De hoorn, zo schreef een vroeg-achttiende-eeuwse commentator, "is overal in trek, in de kerk, in het theater, in kamermuziek, gedeeltelijk omdat ze qua natuur niet zo brutaal klinken als trompetten, gedeeltelijk omdat ze gemakkelijker te bespelen zijn." Vast staat dat de hoorn, die tot in de late zeventiende eeuw nog een gebruiksvoorwerp was, een instrument om wild op te drijven tijdens de jacht, plots verheven werd tot een onmisbaar element in het laat-barokke en vroeg-klassieke orkest. Dit cd'tje laat muziek van twee componisten horen die representatief waren voor die ontwikkeling: Georg Philipp Telemann (1681-1767) en Jan Dismas Zelenka (1679-1745) van wie enerzijds een hoornconcerto, een concerto grosso voor twee hoorns en twee (solo)violen, een dubbelconcerto voor twee hoorns en een orkestsuite gespeeld worden en anderzijds een erg virtuoze 'Capriccio' voor hobo's, hoorns, strijkers en continuo. Centraal staan dus hoornisten Radek Baborak en Andrej Zust, die zich lieten begeleiden door de Berliner Barock Solisten.
Het is alleszins een aanpassing om muziek uit dit repertoire op moderne instrumenten te horen, zo gewend zijn de meeste luisteraars aan barokuitvoeringen op authentieke instrumenten. De eerste maten van Zelenka's ‘Capriccio’ klinken dan ook opmerkelijk braafjes: deze uitvoering bezit lang niet de schwung en energie die bijvoorbeeld de Akademie für alte Musik Berlin in haar uitvoeringen weet te steken. Er wordt zeker wel met plezier gespeeld en de tempi zitten doorgaans ook goed: vlotjes op virtuoze delen en niet te langzaam in de trage delen. Maar het klankbeeld van een modern ensemble is gewoonweg veel meer gestroomlijnd en afgevlakt dan dat van een barokensemble. De hobo's, met hun fijne moderne klank bekleden niet de ereplaats die barokhobo's in de achttiende eeuw bekleden en komen in vergelijking wat schuchter over. Zo valt er gedeeltelijk een gat, balansgewijs, tussen de hobo's enerzijds en de hoorns anderzijds waar barokinstrumenten veel gemakkelijker met elkaar kunnen versmelten.
De strijkers van de Berliner Barock Solisten klinken warm en glad en - ondanks hun moeite om vibratoloos te spelen en gedetailleerd te fraseren - als de strijkers ven een modern kamerorkest - wat ze natuurlijk ook zijn. Die moderne klank werkt echter niet altijd slecht en komt het meeste tot zijn recht in Telemanns suite TWV 55:G1. Dat laatste werk van de cd is geen hoornstuk, maar een van Telemanns vele suites voor strijkers en continuo. Zoals vaak grijpt Telemann het genre aan als excuus om originele karakterstukjes te schrijven en het idioom van populaire volksmuziek na te doen. Zo omvat deze suite een levendige ‘Murky’, een doedelzakimitatie (‘Musette’) en een kolderieke ‘Harlequinade’ om af te sluiten.
De hoorns van Radek Baborak en Andrej Zust zijn natuurlijk de bestaansreden van deze plaat. Het cd-boekje spreekt over de oorsprong van het instrument als jachthoorn maar de twee hoorns klinken niet als jacht- of barokhoorns maar nog het meeste als Mahler-symfonische-orkesthoorns, rechtstreeks afkomstig uit de Berliner Philharmoniker, met een vette, warme klankkleur. Slecht an sich is zoiets allesbehalve: deze twee solisten spelen moeiteloos, laten geen nootjes liggen, spelen hier en daar leuke versieringen en komen even sierlijk over als een pastelkleurig rococoschilderij. Muzikanten hebben bovendien een grenzeloos respect voor koperblazers die hoog kunnen spelen en de stukken die hier gepresenteerd zijn, werden specifiek gekozen omwille van hun hoge ligging op hoorn. Baborak stelt dan ook niet teleur: elk van deze werken bevat meer dan genoeg hoge noten om zelfs de grootste hoornliefhebber tevreden te stellen.
Iemand die een cd als van het Freibürger Barockorchester of de Akademie für alte Musik Berlin verwacht, is misschien wel wat teleur gesteld met deze selectie van Duitse barokmuziek want deze uitvoering op moderne instrumenten bevat niet dezelfde rauwe energie die een barokorkest in zijn opnames steekt. Gewoon liefhebbers van barokmuziek kunnen echter gerust genieten van wat zonder meer virtuoos en elegant uitgevoerde concertos zijn.