Mozart schreef 'La Clemenza di Tito', zijn laatste opera, naar aanleiding van de kroning van keizer Leopold II in Praag. Gezien de korte tijdspanne van de opdracht riep Mozart de hulp in van Süssmayr, die later het Requiem zou voltooien en hier meewerkte aan de recitatieven. Deze late opera seria bleef lange tijd in de vergeethoek liggen, maar krijgt tegenwoordig toch de bekendheid die hij verdient. Eén van de pionierproducties, geregisseerd door Karl-Ernst en Ursel Herrmann, is recent op dvd uitgebracht door Opus Arte in een opname gemaakt in de opera van Parijs. Diezelfde productie had meer dan 20 jaar geleden al opzien gebaard in de Brusselse Munt en toont nog geen teken van veroudering.
'La Clemenza di Tito' speelt in het oude Rome. Keizer Tito heeft door zijn trouwplannen met Berenice de jaloezie opgewekt van Vitellia, de dochter van keizer Vitellius. Zij beweegt de op haar verliefde Sesto, een vriend van Tito, ertoe om een aanslag op Tito te plegen. Wanneer Tito toch besluit met Vitellia te trouwen, is het te laat om Sesto in te lichten. Tito kan ontkomen aan de moordaanslag, maar het Romeinse Capitool gaat in vlammen op. Sesto wordt gevangen genomen, maar na een schuldbekentenis van Vitellia krijgt iedereen vergiffenis. Op muzikaal gebied is het vooral de orkestratie die opvalt. De blazers krijgen een prominente rol, met als hoogtepunt de eerste aria van Sesto, begeleid door bassethoorn. Een ander kenmerk van deze opera zijn de verschillende accompagnato recitatieven, waarin de soms verrassende harmonieën de gevoelens van de karakters kleur geven. Een meesterlijk voorbeeld daarvan komt aan het einde van het eerste bedrijf, wanneer Sesto bezig is de aanslag te plegen en bezingt hoe hij heen en weer wordt geslingerd tussen Vitellia en Tito. Ook het uiteindelijke slot van de opera wordt voorafgegaan door een accompagnato recitatief, waarin de syncopes van de strijkers Tito's verwarring uitdrukken. Al die aspecten worden prima naar voor gebracht door het orkest van de opera van Parijs, dat onder Sylvain Cambreling een krachtige lezing geeft met de nodige ruimte voor drama en noblesse.
Het regisseurkoppel Karl-Ernst en Ursel Hermann kiest voor een witte en meestal lege scène, waarin het de details en de personenregie zijn die de voorstelling kracht geven. Alle typeringen komen perfect over: de eenzaamheid van Tito, de drang naar macht van Vitellia, de vertwijfeling van Sesto. Reken daarbij dat de cast sterk acteert, en er ontstaat muziektheater op hoog niveau. De sterkste schakel is ongetwijfeld mezzo Susan Graham als Sesto. Zij ondervindt niet de minste last met Sesto's uitgebreide tessituur en coloraturen. Ook scenisch overtuigt ze als nu eens de verliefde minnaar van Vitellia, dan weer de angstige onderdaan die Tito bedrogen heeft. De Amerikaanse sopraan Catherine Naglestad zet een ijzersterke Vitellia neer, die evolueert van de ijzige kilte naar de vrouw die, in haar grote en indrukwekkend gezongen aria 'Non piu di fiori', beseft wat ze Sesto heeft laten doen. Enkel de Tito van Christoph Prégardien overtuigt niet. Ondanks een prima acteerprestatie heeft hij duidelijk moeite met de snelle loopjes en met de dramatische kracht die deze rol eisen.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links