Van René Jacobs' historische uitvoeringen van barokke en klassieke opera's kan eigenlijk alleen maar hoge kwaliteit verwacht worden maar het resultaat is toch keer op keer een aangename verrassing. Een blik op een cd-box als deze lost al heel wat hoge verwachtingen in: een verzorgde uitgave met rijkelijk geïllustreerd libretto, tekst en interviews met Jacobs in vier talen, rijkelijk versierd met foto's van zangers en instrumentalisten en afbeeldingen van schilderijen die een prachtig tijdskader scheppen.
En natuurlijk stellen de drie cd's zelf ook niet teleur: René Jacobs weet hier een balans te slaan tussen historisch onderbouwde uitvoeringswijze en vlotte muzikale voordracht, of tussen nieuwigheidjes die de luisteraar verrassen en gevestigde traditie. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld een pianoforte als basso continuo in plaats van klavecimbel - dat gebeurt wel vaker - maar hij gebruikt die ook buiten de recitatieven. Dit is een vrij subtiele verandering, want de pianoforte wordt zo vaak overstemd door het orkest maar het voegt toch een extra kleur toe. En de recitatieven zelf worden met de nodige vrijheid begeleid. Want zoals René Jacobs uitlegt, is de kunst van het reciteren op muziek in de 19de-eeuw in de vergetelheid geraakt, terwijl het recitatief net onmisbaar is in de klassieke opera. Qua frasering kunnen de recitatieven dan ook wat verrassend overkomen (voor diegenen die ermee vertrouwd zijn, welteverstaan). De zangers zijn immers ook bijzonder vrij in het toevoegen van versieringen, vooral ook in de aria's, die destijds bedoeld waren om de virtuositeit van de zangers ten toon te spreiden. En hoewel het hele werk in de studio opgenomen is, ademt het een authenticiteit uit die normaal alleen op toneel gecreëerd kan worden. Voor een verhaal dat evenzeer bekwame zangers als goede acteurs vraagt, met zijn misverstanden, verkleed- en verstoppartijen en amoureuze complotten, klinkt deze opname even 'echt' als een live-opvoering. Dit is vooral hoorbaar in de heerlijk lange, verwarrende finales, aan het eind van de tweede en vierde akte. De vrolijke chaos die ontstaat wanneer het ene personage na het andere tevoorschijn komt, elk met iets ongelegens om aan het licht te brengen neemt bijna tastbare vormen aan. René Jacobs heeft een indrukwekkende groep zangers rond zich verzameld voor deze opera: Simon Keenlyside zingt zijn rol van overspelige maar vooral jaloerse graaf die pas op het eind van de opera begrijpt wat er allemaal achter zijn rug omgaat met verve en Lorenzo Regazzo is een stijlvolle Figaro. Ook Kobie van Rensburg vertolkt zijn dubbele rol (Basilio en Don Curzio) bijzonder goed, waarbij vooral de intrigant Don Curzio de aandacht trekt. Concerto Köln, dat uiteraard op authentieke instrumenten speelt is bijzonder goed in vorm. Dit hoort men in de manier waarop het geringe aantal blazers stevig de opera ondersteunt, zoals in de mars aan het slot van de derde akte.
Er is weinig meer te zeggen, al kan men uren doorgaan de fijne kantjes en verrassingen van deze opname te ontdekken. Elke aria, elke dansvorm herbergt een wereld van muzikale rijkdom maar de luisteraar zoekt dat beter zelf uit, want zowel liefhebber als kenner zal van deze cd's houden, dat is zeker. Deze 'Le Nozze' doet Mozarts lichtvoetige maar toch diepe opera buffa meer dan eer aan.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.