Dez Mona werkt aan een opera. De vraag “waarom” komt daarbij minder op dan “waarom nu pas”? De dramatische en vaak theatrale muziek van de groep leent zich uitermate tot vertellen, ontroeren en beklijven. Zeker als het kan in combinatie met andere interessante muzikanten.
De opera kreeg de titel ‘Sága’ mee, naar de godin van de geschiedenis uit de Germaanse mythologie. Sága vertelt en dat gaan zanger Gregory Frateur, bassist Nicolas Rombouts en usual Dez Mona suspect Roel Van Camp (accordeon) ook doen: voor het eerst tijdens het KlaraFestival (8 september) en later ook nog in deSingel (21 september), Vooruit (9 februari), de Stadsschouwburg in Kortrijk (9 mei) en tijdens de Operadagen in Rotterdam.
Voor deze ambitieuze productie werkte Dez Mona intens samen met het barokensemble BOX en multi-instrumentalist Tijs Delbeke, stuk voor stuk muzikanten die elkaar reeds troffen in andere projecten. Voor het vertalen naar het podium en de cd-opname werd een beroep gedaan op een lichtkunstenaar, een modeontwerpster, een schrijver, een schilder, een fotograaf en een vormgeefster. ‘Sága’ moet dan ook een Gesamtkunstwerk worden.
Eten en drinken
De ambitieuze dimensies van een opera en de figuur van Sága vormden echter niet de aanzet tot het hele project. “Aan de basis van het idee ligt voornamelijk de keuze om muziek te schrijven vanuit een beperking.” zegt Frateur. “We hadden ons voorgenomen om uitsluitend ballades te schrijven en die moesten allemaal rond één en hetzelfde thema draaien. Dit was in de keuze van de uitwerking het belangrijkste om uit te komen bij een opera, namelijk “de zoektocht naar een thuis en het gevoel van thuiskomen”. Al snel was er de link met mythologie zoals de sage van Odysseus en uiteindelijk belandden we bij Sága. Toen we dan een aantal jaren geleden een samenwerking hadden met de mensen van BOX, viel de puzzel in elkaar.”
Voor alle duidelijkheid nuanceert Frateur het opera-etiket. ‘Sága’ wordt immers geen opera met een doorlopende verhaallijn. “Het wordt een concertante opera: muziek zonder acteerwerk. Bovendien zijn alle songs afzonderlijke verhalen zoals in popmuziek, maar dan in het geheel van een eerder klassieke spanningsboog. Uiteindelijk zijn al deze zaken heel organisch op elkaar gevolgd waardoor we uiteindelijk tot het besef kwamen dat we aan een opera aan het werken waren. Daarom zijn we gestart om het ook visueel meer mee te geven dan een popconcert.”
De ruimtes van deSingel waren daarbij voor Frateur een ideale plaats. “Je voelt dat op die plaats gecreëerd wordt in verschillende kunstvormen. Dat geeft een gevoel van rust waardoor je een helderder beeld van je werk krijgt. Ik had bijvoorbeeld een korte writer’s block vlak voor we in deSingel zijn gestart en die was na een paar dagen helemaal voorbij.”
Verliefd op het klavecimbel
De vraag in hoeverre ‘Sága’ een groepsproces, dan wel een verzameling songs van Dez Mona is, laat zich niet eenduidig beantwoorden. Frateur en Rombouts mochten dan de nummers geschreven hebben voor de repetities begonnen, de rol van de andere muzikanten werd gevoelig meer dan het louter spelen van de hen voorgestelde muziek. Frateur: “Een van de belangrijkste uitgangspunten was dat we geen geforceerd samengaan van twee werelden wilden creëren, maar juist één wereld van alle verschillende samen. Nicolas en ik hebben de meeste songs geschreven zoals we dat altijd doen, namelijk de mensen waarmee we samenwerken inspireren om mee in de huid van Dez Mona te kruipen met behoud van hun eigen taal. We zijn in deSingel gestart met vrij eenvoudige drafts van de songs en hebben die samen met alle muzikanten uitgewerkt waardoor je een coherent resultaat krijgt vanuit een punt en niet vanuit verschillende. Heel organisch dus.”
Dat de inbreng van de muzikanten van BOX, Van Camp en Delbeke echt mocht tellen, is te merken aan de berichten in de blog die over het project bijgehouden wordt. Voornamelijk de bijdrage van Stijn Dierckx (die het verhaal van ‘Sága’ dagboekgewijs opvolgde) van 14 juni is niet alleen amusant om lezen, maar laat ook zien dat Frateur en Rombouts open stonden voor meer dan detailaanpassingen.
Ook multi-instrumentalist Tijs Delbeke, die voor zijn eigen groep Sir Yes Sir zelf songs schrijft, kon zich vinden in deze werkwijze. “Het merendeel van de nummers lag inderdaad al op tafel. Bij het luisteren van de demo's viel mij al op hoe mooi die songs waren, ik denk het beste dat ik al van Dez Mona had gehoord. Toch heb ik het gevoel dat wij als muzikanten mee konden en mochten denken tijdens het proces. Vooral structureel is er hier en daar nog wel wat geschoven en gedaan, maar in de eerste plaats stonden we natuurlijk in voor het bedenken van mooie arrangementen.”
Hoewel hij als enige muzikant in het gezelschap niet echt tot een van de twee groepen (Dez Mona of BOX) behoort, heeft Delbeke zichzelf nooit in een speciale rol gevoelen. “Ik heb al met BOX samengespeeld tijdens hun Radiohead-project en heb al zoveel muziek met Gregory gemaakt dat ik me allerminst een vreemde voel binnen Dez Mona. Ik denk trouwens dat Dez Mona een duo is dat mensen rond zich zoekt die passen bij de muziek die Gregory en Nicolas op die manier willen maken. Zo wordt iedereen een beetje Dez Mona. Dat gevoel van betrokkenheid is ook nodig binnen dit soort projecten. Alleen zo kan je het allerbeste bereiken. Ik voelde me misschien nog eerder het buitenbeentje omdat ik niet vast hing aan één instrument. Alle andere muzikanten zijn prima instrumentalisten en ik ben dat niet echt. Ik probeer me zo goed mogelijk uit te drukken op een aantal instrumenten en beschouw de zoektocht naar de juiste klank binnen een nummer als een belangrijk deel van mijn taak. En dat vind ik ook erg leuk, eigenlijk.”
Utopisch
Zoals de muziek door de integratie van verschillende ideeën en instrumenten niet eenduidig is, zo zijn ook de inhoud en de achtergrond van het project eerder een vraag dan een duidelijk antwoord. Naar eigen zeggen wil Frateur in ‘Sága’ op zoek gaan naar een utopische wereld. Of zoals het op de website van Dez Mona staat: “Sága is de godin van de geschiedenis die zingt en verhalen vertelt over de wereld rondom haar. Dez Mona vertelt verhalen over de ziel en gaat op zoek naar hun liefde voor het land, een thuis, de wereld waarin ze leven, haar gebreken en de zoektocht naar het licht in die gebreken. Kiezen we voor iets beter of is het maken van die keuze – welke dan ook – de verbetering an sich? Hopen we op beterschap of blijft dit een utopie?”
Frateur ziet ‘Sága’ als “een thuis waarin je je volledige zelf kan zijn, een plek waarin je je elke dag opnieuw kan ontdekken en waarin je de keuze maakt als mens rijker te worden van inzicht.” Een mooie formulering die hij echter ook desgevraagd concreter kan maken. “Een herkenbare vorm is voor mensen vandaag heel belangrijk. Zodra je hen het herkenbare ontneemt ontpoppen ze zich tot zwervende en slaande zielen. Ik geloof niet in zwervende of slaande zielen, maar in de keuze voor begrip, voor hoop, in de keuze voor liefde, voor rust: niet alleen voor het herkenbare maar ook voor het onbekende. We bezingen met Dez Mona een uitvergroting van onze samenleving, een ideale spiegeling van onze tijd waarin gebreken deel zijn van de perfectie. Niet helemaal onrealiseerbaar dus. Misschien had ik het beter een semiutopische wereld genoemd.”
Oneer
Voor het vertalen van de muziek van deze utopie naar het podium doen de muzikanten beroep op lichtkunstenaar Jan Pauwels en de modeontwerpster Veronique Branquinho, Deze laatste bepaalt sinds hun voorlaatste album ‘Moments of Dejection or Despondency’ uit 2007 de kledinglijn van Frateur en Rombouts.
“Met Veronique was dit niet anders, we zaten meteen op één lijn. De kleding in ‘Sága’ moest sober maar theatraal zijn, stoffen uit onze leefwereld verwerkt in een androgyn silhouet. Dus geen historische kostuums, maar een aards-hedendaags ontwerp: ik in het zwart en de muzikanten in grijs krijtsrepen broekrok met witte hemden. Zoals steeds bij Veronique ligt de kunst in het detail: de plooien, de afwerking. En al zeg ik het zelf: het resultaat is prachtig!”
Vanaf 5 augustus doken de muzikanten de Brusselse ICP studio’s in voor een nieuwe stap van het ‘Sága’ project. Het resultaat van de opnames verschijnt op 26 september op vinyl en cd. In een beperkte oplage van het album zal het totaalconcept van het hele project verder uitgewerkt worden. De idee van een Gesamtkunstwerk zal verder vorm krijgen met de inbreng van Jeroen Olyslaegers die voor een sprookje zorgt, foto’s van Mous Lamrabat en grafisch werk van Stijn Dierckx en Nick Andrews. Het werk van deze laatste drie is momenteel reeds te bekijken op de website van Dez Mona, Het integreren van de verschillende beeldende aspecten is in handen van vormgeefster Inge Rylant.
Wie het proces van ‘Sága’ zelf wil ervaren, kan terecht op de blog waar verschillende betrokkenen bij het project hun bijdrages gepost hebben in de vorm van teksten, poëzie, filmpjes, foto’s en tekeningen. Naast heel persoonlijke en informatieve bijdrages is er ook plaats voor de “kleine” kantjes van de onderneming: Tijs Delbeke die het even niet meer zo geweldig interessant vindt (23 juni), kokkin Anita die op 25 juni de neiging krijgt het erg gezellig te maken, Nicolas Rombouts die op 29 juni terugblikt op twaalf dagen zonder sigaretten, Gregory Frateur die zijn ambivalente relatie met het Engels uit de doeken doet (3 juli) en Jutta Troch, Tijs Delbeke en Roel Van Camp die zich laten verrassen door het alarm van de ICP-studio’s. Ook dat is ‘Sága’. Al zijn het de kantjes die bij de doorsnee operaproductie niet tot bij het publiek geraken.