Een bekend pianist zei ooit dat Mozart te eenvoudig is voor kinderen en te moeilijk voor volwassenen. Zou het daarom zijn dat zo weinig pianovirtuozen kunnen overtuigen in zijn concerti? Hoe dan ook, voor de eerste keer in zijn carrière waagt nu ook toppianist Leif Ove Andsnes zich eraan. Net als in zijn opname van Haydn-concerti bespeelt hij uiteraard een moderne Steinway, met een erg volle klank maar een toch steeds passende lichtheid. Van achter die vleugel leidt hij ook zelf het orkest.
In het 9de concerto, met als ondertitel 'Jeunehomme', bewijst Mozart op 21-jarige leeftijd het genre volledig te beheersen. Al van bij het begin worden de conventies doorbroken: de inzet van het orkest wordt direct beantwoord door de piano, wat absoluut ongewoon was. Ook later in het eerste deel komt de piano binnen op de meest verrassende plaatsen. In de melodiebouw is Mozart onmiddellijk te herkennen: sierlijkheid en bedrieglijke eenvoud. Net dan wanneer het herkenbaar lijkt te klinken, geeft hij er een andere richting aan of laat hij een dialoog tussen piano en orkest ontstaan. Vooral in het openingsdeel lijkt de piano dan evenzeer deel van het orkest te zijn als solo-instrument. Na een verstild Andantino, waar Mozart erg ver gaat in harmonische expressie, barst de finale los. Een razendsnel rondo waarvan de loop onderbroken wordt door een erg verrassend menuet in een ander tempo. Even verrassend zet kort erna het rondo terug in. Het tweede concerto op deze cd dateert van zeven jaar later. Dezelfde kenmerken zijn hier terug te vinden: aanvankelijk lijkt het tamelijk eenvoudig, maar het zit uiteindelijk vol onconventionele elementen. In het eerste en laatste deel staat een marsthema centraal. Het langzame middendeel wordt dan weer opnieuw gekenmerkt door expressieve harmonieën en brede melodieën.
Leif Ove Andsnes en het orkest begrijpen en beheersen Mozarts muziek ten volle. Waar dit het meeste opvalt, is in hun benadering van de dynamiek. Bij Mozart en Haydn wordt het stijlkenmerk van dynamische contrasten vaak verkeerd geïnterpreteerd, waardoor agressieve uitvoeringen ontstaan. Hier zijn de contrasten ook aanwezig, maar ze zijn telkens een schakel in de grote opbouw. In de langzame delen kan Andsnes zijn piano als geen ander laten zingen, terwijl bij snellere tempi elke noot de waarde en ruimte krijgt die ze nodig heeft. Dit geeft de muziek de o zo nodige adem. Andsnes weet dit ook over te zetten op het erg verfijnd spelend orkest, waarin vooral de houtblazers een pluim verdienen. Zonder twijfel hebben Andsnes en het Norwegian Chamber Orchestra een referentieopname geproduceerd, die alle debat over pianoforte of moderne vleugel zou moeten doen verstommen...
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links