Met de verjaardagen die recent gevierd werden van klinkende namen uit het operarepertoire (vorig jaar vierden we de verjaardag van Richard Wagner, Giuseppe Verdi en Benjamin Britten, dit jaar is het de beurt aan Richard Strauss) zou men bijna vergeten dat in 2014 ook Carl Philipp Emanuel Bach, Johann Sebastian Bachs tweede zoon, in de bloemetjes gezet mag worden. Carl Philipp Emanuel Bach werd precies driehonderd jaar geleden, op 8 maart 1714 geboren. Het is dan ook ter ere van CPE Bach, de belangrijkste exponent van de zogeheten ‘Empfindsamer Stil’ dat het Antwerpse muziekhuis AMUZ tussen 6 en 9 maart een festival organiseert waarop enkele van de grotere namen uit de barokwereld uit binnen- en buitenland te gast zijn.
Vader Bach was zijn hele leven lang in dienst van lokale hoven en kerkelijke instituties in Saksen en zijn oudste zoon, Wilhelm Friedemann, volgde in die voetsporen. Bachs jongere zonen kozen echter carrières die een stuk kosmopolitischer waren. Zo vestigde Johann Christian Bach zich bijvoorbeeld in London, het opkomende commerciële centrum van Europa, om er muziek te schrijven voor een groeiende en rijke burgerij. Carl Philipp Emanuel zocht het wat dichter bij huis en werd hofcomponist aan het Pruisische hof van Frederik de Grote in Berlijn en vervolgens muziekdirecteur in de rijke handelsstad Hamburg.
Amandine Beyer
Het was voor de Pruisische vorst dat hij de fluitconcert en –sonates componeerde die Frederik verlangde maar daarnaast was CPE Bach in Pruisen ook actief in zowat elk populair genre van instrumentale muziek. Bachs aanstelling in Hamburg resulteerde dan weer in de compositie van talloze oratoria, passies, cantates en motetten. Bachs instrumentale muziek staat op dit festival echter centraal: het concerto, de sonate voor klavecimbel solo of voor klavier met een begeleidend instrument erbij of de symfonie waren omstreeks het midden van de achttiende eeuw relatief nieuwe genres en ze illustreren goed de zoektocht van componisten als CPE Bach naar nieuwe een eigentijdse expressiemiddelen.
Het festival gaat van start op donderdagavond 6 maart met een concert om 21u van barokvioliste Amandine Beyer. Beyer was vorig jaar ook al in AMUZ te gast, toen ze de vioolsonates en –partita’s van vader Bach ten gehore bracht. Nu is het de beurt aan drie sonates voor pianoforte en viool van Carl Philipp Emanuel, sonates die ze samen het pianofortespeler Edoardo Torbianelli brengt. Het zijn geen sonates die, zoals Bachs partita’s, achteruit kijken naar de polyfonie van de Duitse zeventiende eeuw. Carl Philipp Emanuel Bachs kamermuziek is daarentegen zowel representatief voor de galante stijl van het vroegclassicisme als voor de innerlijk verscheurde Sturm-und-Drang beweging, met zijn plotse contrasten en tragische ondertoon. Dat twee van de sonates, die in b, Wq 76 en die in c, Wq 78 daarbij in een bewogen mineurtoonaard geschreven zijn, mag in dat opzicht zeker geen toeval heten.
Kölner Akademie
CPE Bachs leven, in het midden van de achttiende eeuw, valt samen met een verschuiving in het muzieklandschap van religieuze muziek naar seculiere muziek, die aan adellijke hoven of zelfs voor de burgerij gespeeld kon worden. Zulke muziek bestond natuurlijk al langer maar het relatieve belang dat wereldse muziek won, zorgde voor een bloei van nieuwe genres. De symfonie en het strijkkwartet zijn de beste voorbeelden van zulke types muziek en het Duitse barokorkest
Kölner Akademie geeft op vrijdag 7 maart, om 21u, twee prachtvoorbeelden van CPE Bachs symfonische werk, met de symfonieën in e, Wq 178 en G, Wq 181. Ze mogen aantonen dat Bachs niet enkel op het gebied van instrumentatie en textuur nieuwe wegen opzocht maar ook inhoudelijk een andere richting koos dan zijn vader. De symfonie in e mineur bijvoorbeeld mag typerend heten voor de Sturm-und-Drang stijl die zo populair bleek in het midden van de achttiend eeuw, met zijn tragische atmosfeer, plotse karakterwisselingen en dramatische melodieën. In dezelfde geest componeerde CPE Bach ook zijn celloconcerto in a mineur, Wq 170. Het is, naast het celloconcerto in A, Wq 172, een van de twee concerti waarmee cellist
Roel Dieltiens het programma vervolledigt. Hoewel de cello in Bachs tijd niet meteen het meest courante solo-instrument was, tast CPE Bach de technische en expressieve grenzen van het instrument meesterlijk af, met finales die bijzonder virtuoos klinken en innige langzame delen.
Il Fondamento
Het Vlaamse barokorkest Il Fondamento slaat de brug met muziek van componisten uit een vorige generatie, op zaterdag 8 maart, om 21u. Ze koppelen Carl Philipp Emanuel Bachs muziek aan die van Georg Philipp Telemann, niet alleen Bachs peetvader maar ook voorganger als muziekdirecteur in Hamburg. Als componist van orkestrale suites kende Telemann zijn gelijke haast niet en de twee suites die Il Fondamento hier voorstelt, vertellen waarom: met hun telkens gevarieerde karakter, pittige ritmiek en kleurrijke orkestratie zijn zowel de suite in D, TWV55-D21 en die in F, TWV55-F3 prachtvoorbeelden van Telemanns onuitputtelijke inventie. Het zijn bovendien werken die laat in het oeuvre van Telemann vallen en die dus chronologisch nauw aansluiten met de muziek van Bachs tweede zoon. Op stilistisch gebied staan beide mannen echter verder uit elkaar: tegenover Telemanns weelderige verbeelding staat de meer uitgepuurde stijl van Bachs ‘Sinfonia’ in G groot, Wq 180. Het is een werk met een minder dichte textuur en een expressief langzaam deel in mineurtoonaard dat gerust de vergelijking met Haydns vroege symfonieën aankan. Omdat CPE Bach bovendien hofcomponist van de traversospelende koning Frederik de Grote was kon een concerto voor traverso, strijkers en continuo, Wq 13 op dit festival niet ontbreken, met éminence grise Barthold Kuijken als solist traverso.
Miklós Spányi
Ver van de bewogenheid van de Sturm-und-Drang stijl van de symfonieën staat dan weer de zogeheten ‘Empfindsamer Stil’ van Bachs klavierwerken. Een van de belangrijkste beoefenaars van deze intimistische stijl van componeren, die halverwege de achttiende eeuw zo populair was, was CPE Bachs oudere broer Wilhelm Friedemann maar ook Carl Philipp Emanuel heeft een aanzienlijk repertoire klaviermuziek bij elkaar geschreven. De Hongaarse pianist Miklós Spányi geeft op zondagochtend, omstreeks 11u een matineeconcert met daarop een selectie van CPE Bachs sonates, met hun delicate, ietwat maniëristische maar vaak heel innige karakter. Hij doet dat bovendien op het klavechord, het zachtere, intiemere broertje van de klavecimbel. Het klavechord was niet meteen het concertinstrument bij uitstek, want daarvoor was zijn klankvolume te klein maar het bleef een populair oefen- en huisinstrument tot net voor het begin van de negentiende eeuw, toen de nieuwe pianoforte zijn rol overnam. Net die kleinschaligheid zorgt ervoor dat het een geknipt instrument is om Bachs vertrouwelijke kamermuziek van naderbij te bekijken.
De afsluiter van dit korte festival wordt gevormd door klavecinist Rinaldo Alessandrini en gambaspeler Paolo Pandolfo, in een programma dat twee sonates voor gamba en continuo belicht, naast een solosuite voor klavecimbel. Bachs gambasonates zijn relatief vroege werken, die naar alle waarschijnlijkheid voor een virtuoos uit de hofkapel van Frederik de Grote gecomponeerd werden. Alessandrini staat, als leider van het ensemble Concerto Italiano, eerder bekend om zijn opera-uitvoeringen, vooral dan van vroege Italiaanse opera. Paolo Pandolfo is daarentegen een muzikale duizendpoot, die zich naast gambaspelen (onder meer lange tijd bij Hespèrion XXI en Jordi Savall) ook met jazz en lichte muziek bezig houdt. Een interessant duo dus om CPE Bachs gambasonates te horen uitvoeren en zeker een waardige afsluiten voor dit driehonderdste verjaardagfestival!
Meer over CPE BACHinPRIMETIME
Verder bij Kwadratuur
Interessante links