In 2003 debuteerde de West-Vlaamse hardrockfanfare Galatasaray met het fantastische '...now the evidence was destroyed, he smoked his eyeliner and moved in with Montana...', kortweg 'Montana'. Het album viel op met verrassende composities vol ongewone ritmes en uitstekende arrangementen. Live is Galatasaray op zijn best: opzwepend, zwoel, dansbaar en hard. Hun tweede album, 'Boxing Camp for Blues Oriented Snack Heads', heeft dezelfde basis als de debuutplaat, maar neigt meer naar postrock. De gitaren kregen een prominentere rol en de ruige kantjes zijn wat bijgeschaafd.
Het album opent met 'Snack Heads on Empty Part I & II', dat begint als heerlijke rock overgoten met een wilde blazerspartij. De blazers verdwijnen veel te snel naar de achtergrond, en het nummer evolueert naar zachte repetitieve rock. De compositie blijft boeiend genoeg, maar toch is ze niet meer zo sappig als in het begin van de openingstrack. Galatasaray weet minder te overtuigen zonder de bombastische blazersectie, die doorheen heel het album een kleinere rol krijgt dan in 'Montana'. Gelukkig blijven de gitaarriffs wel ijzersterk en de ritmes alles behalve voor de hand liggend. De leukste tracks zijn wel die met de prominente blazers (de openingstrack, 'Spoons Are OK', 'All Right Chop Chop, Get on With It' en de vettige ghosttrack 'Why Don't You Scream?'), maar de andere nummers zijn zeker niet te versmaden. Soms worden riffs wat te lang uitgesponnen, of zijn de veranderingen iets te subtiel, waardoor het geheel wat van zijn aantrekkelijkheid verliest. Zo gaat de nochtans mooie melodie van 'What Do You See When You Sleep?' wat vervelen doordat ze vier minuten lang wordt herhaald. In andere nummers (bijvoorbeeld 'The Break Song') werkt de herhaling wel, en brengt deze de onschuldige luisteraar in een donkere trance. Enkel langzaam hoofdwiegen brengt dan nog uitkomst. Nieuw in vergelijking met 'Montana' zijn ook de vocals. In 'Rock Star', een song die sterk doet denken aan het werk van Hawai, de groep van drummer Kurt Debrabandere, worden deze verzorgd door niemand minder dan Ayco Duyster van Studio Brussel. In de nummers met stem, is deze meestal spoken word, en wordt er niet echt gezongen. De vocals dragen bij tot de unieke sfeer van Galatasaray, maar stellen op zich niet zo veel voor.
'Boxing Camp for Blues Oriented Snack Heads' had al heel sterk moeten zijn om Galatasaray's debuutplaat 'Montana' te kunnen overklassen. Misschien is het dus niet fair om de twee te vergelijken. Op zichzelf bekeken is dit album een erg aangenaam staaltje van noisy, tranceverwekkende fanfarerock. Deze erg samenhangende plaat mist het heerlijk wilde van zijn voorganger, maar heeft wel een heel eigen karakter, dat zeker bekoorlijk is.
Meer over Galatasaray
Verder bij Kwadratuur
Interessante links