Van 28 tot en met 30 juni heeft in het Limburgse Bree het Afro-Latino Festival plaats, ook dit jaar weer een smeltkroes van zonnige klanken uit Afrika, de Caraïben, Latijns-Amerika en Europa.
Drie dagen lang reggae, dancehall, reggaeton, Afro, cumbia, latin, salsa, rumba, soukous en alles wat daar tussen ligt: het profiel van Afro-Latino mag dan duidelijk zijn, eenkennig is het festival zeker niet. De parallellen met tegelijkertijd georganiseerd Couleur Café zijn meteen duidelijk, maar in tegenstelling tot het Brusselse festival blijven ze in Bree weg uit zuiver Noord-Amerikaans of Europees vaarwater. Dit wil echter niet zeggen dat Afro-Latino de muzikale tradities alleen “zuiver” aanbiedt. Dat de deuren openstaan naar hedendaagse invloeden wordt meteen duidelijk op vrijdag 28 juni.
Vrijdag: van elektronica en traditie
Echt nieuw is het elektronisch updaten van een muzikale traditie niet meer, maar het blijft wel nog steeds vragen en reacties oproepen. In het spoor van bands als Bajafondo Tango Club en Gotan Project elektrocuteert Otros Aires de tangowereld sinds 2003. Eerder dit jaar verscheen ‘Otros Aires 4’, waarop de band onder andere te horen is in Lou Reeds ‘Perfect Day’. De tangowortels blijven echter overduidelijk aanwezig in het audiovisuele spektakel dat de uit Buenos Aires afkomstige band op het podium brengt waarbij naast de elektronica vooral de live-inbreng van onder andere piano, bandoneon en gitaar het geluid bepaalt.
Meer poppy klanken, maar dan uit de Caraïben zijn er met Popcaan (dancehall die mijden is voor wie het moeilijk heeft met clichérijke clips), de reggaeton van Tegui Calderón en de jumpy kompa van T-Vice.
Spektakel op het podium is er met het Congolese Black Bazar, een typische, stevig uit de kluiten gewassen rumba- en soukousband die staat voor meerstemmige zang, twinkelende gitaren en de alom bekende groepschoreografieën.
De spectaculairste verschijning op vrijdag is echter Tambours du Bronx, een band die drijft op het ritmische geluid van olievaten waar blote torso’s met houten sticks op tekeer gaan. In de 26 jaar dat de Franse band actief is, deelden ze het podium met KoЯn, Sepultura, Led Zeppelin en Killing Joke en versleten ze al meer dan 13000 vaten. Het aantal sticks dat in diezelfde periode sneuvelde, is haast niet meer bij te houden, wetende dat de 17 drummers er elk gemiddeld zo’n drie paar stokken per concert door draaien. Sinds de jaren ’90 maakt de band ook gebruik van elektronica, waardoor het tribaal-repetitieve geluid van de groep een industriële twist gekregen heeft.
Zaterdag: de Afrikaanse legende en de posterboy
Is de eerste dag van het festival meer Latino dan Afro, voor de tweede is de muziek van het zwarte continent prominenter aanwezig. Als Afro-Latino de Olympische Spelen waren, dan zou veteraan Ebo Taylor zeker de vlag van het stadion mogen binnendragen. Al bij leven een legende is Taylor het uithangbord van highlife, een mix van Ghanese muziek en jazz, een invloed die hij opdeed toen hij samen met Fela Kuti studeerde aan het Trinity College of Music.
Andere vertegenwoordigers van de Afrikaanse kleuren werden ook gevonden in de Lage Landen met de Nederlandse Afrobeat-band Jungle by Night en de in het begin van de jaren '80 naar België uitgeweken mc Baloji (ex-Starflam) die het eerder aangekondigde Zuid-Afrikaanse Hot Water vervangt.
Helemaal uitgeteld is de latinsectie van het festival op zaterdag nog niet. Het internationale Tromboranga, waarvan het geluid bepaald wordt door een driekoppige trombonesectie en een even grote afdeling percussionisten, tekent voor een klassieke salsasound en is voor de eerste maal te gast in België. Moderner, maar totaal ongevaarlijk is Prince Royce, de gladgeschoren posterboy uit de Dominicaanse Republiek die met soft geproducete mariachi zo voor de Latijns-Amerikaanse smartlap kan doorgaan, getuige zijn mierzoete cover van ‘Stand By Me’. Dan klinkt de Cubaanse tres-specialist Yuniel Gimeze heel wat authentieker, idem voor de Haïtiaanse carnavalmuziek van CaRiMi. Moderne geluiden komen dan weer van de cubaton van Gente de Zona (de hobbelende ritmiek van de raggaeton vermengd met de Cubaanse invloeden) en Kuenta i Tambu uit Amsterdam.
Jamaïcaanse muziek in meer zuivere gedaante is er met Romain Virgo en de soepel en gesmeerd lopende rootsreggae van Meta & The Cornerstones. Deze zeskoppige band uit Senegal passeert al voor de derde maal op Afro-Latino en kreeg voor haar nieuwe album ‘Ancient Power’ de hulp van een fraai stel gasten waaronder Damian Marley en Capleton.
Zondag: girl power
Its a man’s world, maar even niet op de slotdag van het Afro-Latino Festival waar twee straffe madammen hun mannelijke collega’s het vuur aan de schenen leggen. De meest tot de verbeelding sprekende is ongetwijfeld Fatoumata Diawara. Het levensverhaal van deze jonge dertiger uit Mali is voer voor een Hollywood-kaskraker: onder druk van thuis haar tv-carrière moeten opgeven; zonder toestemming, noch medeweten van haar ouders naar Parijs getrokken om aan te sluiten bij het straattheatergezelschap Royal Deluxe en door producer Nick Gold (Buenavista Social Club, Orchestre Baobab, Ali Farka Toure) onder zijn vleugels genomen voor haar debuut ‘Fatou’.
Nog een dame die vorig jaar op Sfinks stond en die het succes ook niet cadeau gekregen heeft, is de Braziliaanse Flavio Coelho. Geboren in de sloppenwijken van Rio de Janeiro heeft Coelho net als Diawara nu Parijs als uitvalsbasis. Ze blijft haar muzikale achtergrond echter trouw, zoals duidelijk te horen is in haar aanstekelijke mengeling van bossa en ragamuffin.
Net als de vorige dagen heeft ook de klassieke reggae op de slotdag een plaats op de affiche, met passages van de Brit Maxi Priest en Katchfire: rootsreggae uit eerder onverwachte, Nieuw-Zeelandse hoek, een band waarvan de muzikanten allemaal Maori zijn.
De Latijns-Amerikaanse inbreng wordt verzorgd door de klassieke danslatin van Adalberto Alvarez y su Son, het orkest van de ondertussen 65-jarige Adelberto Álvarez en de moderne Braziliaanse muziek van DJ Tudo & Sua Gente de Todo Lugar. Deze negenkoppige groep mengt diverse Braziliaanse muziekstijlen (de naam van de band betekent niet voor niets “mensen van overal”) en bedient zich daarvoor van live gespeelde muziek en samples van muziek en rituelen die bandleider en etnomuscioloog Alfredo Bello samen sprokkelde.
Op een slotdag kunnen uiteraard ook de rasechte feestgroepen niet ontbreken en die rol wordt opgenomen door het Duitse Jamaram dat de bekende mix van Balkan, ska en Afro laat horen. Een optreden om speciaal naar uit te kijken tenslotte, is dat van het Colombiaanse La Makina del Karibe. Vorig jaar was de groep te horen op de zomer van Antwerpen en het Afro Caribbean Festival in Bredene. Wie ze daar en dan gemist heeft, kan in het kader van hun passage in Bree gaan voorproeven op hun Soundcloud-pagina waar hun hele album ’14 Chankletazos Terapéuticos’ te beluisteren is. De mix van Afrikaanse en Antilliaanse invloeden, gemengd met elektrische gitaren geeft de band een energiek en aanstekelijk geluid dat door de gelaagde opbouw ook muzikaal boeiend blijft. Een mix die het beste laat verhopen.
De dj’s en soundsystems die naast de live-bands de affiche van Afro-Latino zullen vervolledigen worden later meegedeeld.