De jonge Russische pianist Evgeny Kissin is aan zijn eerste cd toe bij EMI en koos voor die uitgave twee bekende concerti: het vierentwintigste van Mozart, in de dramatische toonaard van c mineur en het concerto van Schumann in a.
Kissin geeft zijn luisteraars twee klassieke maar erg virtuoze uitvoeringen. Hij kiest voor erg romantische interpretaties, zowel bij Mozart als bij Schumann. De piano staat centraal, niet alleen in de balans tussen solist en orkest maar ook in de keuze van tempi, waarbij de solist doorgaans zijn ding doet en het orkest genoodzaakt is elke rubato en elke solistische vrijheid te volgen. Zo neemt Kissin zijn tempi bij Schumann over het algemeen eerder traag: in de doorwerking van het eerste deel wordt het tempo zodanig naar beneden getrokken dat je deze lange passages voor het trage deel zou kunnen aanzien. Ook de eerste introductie van de piano wordt heel langzaam, bijna als een improvisatie gebracht. Veel inzetten van de solist zijn een bijna voorspelbare aanzet tot trager en vrijer spelen. Op die manier krijgt dit in weze nog erg klassieke concerto meer iets van Tchaikovski's twee pianoconcerti. De cadens aan het eerste deel is dan weer ijzersterk en bewijst dat Kissin Schumanns muziek heel zelfzeker en overtuigend kan brengen.
Ook Mozart wordt heel romantisch geïnterpreteerd: zo wordt vaak nagelaten om veel te fraseren en dit vervlakt de muziek enorm, vooral in de hoekdelen. Waar blijven die vinnige articulaties die we van de oude muziek kennen? Waarom hebben ritmische figuurtjes niet dat meeslepende dat ze anders wel hebben? Koperblazers en pauken klinken wollig en elke frasering lijkt wel 'legato' te zijn gespeeld. Bovendien speelt het London Symphony Orchestra met een erg grote groep strijkers, die de blazers zodanig bedekken dat die soms werkelijk herleid worden tot zuiver achtergrondgeluid. Let wel op: het LSO blijft een steengoed orkest en in de soli van de houtblazers of de zuivere klank van haar strijkers toont zich die kwaliteit. Maar waarom blijven zowel solist als orkest vasthouden aan een interpretatie die erg gedateerd en bij Mozart zeker wat anachronistisch overkomt?
Anachronistisch betekent niet ondermaats want ongetwijfeld zijn de uitvoerders erg knappe muzikanten maar toch is deze plaat een beetje een teleurstelling. Wat beide concerti betreft zijn er, ons inziens, meer overtuigende uitvoeringen op de markt; voor Schumann keizen wij bijvoorbeeld volmondig voor Leif Ove Andsnes (EMI 0724355756220) of voor Christian Zacharias (MDG 940 1033-6).
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart, Robert Schumann
Verder bij Kwadratuur
Interessante links