Ter gelegenheid van Mozarts tweehonderdvijftigste verjaardag regent het Mozart cd's. Soms zijn het speciaal voor de gelegenheid opgenomen schijfjes, maar vaak gaat het om heruitgaven, al dan niet verpakt in een nieuw, aantrekkelijk kleedje. Dat is ook zo met deze cd, waarop drie van Mozarts rijpe pianoconcerti staan, de nummers 14, 23 en 25. De werken werden in de jaren zeventig opgenomen door de Tsjechische pianist Ivan Moravec.
Concerti voor pianoforte waren voor Mozart van levensbelang. Op concerten was het gebruikelijk dat virtuozen eigen muziek speelden en Mozarts carrière als virtuoos op de pianoforte nam een hoge vlucht toen hij zich, in 1784, in Wenen vestigde. En dus schreef de componist tussen 1784 en 1786 niet minder dan twaalf concerti, zorgvuldig aangepast aan de smaak en stijl van het concertpubliek. Zo is ook in deze selectie van drie concerti een onderscheid te maken. Het 'kleine' concerto in Es, nummer 14 is het meest intieme van de drie. Eventueel kan dit werk zelfs met begeleiding van strijkkwartet gespeeld worden, dus zonder de blazers (twee hoorns en twee hobo's, die überhaupt een verwaarloosbare rol spelen), bassen en met ontdubbeling van alle overige stemmen. Vooral het trage tweede deel doet sterk aan kamermuziek denken. Het concerto in A, nummer 23, is terecht één van Mozarts populairste en een prachtig voorbeeld van Mozarts volwassen stijl. De blazerssectie is aanzienlijk uitgebreid, en de prominente rol die zij in dit werk spelen getuigt van de kwaliteit van de muzikanten waarmee Mozart in Wenen samenwerkte. Het werk ademt een vrije, onbezorgde sfeer uit en, hoewel het gemakkelijk in het gehoor ligt, zit het werk technisch erg vernuftig in elkaar. Met het laatste, complexere concerto, nummer 25, in C, slaat Mozart nieuwe wegen in, wegen die minder geapprecieerd werden door zijn Weense publiek. Aandacht voor de pianovirtuoos verslapte en Mozart zou in de laatste jaren van zijn leven nog maar twee nieuwe concerti schrijven. Het is een verrassend werk, met verregaande modulaties, plotse afwisselingen van majeur en mineur en een weinig voor de hand liggende pianopartij. Bovendien maakt Mozart het orkest nu gelijkwaardig aan de solist, zoals de lange, symfonisch gedachte introductie van het eerste deel, met pauken en trompetten, bewijst.
Solist Ivan Morevec is iemand die net niet tot de grootsten van de twintigste eeuw gerekend kan worden, maar hier bewijst hij dat hij niettemin over erg grote kwaliteiten beschikt. Hoewel dit een opname is van meer dan dertig jaar oud, komen Mozarts concerti altijd fris en aangenaam over. Moravec speelt licht, maar met een warme klank, doet weinig wereldschokkends, behalve dat hij hier en daar een ritmische moeilijkheid of een mineur passage wat meer in de verf zet, en levert zo een degelijke en aantrekkelijke interpretatie af.
Over Ivan Moravecs pianospel dus weinigs slechts, maar jammer genoeg kan het Tsjechisch Kamerorkest, dat het 14de en 23ste concerto begeleidt, niet altijd met de pianist mee. Storen doet het zelden, maar het is toch jammer om te horen dat, bijvoorbeeld, een kleurschakering van de solist niet altijd wordt overgenomen. Ook de blazers blijven erg op de achtergrond, terwijl Mozarts spaarzame maar kleurrijke gebruik van hoorns of hobo's net een van de charmes van zijn werk is. Echt uit de toon vallen doet het echter niet, behalve dan dat de eerste klarinet, die een nogal, euhm, 'herkenbaar' timbre bezit... Het Tsjechisch Filharmonisch orkest, dat het laatste concerto voor zijn rekening neemt is dan weer hoorbaar beter, met een goede balans tussen blazers en strijkers en tussen orkest en solist.
Met een degelijke uitvoering van drie van Mozarts aantrekkelijkste concerti is dit een leuke en aangename cd. Er bestaat beter, zeker, maar als de prijs meevalt, kan je dit plaatje best in huis halen.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links