Op 24, 25 en 26 juni trekt de festivalzomer zich op gang in Tour & Taxis waar Couleur Café drie dagen lang reggae, latin, Afro, hiphop en zigeunermuziek laat horen, al dan niet in sterk gemengde vorm.
De succesformule die de organisatoren al jaren alles behalve windeieren legt, wordt ook dit jaar bewaard: een ongedwongen, haast familiale sfeer (ondanks de afmetingen van het terrein en het groot aantal bezoekers) met naast muziek ook veel aandacht voor randanimatie, het culinaire en de beeldende kunsten. Muzikaal speelt het festival voor de grotere namen traditiegetrouw op veilig, waardoor de bovenlaag van de artiesten weinig verrassingen biedt. In de onderlagen durft de muziek meer onvoorspelbaar worden, waardoor ook diegenen die zich willen laten verrassen aan hun trekken kunnen komen.
Dynastieën uit Jamaica en Afrika
Een andere muziekstamboom die geregeld op het festival opduikt is die van het Nigeriaanse geslacht Kuti. De zonen van Afrolegende Fela Kuti zijn geen onbekenden in Brussel: Femi stond er al meermaals op het podium en dit jaar is het de beurt aan Seun Anikulapo Kuti & Egypt 80, het orkest dat de jongste zoon overnam bij het overlijden van de vader.
De kroon op het Afrikaanse werk wordt echter zondag geplaatst, met het eerste openluchtoptreden van het project Congotronics vs Rockers. Het aantal “alternatieve” bands, muzikanten en producers dat zich de laatste jaren geout heeft als fan van Congotricsgroepen (traditionele Congolese muziek die gebruik maakt van primitieve elektronica) als Konono No. 1 en de Kasai Allstars is ondertussen niet meer te tellen. Een klinkende bewijs daarvan verscheen vorig jaar met het dubbelalbum ‘Tradi-Mods vs Rockers’ waarop Westerse artiesten arrangementen, covers, remixen van of nieuwe nummers geïnspireerd door Congotronics brengen.
Op 12 mei van dit jaar verzamelden tientallen muzikanten zich op het podium van het Koninklijk Circus om nog een stap verder te gaan. Konono No. 1 en de Kasai Allstars speelden live samen in een monsterverbond met Juana Molina, Deerhoof, Skeletons, Hoquets, Wildbirds & Peacedrums en hun producer Vincent Kenis. Het repertoire bestond uit covers van de deelnemende muzikanten en composities die door de wisselwerking tussen de verschillende artiesten ontstaan waren. Op zondag 26 juni vormt het concert van dit indrukwekkende project op Couleur Café het startschot voor een internationale tournee.
Kleine broertjes uit het zuiden en het oosten
Even opmerkelijk als de terugkeer van Sergent Garcia is het afscheid van de Spaanse band Ojos de Brujo die naar verluidt op Couleur Café zijn laatste optreden zal spelen. Een unieke kans om een groep aan het werk te zien die er in slaagt flamenco met een poppy en funky inslag te brengen, waarbij de scherpe ritmes aanwezig blijven en de muziek dus niet gesteriliseerd wordt, maar blijft leven en bruisen.
Calle 13 uit Puerto Rico doet het anders. Deze negenkoppige band (aangevoerd door de stiefbroers René Pérez en Eduardo Cabra) stoeit met reggaeton (zonder het machoaspect), cumbia, electro en hiphop en neemt zo de Latijns-Amerikaanse cultuur mee naar de uithoeken van het muzikale spectrum.
Blik op het westen
Wanneer het muzikale kompas op het westen gericht wordt, focust Couleur Café op de hiphop, waarbij deze cultuurterm dit jaar niet louter geïnterpreteerd wordt als “rap”. Want naast de Amerikanen Method Man & Red Man is dit jaar ook DJ Shadow te gast: de producer die met zijn grotendeels gesamplede, instrumentale albums ‘Endtroducing…’, ‘The Private Press’ en de concert-dvd ‘In Tune and On Time’ (2004) hiphopgeschiedenis schreef en muziekfans uit allerlei genres aan zich wist te binden. Van iets noordelijker komt de Canadese dj Kid Koala die als tiener gold als een buitengewoon talent en dat etiket jaren later nog lijkt mee te sleuren. Hij deed de voorprogramma’s van Radiohead, Beasty Boys en Björk, maar op zijn muzikaal te dunne cd’s kwamen zijn indrukwekkende vaardigheden als concert-dj nog niet echt uit de verf.
In de “zuivere” popsector vallen vooral Seal en Janelle Monáe op, waarbij het vooral uitkijken wordt naar deze laatste die haar muziek doorspekt met funk en hiphop en die met ‘ArchAndroid’ in 2010 een aanstekelijke plaat afleverde. In de populaire regionen trekt Couleur Café traditiegetrouw ook vaak de Franse kaart. Dit jaar gebeurt dit o.a. met de singer-songwriter Irma en de uit Tunesië afkomstige Yael Naim wiens zacht georkestreerde, Emiliana Torrini-achtige single ‘New Soul’ in 2008 kon mee surfen op de vleugels van de promotiecampagne voor de MacBook Air.
Belgische microkosmos
De Belgische vertegenwoordiging op Couleur Café lijkt een microversie van het grote festivalconcept met bekende namen als Absynthe Minded, Arsenal, Selah Sue en Puggy naast te ontdekken groepen, die de verschillende invalshoeken van hun buitenlandse collega’s verenigen. Met Selah Sue en Puggy lijkt het festival aan een eigen muzikale dynastie te bouwen, zonder tussenkomst van Afrikaanse of Jamaicaanse geslachten. Beide acts stonden immers al eerder op het programma (respectievelijk in 2009 en in 2007, het jaar met de brand op het terrein) in het kader van de Wanted wedstrijd, waarmee Couleur Café actief op zoek gaat naar nieuwe artiesten uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië.
Wie desondanks even liever niet voor een podium gaat staan, kan luisteren en meewandelen met de paraderende fanfares, binnenwandelen bij een ngo-stand in het Solidarity Village of verkoeling zoeken bij de tentoonstelling in het Cool Art Café dat dit jaar door Herman Bertiau werd samengesteld onder het thema ‘Do You Believe’.