Met hun Afrikaans geïnspireerde trioalbums gaven Aldo Romano, Louis Sclavis en Henri Texier van 1995 tot 2005 kleur aan de hedendaagse Europese jazz. Ongeveer zeven jaar na hun derde en voorlopig laatste plaat ‘African Flashback’ trekt het Franse gezelschap opnieuw op tournee. Samen met De Beren Gieren spelen ze op 28 februari in de Gentse Vooruit.
Het trio Romano-Sclavis-Texier vormt een aparte voetnoot in de recente geschiedenis van de Europese jazz. De muziek van dit Franse gezelschap is namelijk geïnspireerd door enkele reizen doorheen het Afrikaanse continent, reizen die werden ondernomen onder impuls van fotograaf Guy Le Querrec. In 1990 stelde deze aan een bevriend promotor voor om drummer Aldo Romano (1941), klarinettist Louis Sclavis (1953) en contrabassist Henri Texier (1945) - op dat moment enkele van de meest vooraanstaande Franse jazzmusici - samen te brengen voor een tournee doorheen verschillende Midden-Afrikaanse landen, een idee dat gaandeweg zou uitgroeien tot een hoogtepunt in de carrières van alle betrokkenen.
Die eerste Afrikaanse tournee (later zou nog een tweede volgen, maar dan in het zuiden van het continent) leidde tot het album ‘Carnet de Routes’ (1995), waarop het trio de opgedane impressies vertaalde naar melodieuze jazz met een bruisende polyritmiek. Bij deze cd zat tevens een prachtig boekje met foto’s van Le Querrec, want de fotograaf had het trio op zijn tournee vergezeld en een hoop herinneringen op de gevoelige plaat vastgelegd. De samenwerking tussen de musici en “le griot” (zoals de fotograaf ook wel werd genoemd) zou een succesformule blijken en geleidelijk aan zou men Le Querrec zelfs als het vierde lid van de band gaan beschouwen – zijn naam staat bijvoorbeeld steevast op de cd-hoes vermeld. Vooral op het laatste album van het trio Romano-Sclavis-Texier ‘African Flashback’ (2005) kwam dat nadrukkelijk tot uiting.
‘Carnet de Routes’, een plaat die oorspronkelijk werd opgevat als louter een aandenken aan een geslaagd project, kon op onverwacht veel bijval rekenen waarop de groep in 1998 besloot om de samenwerking voort te zetten. Romano, Sclavis en Texier trokken samen met Le Querrec voor een tweede keer naar Afrika, niet om diezelfde reis nog eens over te doen, wel om op zoek te gaan naar nieuwe avonturen en nieuwe inspiratie. De vier trokken deze keer naar het zuidelijk gedeelte van het continent en kwamen terug met een hoop nieuwe composities (en natuurlijk ook foto’s) welke op het tweede album ‘Suite Africaine’ (1999) terechtkwamen.
Een nieuwe Afrika-reis kwam er niet meer maar dat betekende daarom nog niet het einde van deze succesvolle samenwerking. Voor hun derde en (voorlopig) laatste trioplaat vonden de musici namelijk inspiratie in het werk van hun voormalig reisgezel. De musici maakten elk een selectie van enkele foto’s die de fotograaf gedurende de twee tournees had genomen en werkten daar hun composities rond uit.
De foto’s van Le Qeurrec zijn overigens indringende impressies van het Afrikaanse leven, gaande van de typische en voorspelbare taferelen (bv. een groep vissers op een rivier) tot heel onverwachte shots, zoals dat van een sprekend op Billie Holiday lijkende vrouw op de achterbank van een wagen of de foto van een garage vol bromfietsen en een in de hoek weggemoffeld borstbeeld van Marien Ngouabi, de vermoorde president van Congo-Brazzaville.
Meer dan op de vorige albums, legt het trio op deze laatste plaat een grote variatie aan de dag en zoekt het vaker extremen op. ‘African Flahsback’ kent de voor hen typische, exotisch swingende jazznummers en sporadische freejazzuitbarstingen maar biedt ook ruimte aan de rockgroove van ‘Derrière Le Sable’ en het mooie chanson ‘Viso di Donna’, waarop Romano zijn drumstel verruilt voor een akoestische gitaar.
Ondertussen was het lange tijd stil rond dit project, tot enkele maanden geleden het trio opnieuw een concert speelde tijdens het festival Jazz à Porquerolles (dat overigens tot voor kort integraal te bekijken was op de website van ARTE). Ondanks hun al wat oudere leeftijden blijken de drie nog steeds het nodige vuur in hun concerten te kunnen brengen, maar daar speelt natuurlijk ook de ervaring.
Ervaring is iets wat het voorprogramma van die avond maar in beperkte mate kan voorleggen. In vergelijking met de Franse topact zien De Beren Gieren nog groen achter hun oren. Het trio rond pianist Fulco Ottervanger presenteert in Vooruit namelijk zijn allereerste langspeler, nadat het in 2009 al de hoofdprijs van Jong Jazztalent in de wacht sleepte tijdens Gent Jazz. Naast de Nederlandse pianist bestaat het trio uit bassist Lieven Van Pee en drummer Simon Segers, twee Gentenaars die actief zijn in respectievelijk Collapse en Marvelas Something.
De composities van Ottervanger laten zich niet enkel vangen onder de noemer jazz, maar kennen daarentegen veel invloeden en vermijden al te grote sérieux. Dat levert heel originele pianotriomuziek op waarin enerzijds de klassieke jazztraditie doorschemert en die tegelijk een schizofreen karakter heeft, zij het op een positieve manier.
De leden van De Beren Gieren zijn daarmee duidelijke vertegenwoordigers van de nieuwe generatie jazzmusici, die van hun composities veelzijdige en onvoorspelbare collages maken. In vergelijking met hun oudere collega’s Aldo Romano, Louis Sclavis en Henri Texier, nemen deze jonge wolven hun bochten wat scherper en bruusker, wat de nodige risico’s inhoudt. Vanzelfsprekend zorgt dat ook voor verrassingen, zowel muzikaal als conceptueel. Kortom, het belooft een mooi contrast te worden in Vooruit en tevens een klein generatieconflict. Op artistiek vlak althans.