De serenade, die in Zuid-Duitsland en Italië vaker 'Divertimento' werd genoemd, was ontspanningsmuziek bij uitstek in de late achttiende eeuw. De naam sloeg niet op een specifiek genre of een specifieke bezetting, maar kon gebruikt worden bij zowat elke compositie met een ontspannend en luchthartig karakter. Die bestonden meestal uit verschillende delen, een collectie variaties, menuetten of aria's, geflankeerd door een statig openingsdeel en een uitbundige finale. Mozart schreef de meeste van zijn divertimenti tijdens zijn jeugd voor het hof van de aartsbisschop van Salzburg, voor wisselende bezettingen. In de 'Serenata Notturna' – de naam is niet van Mozarts, maar van vader Leopold – versterken pauken de klank van het strijkerensemble, en verlenen het zo iets militairs, martiaals. Het is een korter werkje, zonder traag deel. Het divertimento K.287, in B, is geschreven voor strijkinstrumenten en twee (hoge) hoorns, terwijl de overbekende 'Eine Kleine Nachtmusik' zowel door strijkkwartet als door een groter ensemble uitgevoerd kan worden – hier gebeurt het met kwartet. Het is trouwens het enige werk dat van latere datum is: het werd geschreven in 1787, toen Mozart met de aartsbisschop had gebroken en zich als free lance musicus in Wenen had gevestigd.
Het Franse ensemble Les Folies Françoises speelt op authentieke instrumenten, en dit voegt een heel karakteristieke kleur aan de klank van het ensemble toe. Dit komt mede doordat de opname vrij droog is gemaakt. Een warme klank met een comfortabele galm erop, waar andere opnames op historische instrumenten bekend voor zijn, maakt hier plaats voor een pure, zij het wat droge opname. En hoewel de violen met een lichte vibrato in hun toon spelen, gaat er niet echt veel warmte van uit. De uitvoering op zich maakt echter veel goed. Dit ensemble gaat erg creatief om met de muziek die het speelt. Dat blijkt uit de vele smaakvolle rubato's die erin verwerkt worden. Openingsakkoorden, zoals in het divertimento K.287, worden met gepaste grandeur uitgevoerd, niet noodzakelijk in tempo. Bovendien benaderen enkele inventieve cadenzen in de 'Serenata Notturna' – met name eentje voor contrabas – erg dicht een vrije improvisatie. Hiermee tonen de muzikanten dat zij uitstekend op elkaar ingespeeld zijn, en dat ze deze muziek, met haar klassieke wendingen en luchthartig karakter, goed begrijpen. Ook 'Eine Kleine Nachtmusik' wint veel bij deze benadering. Met korte accenten op de juiste plaatsen en een zangerige eerste viool krijgt dit wat platgespeelde werk een nieuwe, frisse geest ingeblazen. Bovendien klinken de vier strijkers hier wel erg groots, eerder als een ensemble met dubbele of driedubbele bezetting dan als strijkkwartet.
Dit is een erg verzorgde cd. Laat de wat droge klank ervan niemand afschrikken; de muzikanten tonen met deze enthousiaste uitvoering dat Mozart hen uitstekend ligt!
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links