Opera en dvd: de ideale combinatie? In elk geval blijft het aanbod groeien, met als een van de recentste dvd's EMI's registratie van Richard Strauss' 'Der Rosenkavalier', in 2004 gemaakt in de opera van Zürich.
'Der Rosenkavalier' (1911) speelt in het 18de-eeuwse Wenen. De Feldmarschallin en haar jonge minnaar Octavian worden op een ochtend gestoord door de boerse baron Ochs. Net op tijd kan Octavian zich als kamermeisje verkleden. Ochs komt om de Feldmarschallin iemand te vragen die de roos kan overbrengen aan zijn toekomstige bruid Sophie von Faninal, maar maakt ondertussen ook het "kamermeisje" het hof. De Feldmarschallin beveelt Octavian aan. Wanneer die als "Rosenkavalier" naar Sophie gaat, is de wederzijdse liefde overduidelijk, net als Sophie's afkeer voor Ochs. Na heel wat verwikkelingen lokt Octavian Ochs in de val. Hij laat zich, als kamermeisje verkleed, met de baron betrappen door Sophie, Sophie's vader en de Feldmarschallin. In de slotscène zet de Feldmarschallin een stap opzij en kiest Octavian voor Sophie.
In 'Rosenkavalier' is een andere Strauss te horen dan in zijn vroegere opera's. Eigenlijk valt het te beschouwen als zijn romantische eerbetoon aan Mozart. Hij geeft alle ruimte aan brede lyriek, schijnbare eenvoud en komedie. Onmiskenbaar is de invloed van operette met als heerlijk hoogtepunt Ochs' lijflied annex wals "Mit mir". Toch zet hij soms atonale stapjes: het motief waarbij in het tweede bedrijf de roos wordt overhandigd bestaat bij voorbeeld uit opeenvolgende akkoorden waar voor de luisteraar de vaste tonale grond volledig verdwijnt. De totaalindruk van 'Rosenkavalier' is er echter een van tonale harmonie en een eerder gematigde klank. De orkestratie is bescheidener en zangersvriendelijker dan bij de jongere Strauss maar verliest toch nooit haar expressiviteit. Net het orkest is zonder twijfel een van de sterkste punten van deze dvd. De jonge Oostenrijker Franz Welser-Möst schept een heerlijk expressieve klankwereld en houdt alles licht en transparant. Vooral de unieke strijkersklank van het Zürichse operaorkest valt op. In een erg homogene cast schittert vooral Nina Stemme als Feldmarschallin. Haar stem klinkt in alle registers mooi, fris en rond. Naast haar is Alfred Muff een zowel scenisch als vocaal overtuigende Ochs. Daarentegen is Vesselina Kasarova door haar warm mezzotimbre vocaal ideaal als Octavian, maar scenisch is ze, zeker als jongeman, niet altijd geloofwaardig. Dit heeft ook te maken met het principe van gefilmde opera: close-ups tonen vaak zwaktes in het acteren en verminderen voor de kijker het zicht op het totaal. De theaterregie an sich is best interessant: Sven-Eric Bechtolf focust zich sterk op de psychologie van de personages. Vooral de Feldmarschallin is een tragische figuur, die oprecht ongelukkig is wanneer haar Octavian voor Sophie kiest. Dit alles speelt in een esthetisch erg uitgewerkt decor: een soort wintertuin voor het eerste en derde bedrijf en een ondergrondse keuken voor het tweede. Sommige details lijken wat bizar maar de visuele elegantie van het geheel past perfect bij de muziek.
Ondanks de reserves bij de televisieregie is dit een erg mooie uitvoering, waarbij dirigent Welser-Möst zich toont als een Strauss-dirigent van wereldklasse.
Meer over Richard Strauss
Verder bij Kwadratuur
Interessante links