worden. De Britse producer Adrian Sherwood, mixt zijn tracks zoals gewoonlijk rechtstreeks op het mengpaneel, met behulp van een batterij eigen elektronische percussie en samplemachines. On U Sound is het legendarische label van Sherwood dat befaamd is om met de futuristische klankkleuren die hij al begin jaren 80 creëerde. Via het voorbeeld van Studio One en de Jamaicaanse riddimcultuur is hij de riddims en tunes die hij in die dagen heeft opgenomen altijd blijven bewerken, manipuleren en updaten. Een dj-set van Adrian Sherwood klinkt nog altijd als een sciencefiction dub extravaganza, met echo’s en invloeden van alle dansmuziek die de dub ooit heeft voortgebracht. Op Dour zal hij verschillende artiesten meebrengen die op één of andere manier een connectie hebben met On U Sound en dat zal deze showcase een extra dimensie geven. Adrian Sherwood zal dit jaar overigens nog vier nieuwe albums uitbrengen.
Vorig jaar op het hoofdpodium van Reggae Geel verbaasde Tarrus Riley wellicht menig reggaeliefhebber. De vrij jonge crooner uit Kingston wordt ondersteund door de heerlijke band van Dean Fraser en verbluffende backing vocals. Maak je klaar voor een wervelwind van hits en new roots tunes. Dit is een van de beste live-acts in reggae-wereld van dit moment. Opvallend zijn vooral de prachtige samenzang met de verschillende toonhoogten en stuk voor stuk top-muzikanten die weten hoe de dag van vandaag reggae voor een groot publiek moet gebracht worden. Dit concert mag geen enkele reggae-liefhebber missen!
Horace Andy bezit één van mooiste stemmen die reggae heeft bij gebracht. 'Sleepy' weet me zowel live als op plaat altijd te ontroeren en omver te blazen. Het kransje met beste singer-songwriters die Jamaica ooit gekend heeft, daar mag Horace Andy gerust bij geplaatst worden. Hinds ofte Horace maakte dankzij Massive Attack ook naam in pop en dance, de ultieme erkenning en de kroon op het werk van zijn toch al indrukwekkende oeuvre. Dit concert zal zeker weer een schitterende demonstratie worden van wat ware, eigentijdse rootsreggae behoort te zijn.
WahWahsDa zijn de winnaars van de Beneluxfinale van de European Reggae Contest en krijgen onder andere daardoor een prominente plaats op enkele grote festivals. Bovendien gaan ze door naar de Europese finale op Rototom, krijgt de band professionele begeleiding bij het afwerken en promoten van de liveplaat die binnenkort verschijnt en volgt daarna hopelijk ook bij het tweede studioalbum.
Busy Signal is één van de populairste artiesten van het moment in Jamaica. This is a dancehall-thing, maar dan wel gebracht met een live-band en dat is altijd de moeite waard om eens mee te maken. Zo zie en hoor je direct hoe Jamaicaanse muzikanten de vele digital-riddims ook daadwerkelijk kunnen spelen, wat de tunes en de show meer diepgang geeft. Busy tracht, zoals hij zelf zegt, de typische dancehall-style te mixen met andere stijlen van muziek en wil daardoor juist “anders” zijn dan de vele dancehall-artiesten. Aan u om te oordelen... ook dit is een onderdeel van de rijke Jamaicaanse muziekcultuur.
JOHAN GIGLOT – medewerker Kwadratuur, hoofdcoördinator en programmator StressFactor – http://www.stressfactor.be
First Blood is een andere hardcorelegende, ditmaal uit een andere stad in de States waar het genre welig tiert: San Francisco. Een klein decennium geleden opgestaan uit de assen van Terror en Sworn Vengeance, spiegelde dit vijftal zich aan zijn grote voorbeeld: Sick of it All. Een half jaar geleden speelde dit gezelschap nog in Trix om zijn derde langspeler op het publiek los te laten. Verwacht van First Blood niet enkel een show razendsnelle songs die uitnodigen tot oorlogswaanzin in de moshpit, maar ook melodieus leuk onderbouwde nummers vol prettige meezingpartijen en spitsvondige gitaarstukjes. Dit is hardcore van de bovenste plank.
Laurent Garnier behoeft in feite geen introductie. Er is allicht geen mens meer die de saxpartijen op zijn ‘Man with the Red Face’ niet mee kan kelen. Toch is het opmerkelijk dat deze Franse producer en top-dj nooit zijn weg heeft gevonden naar Dour. Maar niet getreurd: Garnier verlegt telkens zijn grenzen. Net als twee maanden geleden op Les Nuits Botanique, gaat de eigenaar van het beroemde F Communications label voor een heerlijk diep borrelende set. De nodige vleugen jazz, trance, minimal of zelfs breakbeats vinden moeiteloos hun weg doorheen de verslavende techno die de man al een kwarteeuw lang op de menigte afvuurt. Of dat allemaal nog niet volstaat, gaat Laurent Garnier voor een zomaar eventjes vijf uur durende liveset (‘Live Booth Session’) waarin medemuzikanten verschijnen en het vingervlug bedienen van laptops en keyboards schering en inslag blijkt.
Lange tijd werden de Noren Lindstrom en Prins Thomas in één adem vernoemd. De twee producers zorgden samen immers voor een nieuwe emotionele injectie in het housewereldje met hun zogenaamde spacedisco. Zachte melodieën, subtiele keyboards en bijna melancholische, onderliggende sfeerklanken verdrongen het noodzakelijke gebeuk van de beats. Tracks van acht minuten of meer kregen subtiele injecties vanuit jaren ’80 discoplaten en dansen zonder glimlach werd een zeldzaamheid. Inmiddels boert Lindstrom goed zonder zijn rechterhand en kiest voor nog meer downtempo elektropop en hypnotiserende, kabbelende muziek, hoewel een funkriffje noodzakelijk blijkt.
Unieke samensmeltingen houden altijd een risico in. Ofwel krijgen toeschouwers echt een legendarisch unicum van ongekende kwaliteit, ofwel komen enkele keiharde artistieke ego’s pijnlijk in conflict op podium doordat elk zijn eigen ding doordrijft. In het geval van Manasseh, Earl 16, Danny Red en Charjan zou het echt wel eens om een memorabele show kunnen gaan. De befaamde Britse Kiss FM reggae-dj bewees reeds lang geleden zijn kunsten als producer op tal van vinylplaten. Daarbij mocht hij ondermeer de begenadigde zanger Earl 16 verwelkomen, wiens stem ook op het werk van Leftfield en Dreadzone te horen is. Live gaan beide heren voor een soundsystem waarin veel kort gebekte rootselementen vervat zitten om voldoende ruimte te geven aan de melancholische, vibrerende zang van Earl 16. Verder verwelkomen ze ook de al even krachtige, maar minder opvallende zanger Daniel Clarke ofte Danny Red en de jongere, meer energieke mc Charjan.
VINCENT WELLEMAM – medewerker Kwadratuur
Tocadisco blijft liever in Brazilië want stond dubbel geboekt voor deze Dour editie. Op het eerste gezicht lijkt het een verlies dat wordt opgevuld met de soortgelijke naam Tensnake. Dat is jammer want deze Hamburgse artiest zal muziek draaien die in geen andere tent te horen zal zijn: “old school” italo disco, en zelfs vers van de pers. Gelieve niet teveel te focussen op technicitijd of geraffineerde mixtechnieken, want dat kan enerverende momenten opleveren. Maar net zoals de muziek is deze man nog één van de oude stempel: iemand die meer belang hecht aan de inhoud dan aan de overgangen. Vergeet je ‘80s blouse niet aan te trekken.
Dat klankmeester Amon Tobin de handen in elkaar sloeg met het trio Noisia, hebben de luisteraars van het omverblazende concert van Tobin nog vers in het geheugen zitten. Met een schwung van gemak worden de meest populaire riedeltjes in een barstend geheel gestoken van knetterende beats, donkere bassen en snerpende drums. Weinig artiesten die met zulke drive de échte dancescène naar hun hand zetten als deze kerels.
BERT MESTDAGH – medewerker Kwadratuur
Beter tegen de klankenregen bestendand is de übervrolijke folkpop van de Franse sensatie The Dø. De groep wist eerder dit jaar met hun tweede album al het goeds te bevestigen wat ze met hun debuut enkele jaren voordien lieten bevroeden. In hetzelfde universum, maar van het gekke soort bevindt zich het dolgedraaide Britse hippiecollectief Edward Sharpe & The Magnetic Zeros. Voor wie het graag wat poprockerig heeft is er het aaibare Syd Matters en wie er graag nog een extra scherp randje bij heeft, kan zich inlaten met een klein uur Blood Red Shoes.
Verder moet een lans worden gebroken voor de reünie van twee heerlijke (net geen cult-) groepen. De eerste zijn de Britpoppers van Pulp, waarvan frontman Jarvis Cocker het tot twee maal toe solo probeerde, maar niet verder raakt dan lovende recensies. Met de reïncarnatie van zijn band krijgt hij ongetwijfeld meer handen op elkaar. Ook de tweede, Suede, is een band die na een onderbreking van ettelijke jaren nog steeds weiden vol publiek verdient.
KOEN VAN MEEL – medewerker Kwadratuur
Billenkletsers zijn het natuurlijk niet, maar als drummer Piet Dierickx het enthousiaste publiek in de Gentse Vooruit trakteert op een “Allez, nog twee nummers en ge zijt er weer vanaf.” is het toch verdraaid moeilijk om een grijns te onderdrukken. Een overtuigende combinatie van ongewassen rocksongs, een sound als een huis, snedige veranderende riffs en gevoel voor humor, dat moet geleden zijn van …. Tja, van wanneer. De drie muzikanten van Drums Are For Parades hebben het dus wel allemaal. Hun enthousiast onthaalde debuut ‘Master’ (inderdaad hoog tijd dat er van hen eens iets op digitale schijf verscheen) is een even knappe als korte plaat, maar laat maar een fractie horen van waar de groep live toe in staat is.
Zijn voorlaatste album ‘The Inevitable Rise and Liberation of Niggy Stardust’ (met producer Trent Reznor) was een tegenvaller, maar een rapper die ooit de wereld een plaat als ‘Amethyst Rock Star’ en een tekst als ‘Not in Our Name’ (dé anti-oorlogshymne ten tijde van de Amerikaanse invasie in Irak) schonk, verdient een tweede kans. En een derde en een vierde als het moet, al was het maar omdat Saul Williams ook zonder muzikale ondersteuning een energie kan laten horen waar de meeste van zijn collega’s vetbetaalde producers voor in huis moeten halen. Op Dour zal het publiek kunnen kennismaken met zijn nieuwe album ‘Volcanic Sunlight’ die ook verschijnt als … badge.
In tegenstelling tot Saul Williams zal Ghostpoet (Obaro Ejimiwe) zich minder beroepen op energie. Zijn lome baritonstem die lekker achter de beat rapt, moet het eerder hebben van een soms wat onderkoelde en duistere sfeer. Klinkt zijn muziek op cd soms wat elektronisch, live doet hij het met live drums en gitaar, wat het geluid een heel ander gevoel geeft. Wie begrijpelijk en terecht verslingerd geraakt is aan de producties op zijn eerder dit jaar verschenen ‘Peanut Butter Blues & Melancholy Jam’ moet niet wanhopen: de zorgvuldig gekozen samples (net als de ingeblikte vrouwenstemmen) heeft hij bij en worden door hemzelf bediend en gemanipuleerd, waardoor zijn set ook echte instrumentale passages krijgt.
Zes jaar heeft het geduurd. Dat is anderhalve periode tussen twee wereldkampioenschappen voetbal of Olympische spelen, maar uiteindelijk heeft 13&God (de samenwerkende vennootschap van The Notwist en themselves) dan toch een opvolger klaargestoomd gekregen voor haar titelloze debuut. ‘Own Your Ghost’ biedt meer van wat de voorganger al liet horen en dat kan geen kwaad: een goed gedoseerde combinatie van kiezelig verfijnde, energieke en introverte rock (ja, het kan) en al even niet vast te pinnen hiphop blijft immers een zeldzaamheid.
Bij zijn eerste passage op Dour in 2006 deelde Flying Lotus nog verwoed promo-cd’s uit, iets waar hij zich nu al lang geen zorgen meer in hoeft te maken. Zijn magistrale set op Pukkelpop 2010 situeerde zich ergens tussen hiphop, elektronica en soundscapes, maar klonk verrassend homogeen, waar zijn releases soms al eens willen bestaan uit het opwerpen van leuke ideeën. Als de programmatoren van Dour nu zo vriendelijk willen zijn om tegelijkertijd met Flying Lotus een of andere publiekstrekker te programmeren (in Hasselt waren dat de Queens of the Stone Age) dan kunnen bezoekers ook nu weer de ruimte hebben om te bewegen.
Een Amerikaan, een Fransman en een Belg die proberen de Belgische staatsstructuur uit te leggen met behulp van zelfgebouwde instrumenten: aan ambitie ontbreekt het Hoquets niet. Hun eerste plaat ‘Belgotronics’ (inderdaad een vette knipoog naar de al even creatieve Congtronics-artiesten) tikt, tokt en tingelt dat het een lieve lust is, maar gaat verder dan het geintje van de houten, plastic of keukeninstrumenten. Liefhebbers van tekstuele ironie kunnen gerust aanschuiven en dansfreaks krijgen gegarandeerd een initiatie in de befaamde Chaud Boulet.