Zes podia die vier dagen lang hiphop, rock, reggae, techno, dubstep, elektronica, metal, dub, hardcore, triphop en enkele verdwaalde coverbands laten horen: een doorwinterde festivalganger heeft niet veel uitleg nodig. Het Dour Festival staat voor de deur.
Dik zijn ze niet gezaaid, de festivals waar de muzikanten van Napalm Death, Tiken Jah Fakoly tegen het lijf lopen, Bon Iver kan bijpraten met Squarepusher, The Flaming Lips straffe verhalen kunnen uitwisselen met Battles en The Skatalites of de oudjes van Ministry en Godflesh hun evaring kunnen doorgeven aan Blackbox Revelation, Selah Sue of Flux Pavilion.
Op Dour kan het elk jaar opnieuw, ondertussen al voor de vierentwintigste keer. Toch surft Dour niet mee op de wild om zich heen grijpende kwaal van de verbreding. De uitgebreide waaier aan stijlen is al jaren het handelsmerk van het festival. Even typisch voor het festival is het negeren van de taalgrenzen. Waar Vlaamse artiesten doorgaans moeilijk op Waalse podia belanden, is Dour al jaren een vaste stopplaats voor Vlaamse en Nederlandse artiesten: van obscuur talent tot gevestigde namen. Met bovendien een sterke inbreng van in Vlaanderen doorgaans weinig bekende Franse of Franstalige groepen, heeft Dour zich een terechte reputatie ontwikkeld van goudmijn voor ontdekkingen.
Voor de bezoekers die niet graag ver- of ronddwalen, bouwt het festival enkele wegwijzers in. Zo worden fans van reggae en dub op zaterdag naar het Magic Soundsystem podium gestuurd en tijdens de weekenddagen naar de Dancehall. Liefhebbers van het zware gitaarwerk komen dit jaar extra aan hun trekken: vrijdag, zaterdag en zondag is de Cannibal Stage integraal van hen en op de slotdag kunnen ze ook terecht in La Petite Maison Dans la Prairie.
Hip- en triphop met een vaak Franse of Franstalige inslag est là in de Magic Soundsystem-tent op zondag. Een dag eerder op diezelfde locatie zijn de ingenieuzere beats, breaks en rhymes thuis. Voor het meer rechttoe rechtaan dance-werk is het optrekken naar De Red Bull Elektropedia Balzaal.
Voor wie het allemaal niet zo goed weet of liever wat variatie heeft, is het echter aangewezen te pendelen, een zoektocht die langs heel wat ontdekkingen, bevestigingen en teleurstellingen kan voeren. Hieronder stippelen enkele muziekliefhebbers en muzikanten hun route uit doorheen de overvolle affiche van Dour 2012.
MAARTEN TIMMERMANS - medewerker ‘Signaal/Ruis’ (Radio Scorpio) en Gonzo (circus) - http://www.radioscorpio.be, http://www.gonzocircus.com
Na een dagje warmdraaien zijn we op vrijdag benieuwd naar de prestaties van Dinosaur Jr., één van onze oude liefdes. Van het trio verschijnt binnenkort trouwens een nieuwe plaat. Benieuwd ook of industriallegende Ministry nog iets voorstelt, anno 2012. We laten het u weten. Voor iets frissere gitaargeluiden duiken we vandaag nog eens La Petite Maison binnen voor de garagerock van de Palestijnse Amerikaan Hanni El Khatib en later op de dag voor de industriële metal van Godflesh. Die laatste band wordt trouwens één van de headliners op Roadburn 2013, maar dit terzijde. En we hebben vandaag ook al de grindcore van Napalm Death achter de kiezen. Gelukkig is er in Wallonië nog geen Joke Schauvliege opgestaan die de decibels aan banden wil leggen. Verder zijn we vrijdag benieuwd naar de prestaties van Actress, Ikonika, Pinch en Mount Kimbie.
Op zaterdag strikte Dour Festival met Bon Iver één van de acts die elk festival deze zomer wilde hebben. Wij openen onze zaterdag met een portie catchy indierock van de betere soort, en wel van het Brusselse BRNS. Zij maakten met ‘Mexico’ al één van onze favoriete nummers van de “lente” van 2012. Daarna steken we over naar de future bass van Antwerpenaar Pomrad. Benieuwd of onze zenuwen live ook zo op de proef worden gesteld als bij het beluisteren van zijn tracks op Soundcloud. Het is in La Petite Maison trouwens de hele dag feest voor liefhebbers van de betere gitaarmuziek, want ook The War On Drugs treedt aan. Met ‘Slave Ambient’ was die band verantwoordelijk voor één van onze favoriete platen van vorig jaar. Dat ex-bandlid Kurt Vile samen met zijn Violators een paar uur later datzelfde podium beklimt is niets minder dan goed nieuws. Van Hudson Mohawke was ons al langer duidelijk dat hij toe was aan een nieuw project. Benieuwd of hij het met TNGHT kan waarmaken.
Op de slotdag kunnen we alleen al in La Petite Maison het fantastische heavy vierluik Red Fang, Ufomammut, Amenra en, als we nog niet helemaal omver geblazen zijn, Baroness aanraden. Die dag zal het er trouwens ook op de Cannibal Stage behoorlijk heftig aan toegaan.
Dat ze op het Dour Festival een voorkeur hebben voor reggae, ska en dub is een understatement. Verspreid over de vier dagen treden heel wat artiesten aan uit de verschillende genres. Maar het meest kijken wij toch uit naar The Skatalites, in de jaren zestig en zeventig de legendarische huisband van het al even legendarische Studio One-label. Afsluiters van een weer goed gevuld Dour Festival voor ons zijn het ongetwijfeld weer hogelijk psychedelisch feestje van The Flaming Lips (benieuwd of ze Erykah Badu meebrengen) en The Ex & Getatchew Mekuria. Lekker trippen op weg naar de uitgang...
De eclectische en overdadige affiche van het Dour Festival kreeg onlangs nog lof toegezwaaid uit onverwachte hoek. Pinkpoporganisator Jan Smeets liet optekenen: “Van Festival Dour krijg ik hele lijsten met namen van bands waar ik nog nooit van heb gehoord. Het is niet meer te belopen. Je hebt er als band ook helemaal niks aan om op een festival te spelen in een kleine tent voor twintig man.” Zolang oude knar Smeets het merendeel van ons hoogstpersoonlijke parcours ook niet kent, zijn wij blij. Enjoy The Music, enjoy Dour!
P.S.: Voor de thuisblijvers is het Dour Festival ook live te volgen via Radio Scorpio en Gonzo (circus). Onder de vlag van ‘Radio United’ zal Radio Scorpio samen met zes andere onafhankelijke radiozenders zoals Urgent en Villabota dagelijks tien uur live uitzenden. Gonzo (circus) blogt dan weer live vanop Dour.
SJAAK OVERGAUW - Premonition Dactory - http://premonitionfactory.com
Godflesh - Een Industrial metal band uit de UK opgericht door Justin K. Broadrick (guitaar, zang) en G.C. Green (bas) en een drumcomputer die later vervangen is door een echte drummer. Wat velen niet weten is dat Godflesh dit genre zo'n beetje heeft uitgevonden, dus een beetje liefhebber zou toch een diepe buiging moeten maken voor deze twee heren. Luister maar eens naar platen als ‘Streatcleaner’ en ‘Pure’, al weer zo'n 20 jaar geleden uitgebracht. Sinds 2010 spelen ze weer live en de laatste keer dat ik ze gezien heb konden ze mij meer dan overtuigen. Doppen in en gaan!
Caribou - Een artiest waar ik bijvoorbeeld nog nooit van gehoord had is Caribou maar toevallig had ik ergens gelezen dat hij in het voorprogramma van Radiohead speelt deze zomer. Kan niet slecht zijn zou je zeggen. Deze uit Canada afkomstige muzikant is nu typisch zo'n muzikant die goed past op Dour. Ik kan er geen duidelijk genre op plakken omdat hij veel verschillende albums heeft uitgebracht. De track ‘Sundialing’ (Andorra, 2007) doen mij denken aan de Krautrock van bands zoals Neu!, maar tracks zoals ‘Odessa’ van het album ‘Swim’ (2010) klinken dan weer als disco/funk uit de 80s. Psychedelica is wel overal hoorbaar en dat bevalt mij prima. Luister maar eens naar ‘Bijoux’ afkomstig van het album ‘Up in Flames’ (2006), dan weet je wat ik bedoel. Ben zeer benieuwd hoe dit live gaat klinken.
Steak Number Eight - Een combi van metal, postrock en sludge waar de energie vanaf spat. Vaak ook met verrassend mooie melodieën. Dat maakt deze band net even interessanter dan andere bands in dit genre en daarmee bereiken ze ook een veel breder publiek. Ik weet niet op welk podium ze gaan spelen, maar ik hoop dat er ruimte genoeg is voor deze talentvolle band uit Wevelgem. En geniet er van mannen, niet iedereen krijgt de gelegenheid om op Dour te spelen!
PIETER-JAN VAN DEN TROOST - zanger Willow - http://www.thisiswillow.be
Fanfarlo - Dit is voor mij zo'n groep die je gaat checken “omdat je er al veel over gehoord hebt” en niet per se omdat je er al fan van bent. Misschien na hun show wel? Op Dour heb ik me alleszins al vaker door zo'n nieuwsgierigheidacts positief laten verrassen.
Against Me! - Als puber heb ik veel geluisterd naar hun eerste plaat. Daarna is mijn punkrock-fase wat overgewaaid en ben ik hen volledig uit het oog verloren. Blijkbaar bestaan ze nog steeds en spelen ze zelfs op het podium waar Willow ook speelt. Wie weet spelen ze nog iets uit die bewuste eerste plaat. Een potentiële nostalgietrip!
Mount Kimbie - Subtiele elektronica voor 's nachts, ideaal Dourmateriaal.
Casiokids - Lekker weirde electropop in het Noors op een donderdagnamiddag, waarom niet?
BRNS - Veelbelovend, opkomend Waals talent. Al zeer straffe songs van gehoord. Hun show wil ik zeker meepikken.
Bon Iver - Iedereen kent Bon Iver intussen wel. Op zijn laatste plaat heeft hij de folk achterwege gelaten, een totaal eigen muzikale wereld gecreëerd en toch in staat gebleken om even hard te kunnen ontroeren. Straf. Die man kweekt klassiekers, me dunkt.
The Flaming Lips - Hun ‘The Soft Bulletin’ moet één van de betere platen van de laatste vijftien jaar zijn. Wat een geweldige experimentele popsongs, wat een sound! En wat een live-reputatie. Helaas heb ik hen nog nooit gezien. Dat laat ik deze keer niet meer opnieuw gebeuren.
Battles - Hun zanger is het recent afgetrapt, maar toch benieuwd of de drummer zijn enorm hoge cimbaal nog heeft. Alleszins: erg straf live!
MATTHIAS MEERSMANS - drummer Codasync - http://www.codasync.com
De Zweden van Meshuggah zijn al zo’n dikke twintig jaar hun unieke muzikale formule (progressieve death thrash fusion, of zoiets) geduldig aan het verfijnen, wat in 2008 tot een hoogtepunt leidde met de klassebak ‘obZen’. In Meshuggahs compositorische spectrum worden alle elementen functioneel gebruikt: elke noot, klank of textuur moet ten dienste staan van een ver doorgedreven polyritmisch labyrint. Het geheel is mede daardoor steeds beenhard, ijzig, uitgepuurd en compromisloos. Op nieuweling ‘Koloss’ schakelen de heren net één versnelling terug, om iets meer ademruimte en metalen subtiliteit in de songs te laten, met logge midtempo krakers als ‘Demiurge’ of de nieuwe single ‘Break Those Bones Whose Sinews Gave it Motion’ als gevolg. Nog altijd complexer dan een geavanceerde vierkantswortelberekening, zij het enorm groovend - en steeds muzikaler.
Tom Jenkinson is terug van eigenlijk niet echt weggeweest. Deze IDM-duizendpoot mag zichzelf met elk van zijn vele albums steeds voor een nieuwe uitdaging hebben gesteld, het torenhoge niveau van zijn eerste vier platen heeft hij zo goed als nooit meer geëvenaard. Tot nu: Squarepushers nieuweling ‘Ufabulum’ komt wel erg dicht in de buurt van zijn producties uit de tweede helft van de jaren negentig. Jenkinson grijpt weer terug naar pure elektronica, volledig geprogrammeerd en dit keer zelfs zonder virtuositeit op de basgitaar. De composities staan als een huis, de klanktapijten zijn modern en oldschool tegelijk en hier en daar zitten ook de nodige, al dan niet spottend bedoelde knipoogjes naar de recentere dubstephype. Nummers als ‘Unreal Square’ of ‘Drax 2’ zijn net die frisse wind die Squarepusher na zijn laatste, licht teleurstellende albums dringend weer nodig had. Waarvoor dank.
GUY VAN CAMPENHOUT - medewerker Kwadratuur - http://www.kwadratuur.be
Het Cannibal Stage is dan weer meer voorzien op stevig metaal, te oordelen naar de bands die er ten dans spelen. Als eerder is de samenstelling bijzonder gevarieerd, en evenzeer mogen er twee grote namen opdraven die nog steeds scherper dan ooit staan en nog steeds het bataljon aanvoeren. Napalm Death blijft de grondlegger van de grindcore samen met Carcass, maar waar Carcass niet echt meer bestaat (de reünie-optredens niet meegeteld), gaat het Britse collectief met brulboei Mark “Barney” Greenway nog altijd door. De laatste jaren worden de heren trouwens weer heftiger dan ooit, dus wie beweert dat mensen zachtmoediger worden met ouderdom, is eraan voor de moeite.
Meteen daarna is het tijd voor de polyritmiek van het Zweedse Meshuggah. Gitarist Fredrik Thordendal en co. bewezen vorig jaar op Ieperfest nog ongenaakbaar te zijn, met een gigantische wall of sound en een aanpak die intrigeert, bestaande uit laag gestemde gitaren, afwijkende drum- en ritmepatronen en de bizarre teksten van schreeuwlelijk Jens Kidman. Het is misschien niet de makkelijkste muziek om te verteren, maar het is wel bij de meest interessante.
Op zaterdag is het podium iets meer hard- en metalcore getint. De vroegere hardcore-klanken met gang shouts en breakdowns zal vast en zeker terug te vinden zijn bij Do Or Die en Skarhead, terwijl daarna het Duitse tweeluik van Caliban en Heaven Shall Burn de meer moderne toer op gaat. Deze laatste twee zijn trouwens quasi tegelijk begonnen, maar stilistisch al lang niet meer in elkaars verlengde te vinden. Zo kiest Caliban resoluut voor melodie, terwijl Heaven Shall Burn nog altijd erg agressief te werk gaat.
Op zondag mag men vooral La Petite Maison Dans la Prairie niet over het hoofd zien, want daar komen toch de betere huidige acts van de zoemende gitaren optreden. Red Fang, Ufomammut, Baroness, Kvelertak en het Belgische Amenra horen allemaal ongeveer in het vakje van bezwerende en zompige gitaarmuziek, maar weten vooral elk hun eigen kleine niche uit te snijden. Kvelertak mixt bijvoorbeeld rockabilly met black metal en stoner, Ufomammut gaat voor de logge drones en Amenra spint hypnotiserende geluidsgolven die trance-inducerend zijn zonder dat er enig hallucinogeen middel aan te pas komt.
VINCENT WELLEMAN - medewerker Kwadratuur - http://www.kwadratuur.be
Er wordt wel vaker gezegd dat het wiel niet opnieuw uitgevonden kan worden, maar men kan er wel toe bijgedragen om het beter te laten draaien. Dat laatste gaat dit jaar op voor de Londenaar Darren Cunningham als Actress met het album ‘R.I.P’. Het retro geluid van de Detroit techno, bekend van Juan Atkins en Jeff Mills, haalt hij vanonder het stof en maakt er een bijzonder luisterwaardige variant mee. Harpachtige geluiden, orkestrale bezettingen, ambient-eske sfeerscheppingen en opzwepende climaxen maken zijn muziek bijzonder gevarieerd.
Vanuit de lo-fi beat scene van Los Angeles komt de laatste jaren ook heel wat verfrissends overgevlogen. Met zijn album ‘Bad Times’ toonde Shlohmo al dat hij de kwaliteitsgraad van zijn ep’s met verve overstijgt. Zijn muziek hobbelt voort op een traag tempo waarachter folkachtige geluiden met vertraagde stemmen voor heel wat melancholie zorgen. Deze stijl zou als basgeoriënteerde shoegaze omschreven kunnen worden. Wie de eclectische dubstep van het Engelse duo Mount Kimbie mist vindt daar dus alvast een waardig alternatief.
Vlak onder de neus gebeuren dikwijls boeiendere dingen dan wat de meesten zouden denken. De Belg Richard Colvaen deelde de helft van een single met de beter bekende Russische producer DZA. Het werk dat Colvaen tot nu toe uitbracht klinkt alvast veelbelovend. Met oorverdovende baslijnen, glimmende samples en vette hiphop beats bokst hij puike tracks in elkaar.
Grondlegger van al het gedoe en gesample tegenwoordig in LA moet meester Dimlite zijn. De Zwitserse pionier is een oud bekende in deze kringen maar is minder commercieel getint dan zijn nakomelingen wat hem bijgevolg minder bekendheid oplevert. Dimlite’s dromerige muziek heeft een experimenteel kantje dat genres als electronica, soul, hiphop, krautrock en jazz aan elkaar rijgt. Ritmes zijn relatief eenvoudig, maar worden rijkelijk aangevuld met geluiden van synthesizers, Rhodes en bewerkte vocalen. Deze instrumentale hiphop zal op een warm middaguurtje vele kopjes laten meeknikken.
Wie kijkt naar de dj-capaciteiten komt gauw uit bij de ongeëvenaarde Dj Koze: een man die voortdurend remix-uitdagingen aangaat van de meest uiteenlopende nummers en stijlen. Tweede op de lijst van “meester in de platenkeuze” is Pinch, die in het begin van dit jaar met zijn Fabriclive cd de graadmeter van de maandelijkse mixcompilaties een aardig stuk omhoog joeg. Hij werkte in het verleden al samen met dubstepartiest Shackleton en is daarnaast baas van het geweldige label Tectonic. Diepe bassen weven allerlei vernieuwend materiaal door elkaar.
Qua situering vormt België een goede brug tussen Berlijn en het Verenigd Koninkrijk. Die verbinding wordt op deze Dour editie muzikaal gebouwd door Scuba, de baas van het befaamde Hotflush label. Hij koppelt de industriële techno groove aan de speelsheid die heerst binnen de huidige UK genres.
De routine verbreken en eens een andere tent binnenstappen is steevast aan te raden. Zo lieten de iconen van Neurosis vorig jaar een pikzwarte schaduw na in La Petite Maison. Dit jaar is het de beurt aan de Gentse sludgecoreband AmenRa om de bezoeker af te matten. Een hese stem schreeuwt vanuit de onderlaag, dwars door loodzware gitaarriffs heen. Doe geen moeite om de beukende klankmuren te pareren.
JOACHIM CEULEMANS - medewerker Kwadratuur - http://www.kwadratuur.be
De rootsreggae is steevast goed vertegenwoordigd op het Dour festival. The Abyssinians zijn wat dat betreft een naam om met rood te onderlijnen in het programmaboekje. De groep werd eind jaren zestig opgericht in Jamaica en is vooral bekend om zijn legendarische debuut 'Satta Massagana' (ook uitgebracht onder de naam 'Forward on to Zion'). Wegens interne strubbelingen wijzigde de line-up van The Abyssinians wel eens, maar nu zouden de twee originele oprichters, vocalisten Donald Manning en Bernard Collins, opnieuw van de partij zijn.
Schaamteloos over het hoofd gezien in Vlaanderen maar ondertussen wel een vaste waarde over de taalgrens: het trio van The Experimental Tropic Blues Band houdt met zijn muziek het midden tussen het stevigere werk van Jon Spencer en de geniale waanzin van Captain Beefheart. Rock'n'roll met een vuil randje, rijp voor de dwangbuis. Live altijd indrukwekkend.
De legendarische Amsterdamse punkband The Ex is na meer dan dertig jaar nog altijd een autoriteit in het genre. Met de Ethiopische jazzsaxofonist Getachew Mekuria werkte de groep in het verleden al een keertje samen, wat een leuk potje jazzpunkafrobeat opleverde. Deze zomer wordt die succesvolle collaboratie nog eens overgedaan tijdens een uitgebreide tournee, met het Dour Festival als voorlaatste stop.
Dinosaur Jr., de band rond J Mascis en Lou Barlow is zowat levende reclame voor Marshall-versterkers. Verstopte oren worden steevast schoon geblazen door de gitaar- en basmuur die de twee Dinosaur Jr-frontmannen tijdens hun live-shows creëren. Ze worden wel eens scheef bekeken omdat hun stijl niet meteen geëvolueerd is op 25 jaar tijd, maar zolang ze kwaliteitsplaten als ‘Farm’ en ‘Beyond’ blijven afleveren hebben criticasters geen poot om op te staan. In september wordt alweer een nieuw album verwacht. Hoera!
Altijd oppassen geblazen met Squarepusher, bassist/elektronicaman Tom Jenkinson. Zijn live-optredens kunnen er knal op zijn maar kunnen eveneens uitdraaien op een gigantische sisser. In het verleden stuurde hij voortdurend zijn kat naar organisatoren maar dat lijkt hij de laatste tijd te hebben afgeleerd. Op zijn nieuwste album ‘Ufabulum’ vindt hij naar verluidt opnieuw aansluiting bij de kwaliteit die hij eind jaren negentig afleverde met de jazzy drill‘n’bassplaten ‘Feed Me Weird Things’ en ‘Hard Normal Daddy’. Eindelijk.
MARIE SWYZEN - medewerker Kwadratuur - http://www.kwadratuur.be
Ook Pomrad is van Belgische bodem. Velen zullen er nog nooit van gehoord hebben, des te meer redenen om eens een kijkje te gaan nemen. Pomrad zal je verrassen met een eigenzinnige mix van beats, samples en loops. De synthesizer is hier alom aanwezig en geeft een heel home made sound. Voor iemand die niet graag de commerciële tour opgaat en eens wilt proeven ruige, maar toch lichte electro-hiphop is het optreden van Pomrad een must see.
Nu gaan we de harde kant op, maar we blijven nog op eigen bodem. De sludgecore van Amenra laat niemand onberoerd. Zoals de term sludgecore al doet uitschijnen, is de muziek van Amenra niet voor de faint hearted. Doe ook geen moeite om de teksten te verstaan, geniet gewoon van de snoeiharde gitaarriffs, screams, drums en hun perfect geplaatste momenten van rust die je even op adem laten komen. Op binnenshows en hopelijk ook op Dour hebben ze een spectaculaire lichtshow en projecties die hun muziek een extra dimensie geven. Niet aangeraden voor epilepsiepatiënten.
Met Deez Nuts gaan we wat verder van huis. Deze Australische band mixt hardcore met rap en dit heel succesvol. Hun rapcore sound is iets wat voor vele hardcore-kenners nieuw kan zijn, maar ook de festivalgangers die niet thuis zijn in de hardcore/punkrock muziek zullen hier ook hun gading vinden. De hardere versie van Limp Bizkit zeg maar. Iets dichter bij huis hebben we de Britse punkrock/post-hardcore van Your Demise. De band speelt de typische post-hardcore die één keer om de twee maanden iets voor middernacht op StuBru te horen is. De vele zanglijnen trekken ook het minder ruige publiek aan en maken dat hun muziek ook beter blijft hangen. Moest de term easy listening hardcore bestaan, dan was die hier zeker op haar plaats.
BEN VAN CAMPFORT - medewerker Kwadratuur - http://www.kwadratuur.be
De bekendere groepen in deze categorie die ik kan raden zijn The Flaming Lips en The Subways. Die eerste kent iedereen wel veronderstel ik? Ze mengen redelijk wat stijlen door elkaar, maar hun nummers blijven wel gemaakt voor het grote publiek.
Dan zijn er een paar minder “standaard” groepen die voor mij toch ook meer dan het vernoemen waard zijn. Om te beginnen Doomtree. Een ensemble van een paar rappers (en een rapster) die er compleet niet uitzien zoals je het zou verwachten. Beats komen van een laptop en van een live bespeelde pad. Little Dragon is een groep die ietwat duistere en mysterieuze muziek maakt, ideaal om bij weg te dromen en echt een band om tijdens Duyster te ontdekken. Uiteraard kan Bon Iver hier ook niet ontbreken. Geen verdere uitleg vereist, denk ik zo.
Tot slot een drietal groepen van het stevigere genre: The Hickey Underworld (met een nieuw album), Against Me! (vrolijke rocknummers met folk invloeden) en Kapitan Korsakov: een stevige rockband die nog best te vergelijken valt met groepen als Psycho 44 of zelfs The Hickey Underworld. Rock van het donkere type.