Twee leden van het SLUB-trio speelden onlangs in België op het Lambda Festival. Ze presenteerden een nieuwe en ongewone stijl van elektronische muziek maken genaamd ‘livecoding’.
Hoe zouden jullie deze stijl omschrijven?
Dave Griffiths: Livecoding is als gewone improvisatiemuziek. Het enige verschil is de manier waarop het gebeurt; er wordt namelijk een computerprogramma geschreven wanneer het al in werking is. Tijdens optredens wordt het computerscherm rechtstreeks geprojecteerd zodat het publiek kan zien dat er ook effectief muziek geschreven wordt. Op die manier krijgen ze een inkijk in hoe alles opgebouwd is en kan men zien dat de moeilijkheidsgraad stijgt wanneer meer codes in de set komen. Het spannende hiervan is natuurlijk dat als er fouten gemaakt worden, die ook gezien en gehoord kunnen worden!
Zien jullie jezelf als jazz muzikanten?
DG: Ik denk dat we eerder improviserende artiesten zijn, daar jazzmuziek toch nog wat meer vereist. Een muzikale achtergrond heb ik niet echt; muziek zie ik als een gevolg van de structuren die ik maak op mijn scherm. Die structuren zijn liefst conceptueel, visueel of beide.
Alex Mclean: Er is soms een soort ‘call-and-response’ als we samenspelen. Toch denk ik dat onze stijl eerder aanleunt bij acid-techno dan bij jazz. We nemen onze muziek ook niet altijd zo serieus.
Hoe ontstond het idee om te beginnen met livecoding?
DG: Er zijn twee verhalen die de ronde doen in ons milieu. Het officiële is dat een groep mensen zich wou afzetten tegen de saaie laptop optredens. Er moest meer een live gebeuren van gemaakt worden in plaats van enkel met een beperkt aantal parameters te spelen. Volgens het andere verhaal ontstond de stijl omdat men tijdens een live gebeuren te ongeorganiseerd was om iets tot een eind te programmeren, wat resulteerde in een langdurige set. Welk verhaal je ook gelooft; de oprichters van TOPLAP (een groep opgericht om livecoding te promoten) kwamen samen op de Hamburg Art Academy in 2004 waar na een lange avond het idee ontstond van livecoding.
Ade Ward: Ik denk dat het idee van livecoding al wel langer door het hoofd spookte van vele programmeurs. Al een lange tijd ben ik erg geïnteresseerd in muziek en het coderen beheers ik eveneens zodat livecoding een logische stap voor mij was.
Is het niet ingewikkelder om muziek te maken met een enorme verscheidenheid aan geluiden dan dat je een beperking hebt op je mogelijkheden?
DG: Zeker en vast, het is belangrijk om de mogelijkheden die je hebt te minimaliseren, te bundelen en daarin verder te werken. Je kan dit doen door bijvoorbeeld een specifiek algoritme te verkennen. Dikwijls vormt de beperkte tijd ook al een begrenzing in onze mogelijkheden bij optredens.
AM: Klopt, het is noodzakelijk om beperkingen te hebben hoewel het ook van belang is die grenzen dikwijls te doorprikken. Dat kunnen prachtige momenten opleveren; als een muzikant plots breekt met de muzikale ruimte waarin die het vorige half uur aan het werken was. Dat kan dan gaan over noten verbuigen, alles plots beginnen filteren of gewoonweg het algoritme veranderen.
Is er een basisidee, wat als startpunt dient voor jullie live shows?
AM: Met SLUB beginnen we altijd met een ruw geschetste compositie op een stukje papier door middel van cryptische tekens en een aantal woorden die de geluiden beschrijven.
Is het al eens gebeurt dat alles niet werkte zoals het moest?
DG: Doordat we zelden optreden met exact dezelfde software, moeten we soms snel reageren en bijbenen op ongeplande evenementen. Coderen is ook niet gemakkelijk op een lege maag. Onze mindere voorstellingen waren vooral aan die factoren te wijten.
AM: Bij livecoding is tijd ook een belangrijke factor. Vroeger hadden we daar veel problemen mee als onze software begon te spelen op verschillende tijdsintervallen. Die problemen zijn nu van de baan.
De compositie van codes wordt bij jullie optredens live geprojecteerd. Waarom doen jullie dat?
DG: Dat is voor mij de reden dat ik livecode. Het laat toe de veranderende structuren en lopende processen te zien als een beweging, gelijklopend met de geluiden die ze voortbrengen. Voor mij moet muziek het visuele volgen en niet omgekeerd.
AM: Het alternatief om de codes van geluiden niet te tonen zou veel te saai en voorspelbaar zijn. De enige keer dat dit werkte was op Sonic Acts waar we ergens achterin een zaal speelden. Niemand wist of interesseerde zich in wie we waren of wat we deden, ze dansten gewoon hevig op onze algoritmes.
SLUB-trio stimuleert ook mensen om livecoding artiesten te worden. Hoe gaat dat in zijn werk?
DG: We hebben al eens geprobeerd het publiek meer te betrekken in onze optredens. Zo konden mensen technorobots programmeren met besturingapparaatjes voor spelletjes en op die manier in de muziek terecht komen.
AM: We proberen ook onze software uit te brengen. Dave heeft daarmee al goed werk geleverd. Zijn Fluxus software begint populair te worden en is vrij te verkrijgen. Hij doet ook workshops om het coderen aan te leren. Ikzelf breng mijn software ook uit maar die is momenteel niet echt bruikbaar voor de meesten.
Zijn jullie niet bang voor concurrentie in een muziekwereld waar survival of the fittest heerst?
DG: We doen dit nu al een hele tijd waardoor we eigenlijk hopen om overgenomen te worden door een nieuwe generatie van livecoders.
AM: Omdat we improviseren en geen muziek opnemen maken we eigenlijk geen deel uit van die competitie. Van concurrentie merken we dus weinig.
Is het voor jullie belangrijk een uniek geluid te verwerven?
AW: Het geluid dat we maken, is een volledig andere zaak dan de manier hoe we het maken. Voor ons is het belangrijk dat het publiek onze stijl goed vindt. Dat is belangrijker dan jezelf te fixeren op de manier waarop het tot stand komt of vernieuwend te willen klinken. Als mensen daarentegen naar ons toe komen omdat ze ons proces zo boeiend vinden, dan zijn we natuurlijk open. Soms vraag ik mezelf af of ze ons geluid haten maar onze techniek respecteren. Dat zou fantastisch zijn!
Is er een techniek om een coherente compositie in geluid op te bouwen?
DG: Luisterend naar de andere SLUB-leden, weet ik wel wat er zal gebeuren in de muziek zodat ik op het juiste moment kan reageren. Het regelmatig doen en oefenen is bij dit soort van samenwerking dus echt van belang om tot goede resultaten te komen. Een nieuw idee dat we recent hebben toegepast is een rollensysteem waarbij elke muzikant de leiding krijgt over een aantal geluidsklassen.
AM: De techniek is eenvoudig: luisteren en antwoorden met codes.
SLUB trio heeft al gewerkt met improviserende artiesten met akoestische instrumenten. Was dat succesvol?
AM: Ja, dat was echt leuk. We hebben al gewerkt met Lottie Child, een improvisatie zangeres, rappers van Crack Village en Cormax Heron, een thrash banjo speler. Die optredens waren telkens een succes. We zouden het meer moeten doen.
Leent de muziek zich voor opnames?
AM: Nee, opgenomen muziek hoort anders benaderd te worden dan improvisatiesessies. Als je verwacht dat mensen meer dan één keer luisteren, is dat een hele andere notie van tijd.
AW: Dat is waar. Alle opnames die we hebben gemaakt van onze live-optredens zijn boeiend voor een aantal dagen maar worden daarna saai. We hebben er veel tijd aan besteed om onze opnames op te poetsen maar we zijn er mee gestopt. Het is veel beter om er live een boeltje van te maken.
Hebben jullie plannen voor de toekomst?
AM: Zoals Dave al zei: we wachten op de volgende generatie die ons te rusten zet. Tot dan blijven wij volop coderen.
Meer over SLUB-trio
Verder bij Kwadratuur
- Helaas geen extra info meer.