Over de laatste symfonieën van Mozart is genoeg bekend: als jonge componist in Salzburg of op concertreis doorheen Europa was Mozart erg productief in het componeren van zijn symfonieën maar nadat hij zich in Wenen had gevestigd componeerde hij nog maar zes – zij het dan meesterlijke – werken in het genre, waarvan er een (de 'Haffner' symfonie) een bewerking was van een eerder geschreven serenade. De 'Praagse symfonie, nummer 38 werd niet specifiek voor de Boheemse hoofdstad geschreven maar werd er wel, net als de opera 'Le Nozze di Figaro' enthousiast onthaalt en de bijnaam is sindsdien blijven hangen. De laatste drie, nummers 39 tot 41 vormen één geheel. Mozart schreef ze kort na elkaar in de zomer van 1788, vermoedelijk voor een en dezelfde concertreeks die nooit plaats vond omdat geldschieters het lieten afweten als gevolg van Oostenrijks oorlog tegen het Ottomaanse rijk.

Deze vier symfonieën zetten een al bestaande reeks Mozart-opnames met het Scottish Chamber Orchestra verder, een reeks die zich kenmerkt door haar vlotte en gedreven aanpak. De 'Praagse' symfonie wordt met de nodige grandeur uitgevoerd. Waar trompetten en pauken in de overige symfonieën sterk bij het scherpe, kernachtige barok-ideaal aanleunen, mogen ze hier wat breder klinken. Dat belet echter niet dat dirigent Charles Mackerras Mozarts polyfonie bewonderenswaardig scherp in beeld weet te zetten, dankzij een snelle lijnvoering in de hoekdelen en een superieure strijkersectie. Die klinkt hecht en met de graad van samenspel en interactie van een strijkkwartet, met een gelijkmatig en spaarzaam gebruik van vibrato.

Het Schots Kamerorkest beschikt bovendien over mooie blazers, zoals die in de trio's van de 39ste (met een kwartet van voornamelijk klarinetten en fluiten) en 40ste (hobo's en hoorns) symfonie bewijzen. Die veertigste symfonie klinkt niet hoogdramatisch maar wel onrustig en opgedreven in haar hoekdelen (de doorwerking bezit zoveel energie dat de luisteraar nauwelijks rust wordt gegund) en vlotjes in het langzame deel.

Mackerras haalt veel van Mozarts meerstemmigheid transparant naar voren in de 41ste 'Jupiter' symfonie en niet alleen in de fugatische finale. Een gelijkwaardigheid binnen de vier stemmen in de strijkers zorgt voor een overzichtelijke uitvoering waarin geen enkele middenstem verloren gaat en lijnen moeiteloos van instrument naar instrument worden doorgegeven. De finale tot slot klinkt op weinig andere uitvoeringen zo feestelijk en uitbundig.

Het is, ondanks vele bestaande uitvoeringen van Mozarts grootste symfonieën, toch zeldzaam om ze zo mooi gespeeld te horen. Wat nummers 38 en 41 betreft, kan men ook kiezen voor de uitvoering met het Freiburger Barockorchester en René Jacobs als dirigent, die wat avontuurlijker klinkt en enkele scherpere kantjes bezit maar verder vindt men maar weinig betere uitvoeringen dan deze.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.