Kwadratuur interview

Frank Vaganée werd geboren in 1966 en is medeoprichter, saxofonist en dirigent van het Brussels Jazz Orchestra.

Frank Vaganée (foto: Jos Knaepen)
Frank Vaganée (foto: Jos Knaepen)

Wanneer begint jouw Jazz Middelheim-verhaal?

Begin de jaren '80 ging ik voor de eerste keer luisteren, ik was toen zo'n 15-16 jaar. Ik herinner me nog de optredens van Odean Pope Trio en Gil Evans. Als muzikant was het festival het eerste grote optreden dat ik kon doen, wat er voor zorgt dat ik meer herinneringen heb aan Jazz Middelheim dan aan andere. Zo'n 22 jaar geleden, ik was toen negentien, mocht ik spelen met Tough Talk, een kwintet van allemaal jonge mensen. Wat mij daarvan bijblijft is dat het de eerste keer was dat we de kans kregen te spelen voor een massa mensen. Dat en natuurlijk de relaxte sfeer en de prachtige ligging.

Nog meer dan de vorige jaren wordt de programmatie opengetrokken naar elektronica en dansbare muziek. Hoe ervaar jij dat?

Dat is de tendens van alles tegenwoordig: het moet allemaal breder, er moeten meer mensen aangesproken worden. Natuurlijk heb ik niets tegen meer publiek op zich, maar het betekent wel dat de programmatie moet aangepast worden en dat de essentie – of dat nu jazz is of folk – er onder gaat lijden. De mensen die altijd naar een festival gegaan zijn voor de muziek, voor de jazz, moeten zich dan voegen naar wat een grotere massa wenst te horen of wat organisatoren in kwestie wensen te programmeren om meer mensen te bereiken. Je zou dan niet meer van een jazzfestival moeten spreken, maar van een muziekfestival. Dit jaar zal Jazz Middelheim nog een beetje zijn zoals twee jaar geleden, maar ik heb gehoord dat het vanaf de volgend editie een restyling zou krijgen. We zullen zien, maar ik denk dat het in de richting gaat van wat Dranouter meemaakt, van folkfestival naar halvelings een pop- of rockfestival.

Ben je vertrouwd met de niet-strikte jazzartiesten op de affiche?

Sommige ken ik, andere niet, maar het wordt snel allemaal over dezelfde kam geschoren. De crossovers, bij jazz aanleunende stijlen of stijlen die gebruik maken van jazzy klanken, want ik kan het moeilijk jazz noemen, worden een mengelmoes of een allegaartje van stijlen. Daar wordt dan gemakkelijkheidhalve het etiket "jazz" op geplakt, terwijl het er in essentie weinig mee te maken heeft. Soms weet ik het ook niet goed hoor. Ik hou van muzikanten die er echt staan en spelen, die echt live iets proberen te verwezenlijken en of het nu gaat om een dj of een bigband die alternatieve elektronica gebruikt, dat maakt niet zoveel uit. Alleen de essentie om een bepaalde klank te creëren en het interessant te maken voor het publiek voor henzelf is essentieel voor mij. Je moet voelen dat mensen iets staan te creëren. Dat vind ik heel belangrijk en sowieso bij jazz.

Het wordt de zevende, opeenvolgende keer dat het BJO op Middelheim speelt. Heb je nooit de vrees dat het publiek jullie beu wordt?

Ik denk niet dat er zo'n probleem is, want we staan er elk jaar met iets anders. In 1995 hebben we ons eigen repertoire gespeeld. Sindsdien hebben we telkens met andere gasten gewerkt, met altijd een andere invalshoek en een andere sound. Dat brengt mee dat de mensen altijd iets anders verwachten van het orkest. Het blijft in essentie telkens hetzelfde orkest, maar op Middelheim is er steeds dat verrassingseffect.

Dit jaar spelen jullie met Lee Konitz. Van wie kwam dat idee?

Het is dit jaar anders gegaan dan gewoonlijk. De vraag om op Middelheim te spelen kwam van de organisatoren. Er waren voorstellen gedaan die omwille van organisatorische of praktische redenen niet te verwezenlijken waren en toen hebben wij gesuggereerd om met Lee Konitz te spelen. Dat is dan weerhouden door Miel (Van Attenhoven, KVM). De muziek, gecomponeerd door Lee Konitz zelf, is ondertussen opgestuurd en wordt door ons voorbereid. De laatste dagen voor het concert hebben we gezamenlijke repetities waar de puntjes op de 'i' gezet worden. Het orkest wordt geleid door de arrangeur van de composities, Ohad Talmor, een Amerikaanse arrangeur-componist, die ook het orkest gaat leiden. In principe hadden we het ook zonder hem kunnen doen, maar vermits hij stukken bewerkt heeft voor orkest en dus als geen ander weet wat hij wil horen, leek het ons het interessant om hem er ook bij te hebben om het beste uit het orkest te krijgen.

Wie wil je zelf zeker niet missen dit jaar?

Ik zou graag Ornette Coleman horen. Ik heb veel platen van die man gehoord in functie van mijn eigen ontwikkeling, maar ik heb hem nooit live gezien. Dus daar kijk ik dus echt wel naar uit.


Nicolas Rombouts werd geboren in 1977 en is medeoprichter van en bassist bij Dez Mona.

Nicolas Rombouts
Nicolas Rombouts

Wanneer begint jouw Jazz Middelheim-verhaal?

Zo'n twaalftal jaar geleden, het was toen het eerst jazzfestival dat ik bezocht. Ik heb toen als zestienjarige muzikanten gezien die ik toen absoluut nog niet kende, maar die ik zeer indrukwekkend vond. Sindsdien ben ik blijven gaan en heeft het festival me hele mooie herinneringen bezorgd: Max Roach, Aka Moon met verschillende projecten, Jim Black met het Tiny Bell Trio van Dave Douglas, Abbey Lincoln, Chris Joris en John Zorn. Dat zijn de eerste namen die me te binnen schieten. Dit jaar is het de eerste keer dat ik als muzikant op het Middelheim-podium zal staan. Dat het gebeurt met Dez Mona en niet met een jazzensemble vind ik niet erg, want ik denk dat onze groep op Jazz Middelheim wel klopt: we maken met Dez Mona een collectieve en unieke klank. Trouwens, om eerlijk te zijn: als individuele jazzmuzikant voel ik me nog niet helemaal klaar om op Middelheim te staan.

Nog meer dan de vorige jaren wordt de programmatie opengetrokken naar elektronica en dansbare muziek. Kan je begrijpen dat klassieke jazzliefhebbers wat argwanend staan tegenover deze evolutie?

Ik kan dat ergens wel begrijpen, maar dan meer vanuit een historische context. Puriteinen zijn er altijd geweest en iemand als Ornette Coleman werd in het begin ook heel afwachtend bekeken. Nu wil ik ons niet vergelijken met Coleman, maar als er nieuwe stromingen komen, dan stellen puristen zich wel vaker de vraag of dit de jazz niet kapot gaat maken. Terwijl jazz nu net muziek is die altijd moet blijven evolueren. De oude stijlen worden ook nog altijd gespeeld, maar ook vernieuwd. Ik denk dat die afwachtende houding wel kan omslaan in aanvaarding. Misschien niet in deze editie, maar dan wel bij de volgende.

Jullie staan in augustus op enkele heel uiteenlopende festivals: Jazz Middelheim, de Feeërieën en Pukkelpop. Pak je die concerten op een andere manier aan?

Ik denk dat we sowieso wel kijken naar de plek waar we staan, maar we gaan er niet plots een jazznummertje of een hardere song tussen gooien. Het is net wat we zijn dat eventueel mensen kan overhalen om te luisteren. Daar te veel aan toegeven zou betekenen dat we niet meer oprecht zijn. Toch kan het zijn dat we onze setlist – die nooit helemaal op voorhand vastligt – aanpassen. Het kan dus zijn dat we voelen dat het tijd is voor een rustig nummer, omdat het publiek die ruimte creëert. Zo pakken we het dus wel verschillend aan, afhankelijk van de plaats waar we spelen, maar dat is met alle muziek zo. Als je jazz speelt in de Hopper of De Muze of je speelt een concert voor een luisterend publiek in een cultureel centrum, dan heb je een heel andere sfeer en dat beïnvloedt de muziek altijd. Zoals Sun Ra zei: "Ik moet mijn muziek aanpassen, elke keer als er iemand binnen of buiten gaat".

Wie wil je zelf zeker niet missen dit jaar?

Ornette Coleman wil ik sowieso horen, die is legendarisch, maar ook de groep van Bert Joris, met Dré Pallemaerts, Dado Moroni en Philippe Aerts, mijn oud-leraar of Nic Thys met zijn groep. De dag dat wij er staan, spelen ook Nils Wogram met Simon Nabatov. Dat vind ik toch wel twee zeer indrukwekkende muzikanten. Ik heb die op een live-cd gehoord en ik ben echt blij dat ik ze ga kunnen zien.

Meer over Frank Vaganée (BJO) en Nicolas Rombouts (Dez Mona)


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.