Op 4 december 2012 overleed de 72-jarige Britse componist Jonathan Harvey, een man die een hoogst originele plaats inneemt in de wereld van de hedendaagse muziek. Van 17 tot 19 mei zet het Concertgebouw in Brugge met Domein Harvey diens werk en daarmee ook diens persoonlijkheid centraal, want de twee zijn niet los van elkaar te zien.
Dat Harvey niet dé grote media-aandacht gekregen heeft, heeft hij grotendeels aan zichzelf te wijten. In tegenstelling tot György Ligeti is hij nooit moeten uitwijken voor artistiek-politieke repressie, hij deed geen boude uitspraken over collega’s zoals die bekend zijn van Pierre Boulez en ook de drastische vernieuwing of de quasi sektarische controle van Karlheinz Stockhausen zijn hem vreemd. Wat overbleef was een man die traditie en experiment met elkaar kon verzoenen tot zinnenprikkelende en emotioneel diepgravende muziek.
Wetenschap
Harvey groeide op met een vader die muziek schreef, beïnvloed door Scriabin and Fauré. Als zesjarige begon Jonathan Harvey piano te spelen en te componeren en als kind kwam hij in de beroemde Engelse koortraditie terecht als zanger in het koor van St. Michael's College, Tenbury, een ervaring die zijn verdere muzikale loopbaan mee zou bepalen. Als kind miste hij echter in de kerkmuziek, ook de toenmalige moderne, scherpe kantjes die hij kende uit de muziek van Sibelius, Stravinsky en Bartók. Een zoektocht drong zich op.
Als student aan het St. John's College (Cambridge) kwam hij op aanraden van Benjamin Britten terecht bij uitgeweken Oostenrijkse docenten die hem in contact brachten met de muziek van Schoenberg en in 1966 maakte Harvey in Darmstadt kennis met Stockhausens ‘Klavierstücke’ en later diens gebruik van elektronica in ‘Gesang der Jünglinge’. De invloed van Stockhausen zou sterk aanwezig blijven, voornamelijk in het gebruik van elektronica. In 1980 wordt hij door Pierre Boulez zelf uitgenodigd om te komen werken in de elektronische studio’s van het Ircam in Parijs, waar Harvey zijn rol van “muzikale wetenschapper” ten volle kan uitleven. Niet zozeer het gebruik van gevonden klanken interesseerde hem, maar wel het analyseren van het geluid om de structuur ervan te doorgronden en zodoende het resultaat maximaal te kunnen manipuleren.
Complexe eenheid
Van die ambitie getuigt Harvey’s muziek. Zijn wonderlijke klankwereld (akoestisch, elektronisch en gemengd) is er niet omwille van het experiment, maar krijgt een menselijke diepgang en lading zonder zweverig of naïef te worden. Harvey’s klankgevoeligheid is zowel sensueel als geestelijk, waarbij de elektronica in het verlengde ligt van het akoestische, het natuurlijke en het menselijke. Ten slotte blijft voor Harvey de rijkdom en de kwaliteit van klank voorop staan, een sterke focus die opnieuw duidelijke invloeden van boeddhisme verraadt.
Gedurende hele Domein Harvey is in het Concertgebouw de achtsporige tapecomposities ‘Mortuos Plango, Vivos Voco’ te horen, het eerste werk dat Harvey in het Ircam realiseerde. De muzikale bestanddelen zijn het zingen van zijn zoontje Dominic en het geluid van de grootste klok van de kathedraal van Winchester. Door het analyseren en manipuleren van de akoestische geluiden weet Harvey ze zo plastisch en kneedbaar te maken dat stem en klok in elkaar overlopen. Daarnaast vermenigvuldigt, harmoniseert, verbuigt en verknipt hij de klanken, tot een coherent geheel dat in het Concertgebouw ondersteund wordt door een video-installatie van het Belgische vj-collectief Visual Kitchen dat al eerder aan de slag gingen met werk van Stockhausen, Berio en te gast was op 10daysOff en I Love Techno.
Vogelzang
Het openingsconcert van de Harvey-driedaagse op 17 mei komt voor rekening van deFilharmonie o.l.v. Edo de Waart. Samen met pianist Ralph van Raat en de elektronica van Studio Champ d’Action zorgen ze voor een van Harvey’s ‘Bird Concerto With Pianosong’, een pianoconcerto waarbij de pianist niet alleen in dialoog treedt met het orkest, maar ook met een veertigtal opgenomen vogelgezangen. Deze komen uit een rond het publiek opgestelde systeem van speakers waardoor de luisteraar in een elektro-akoestische volière terecht komt. Opvallend in dit werk is het elegant bewegende klankbeeld, waarbij van piano en orkest een flexibiliteit en precisie gevraagd wordt, die doorgaans zo typerend is voor de elektronische inbreng.
Op zaterdag 18 mei plaatst Domein Harvey de vocale muziek van de Brit centraal. Het Lets Radio Koor zingt dan het monumentale ‘Summer Cloud’s Awakening’ voor koor, cello, dwarsfluit en elektronica uit 2001. Met een duur van een half uur, een opbouw tot twintigstemmigheid en tot een minuut gerekte glissandi stelt Harvey hier bijzonder hoge eisen aan de zangers. Bovendien duikt ook hier weer zijn fascinatie voor Wagner op met een tekstcitaat uit ‘Tristan en Isolde’ en het beroemde akkoord uit deze opera. Naast ‘Summer Cloud’s Awakenin’ zingt het Lets Radio Koor ook Harvey’s ‘The Angels’ en ‘Plainsongs for Peace and Light’ en plaatst het dit moderne koorrepertoire tegenover dat van de 16de en 17de eeuwse Britten Thomas Tallis en Thomas Tomkins.
Tovenaar
De slotdag van Domein Harvey speelt zich integraal af in de namiddag. Het begint al om 14u met een lecture performance van de Belgische cellist Arne Deforce. Deforce is meer dan goed vertrouwd met de cellomuziek van Harvey, die overigens zelf nog cellist was bij het BBC Scottish Symphony Orchestra. De Belg verzorgde de creatie van Harvey’s celloconcerto en nam op het label Megadisc een cd op met daarop onder andere ‘Advaya’ en ‘Curve With Plateaux’, de twee werken die hij ook in Brugge zal spelen en becommentariëren.
Voor ‘Curve With Plateaux’ uit 1982 laat Harvey de elektronica aan de kant. Louter met de akoestische cello beschrijft de muziek hier een boog van laag naar hoog en terug, waarbij af en toe halt gehouden wordt op een plateau. Harvey zelf vergelijkt het met geboren worden en sterven: de overgang van de wereld van het fysieke en de materie (lage register) via het emotionele naar het spirituele (waarbij hij de cello op de hoogste noot van de piano doet belanden) en de onvermijdelijke terugkeer.
Desoriëntatie
Net als Deforce was ook het ensemble Ictus geen onbekende voor Harvey. In 2001 bracht Ictus de cd ‘Wheel of Emptiness’ uit, volledig gewijd aan muziek van de Brit en voor de opname van ‘Wagner Dream’ tekende de groep opnieuw present. Op ‘Wheel of Emptiness’ zijn twee versies te horen van ‘Ricercare Una Melodia’ (1984): een voor trompet en een voor hobo en tape-delay systeem. In Brugge zal de tweede versie van stuk te horen zijn, waarbij de hoboïst een vijfstemmige canon creëert.
Zoals deFilharmonie Harvey naast enkele van zijn voorbeelden plaatste, zo draait Ictus de rollen om door de muziek van Harvey te confronteren met die van de Spanjaard Hèctor Parra, 37 jaar jonger dan en een gewezen student van de Brit. Parra’s ‘String Trio’ uit 2006 verraadt daarbij verschillende invloeden van zijn voormalige leermeester. De meest opvallende daarbij is het gebruik van elektronica: niet om de natuurlijke klank van de strijkers te verzwelgen, maar om die te verrijken en in een andere context te plaatsen. Al mag gezegd worden dat Parra niet de sonore synthese bereikt (of nastreeft) die Harvey’s muziek zo uniek maakt. Om die uniciteit te ontdekken is Domein Harvey een uitgelezen kans. En hopelijk niet de laatste.