Geen enkel festival ademt zo het begin van de zomervakantie uit als Couleur Café. Drie dagen lang het geluid van reggae, hiphop, latin, funk, soul, dance, rock en alle mogelijke tussengebieden in hartje Brussel: de setting op het terrein van Tour & Taxis blijft uniek.
Al even typerend voor het festival is de internationale programmatie met naast een Anglo-Amerikaanse ook een zuiders en een sterke Franse en Belgische insteek. Traditioneel zet het festival qua grote namen zwaar in op hiphop en reggae, waarbij de optredende artiesten ook op meer traditionele festivals publiekstrekkers zouden kunnen zijn. Met De La Soul (met tienkoppige band), Public Enemy (dat in 2012 een kwart eeuw beats en rhymes viert), Nas en Erykah Badu is er duidelijk geld noch moeite gespaard om de goed gevulde editie van 2011 te evenaren. Fans van reggae en aanverwante stromingen worden getrakteerd op Gentleman, dancehall-vedette Sean Paul en als bij wonder hebben de organisatoren van het festival nog een zoon van Bob Marley gevonden die ze nog nooit op bezoek hadden, waardoor Stephen Marley eindelijk in het rijtje van usual suspect Damian en Ziggy kan komen staan.
Vrijdag 29 juni - Stammentwisten
It’s a family affair, zeker op de openingsdag van het Couleur Café. Met het Boban i Marko Markovik Orkestar van trompetspelende vader en zoon Markovich verschijnt een van de meest besproken Balkan brassbands in Brussel. Vorig jaar toerde deze brok koperblazergeweld nog met de ‘Balkan Brass Battle’, een krachtmeting met de Roemenen van de Fanfare Ciocărlia, maar deze keer doen ze het alleen: Oost-Europees topamusement. Meer vader en zoon toestanden zijn er voor de liefhebbers van het diepere werk met Lee & Omar Perry, Adrian Sherwood & The Homegrown Band, een band die nog het gemakkelijkst te omschrijven valt als de nv dub. De knotsgekke en legendarische Lee “Scratch” Perry geldt als een van de pioniers van de dub en begon zijn carrière bij het legendarische Studio One. Zijn bloedeigen zoon Omar omschreef vaderlief in Humo ooit als “echt gek”, maar met de aanvulling dat alle grote muzikanten gekken zijn. De Britse producer Adrian Sherwood mag op Couleur Café proberen om Lee Perry binnen de perken te houden, geen sinecure, zelfs niet voor de oprichter van het legendarische label On-U Sound.
Eveneens uit Afrika, maar opererend in het meer populaire genre is Magic System. Met springerige beats, een dito ambiance en aanstekelijke samenzang is de zouglou van deze Ivorianen echte feel good muziek. Op hun laatste echte studioalbum (de recentere verzamelaar even buiten beschouwing gelaten) ‘Toutè Kalé’ krijgen ze de hulp van reggae-iconen als Tiken Jah Fakholy en Soprano. Een gastverschijning van deze laatste behoort zeker tot de mogelijkheden, aangezien die met zijn eigen hiphopgroep Psy4 De La Rime eveneens op Couleur Café geprogrammeerd staat.
Vrijdag is trouwens ook soul- en R’n’B-dag met twee bands die elk een ander spectrum van deze muziek belichten. Uit de VS komen Sharon Jones & The Dap-Kings (de band die ook te horen was op Amy Winehouse’s ‘Back to Black’) die voor een meer gepolijst geluid kiezen dan hun tegenhangers van The Excitements. Best wel opmerkelijk, aangezien net deze laatste band uit Spanje komt aanwaaien. Niet zo opmerkelijk voor wie weet dat zangeres Koko-Jean Davis (die meer dan eens aan de jonge Tina Turner doet denken) opgroeide in de VS.
Belgische acts van de openingsdag zijn de electropopgroep Joshua en enkele artiesten uit Wanted!, de vlag waaronder Couleur Café Belgische muzikanten een podium wil geven. Zo valt de Gentse singer-songwriter Sarah Ferri de eer te beurt om het festival te openen. Haar fascinatie voor klassieke jazzzangeressen en zigeunerswing druipt van haar eigen werk af. Hiermee plaatst ze zich enigszins naast Lady Linn, al pakt Ferri het wat dromeriger aan.
Zaterdag 30 juni - Schemerzones
Op de tweede dag trekt Couleur Café resoluut de kaart van de mengvormen, de bands die nergens of niet alleen ergens thuishoren. Ruzzo & Roldan (ex-Orisha’s) blijven de Cubaanse hiphopesthetiek van hun voormalige band trouw, de vlotgebekte mc Admiral T doorspekt zijn stomende en groots klinkende dancehall met het geluid van de Antillen en wie vaker festivals bezoekt, is zeker al de reggae-hiphop-funk-drum’n’bass van het Franse Le Peuple de l’Herbe tegengekomen. Dat voor stijlmixen niet naar het buitenland gekeken moet worden, bewijst het deels Belgische La Chiva Gantiva dat latin met een rockdrive brengt of Kaer (ex-Starflam) die met een live band zijn hiphop een Zuid-Amerikaanse inslag geeft.
Andere aanraders voor zaterdag komen uit meer zuidelijke streken. De Afro mag dit jaar op Couleur Café wat minder goed bedeeld zijn, zeker wat grote vedetten betreft, met Mokoomba uit Zimbabwe is er toch een waardige vertegenwoordiger. Nu eens donker en diep gegroefd, dan weer met een twinkelende Zuid-Afrikaanse lichtheid of een klein vleugje latin laat de band op haar nieuwe cd ‘Rising Tide’ (geproduced door Manu Gallo, geen onbekende voor bezoekers van Couleur Café) horen welke richtingen ze uit kunnen, zonder expliciet buiten de grenzen van het moedergenre te treden. Voor diegenen die het van Afro nog niet warm genoeg krijgen, is er Bomba Estéreo. Wie problemen heeft met zweetlucht kan beter meteen andere oorden opzoeken, want de opzwepende cumbia van deze Colombiaanse band bleek vorig jaar op Sfinks al een onweerstaanbare uitwerking te hebben op het publiek. Met hun sterk elektronisch gekleurde geluid moeten ze echter nog beter thuis zijn op Tour & Taxis. Hun voorkeur om slechts zelden pauzes tussen de nummers te nemen, maakt van hun optredens een uitputtingsslag voor muzikanten en publiek die meestal eindigt met hele plassen condens op de grond.
Zondag 1 juni - Kleintjes worden groot
De slotdag van Couleur Café lijkt op papier de minst spannende, al zijn er wel enkele aangename, oude bekenden die opnieuw present zijn. Het festival heeft namelijk een traditie om artiesten te laten terugkeren. Niet zelden stonden die eerst op een kleiner podium om daarna op een groter te verschijnen. Dit is het geval voor de Franse soul van Ben l’Oncle Soul: twee jaar geleden als nobele onbekende in de Fiesta, nu vooral te gast in grotere zalen en als voorlaatste op de Titan. Een gelijkaardige terugkeer, maar dan in zakformaat is die van de het Belgische 11-koppige Peas Project. In 2006 was deze band een Wanted!-act, nu staan ze er op eigen kracht en met een nieuwe album ‘Power & Romance’ vol stuiterende electro, funk en hiphop. Het album heeft wisselvallige kantjes, maar verraadt desondanks het potentieel van een ijzersterke live-band.
Qua hiphop doet het festival het op zondag het wat rustiger aan, met de Franse beatboxer, mc en imitator Eklips, maar vooral Childish Gambino, het alter ego van acteur-muzikant Donald Glover. Zijn muziek kleurt nu eens sterk electro, dan weer episch groots, zoals te horen is op ‘Camp’: Gambino’s derde plaat, maar wel de eerste die vlot verkrijgbaar is.
De meest in het oog springende bands zijn die met een opmerkelijke bezetting. Zo drijft de electro-rock van het Frans-Amerikaanse General Elektriks op vintage keyboards, wat meteen voor een heel eigen geluid zorgt. Hetzelfde kan gezegd worden van het Hypnotic Brass Ensemble, een hiphopbrassband uit Chicago die hoofdzakelijk bestaat uit acht broers die het niet van vreemden hebben. Vader speelde nog bij Sun Ra en stond mee aan de wieg van het legendarische en voor de jazz essentiële AACM. Met trompetten, trombones, bariton, sousafoon en percussie spelen ze in dezelfde categorie als de Rebirth Brass Band en de Youngblood Brass Band. Op cd zijn ze echter nog niet in staat om de opwinding van deze geestesgenoten te evenaren. Het is dus afwachten wat het op het podium zal geven.
Mocht het niet lukken, dan hoeft een bezoeker van Couleur Café zich nog niet te vervelen. Een bezoekje aan het Solidarity Village (met stands van diverse verenigingen en acties) of het Cool Art Café, samengesteld door fotograaf Herman Bertiau rond de niet vanzelfsprekende relatie tussen mens en natuur, zijn volwaardige alternatieven, net als de fanfares, de dansworkshops en de parades op het terrein.