Mozarts opera-opnames met het Freiburger Barockorchester onder leiding van René Jacobs zijn steeds weer iets om naar uit te kijken. Nadat hij eerst de drie Da Ponte opera's (Le Nozze di Figaro, Don Giovanni en Cosi fan Tutte) en vervolgens Mozarts late meesterwerk 'La Clemenza di Tito' onder handen nam, richt Jacobs zich nu op Mozarts andere grote opera seria, 'Idomeneo' uit 1781.
'Idomeneo' is Mozarts eerste volwassen opera, nadat hij vijf jaar niets voor het theater gecomponeerd had. Hij schreef zijn opera voor het hoforkest in Mannheim dat in de achttiende eeuw regelmatig als het beste in Europa geprezen werd. De virtuoze en solistische manier waarop Mozart het orkest in de opera behandelt, in de statige ouverture bijvoorbeeld, de instrumentale marsen of in de geraffineerde begeleiding van vele aria's, zijn bewijzen van de kwaliteit van de muzikanten waarvoor Mozart componeerde.
Mozarts Opera Seria, met zijn klassieke thematiek die teruggrijpt naar die van barokke opera's, worden vaak wat stiefmoederlijk behandeld, zeker in vergelijking met de komische Italiaanse opera buffa of het Duitse singspiel waarvoor hij bekender is. Toch is 'Idomeneo' een verrassend moderne opera, zo argumenteert René Jacobs in het rijkelijk gevulde cd-boekje, waarin Mozart traditionele elementen uit de barokke compositiepraktijk combineert met classicistische structuren en ideeën. Het verhaal zelf grijpt terug naar de Griekse oudheid, zoals in talloze barokke opera's. De overheersende moraal, over de triomf van de heldere rede over religieus fanatisme is echter een idee dat onbetwistbaar uit de verlichting afkomstig is. De opera vertelt het verhaal van de Kretenzische koning Idomeneo die na zijn terugkeer uit de Trojaanse oorlog zweert de eerste persoon die hij ziet aan Neptunus te offeren. Die eerste persoon is echter zijn eigen zoon Idamante, die uiteindelijk dankzij een goddelijke tussenkomst niet gedood wordt maar tot nieuwe koning gekroond wordt en de Trojaanse prinses Ilia als bruid mag nemen.
Het Freiburger Barockorchester is een ideaal ensemble om deze fijnzinnig georkestreerde muziek op te nemen. De strijkers reageren en spelen als een blok, wendbaar en transparant en de klank van de authentieke blaasinstrumenten die de muzikanten gebruiken komt heerlijk over, zoals in de aria 'Se il padre perdei' waar Mozart Ilia laat begeleiden door vier solistische blaasinstrumenten. De continuorol wordt door pianoforte overgenomen en Jacobs' vaste pianist, Sebastian Wienand zorgt voor prachtige improvisaties die Mozarts vaak lange recitatieven boeiend houden. Ook de cello, die de pianoforte bijstaat in vele recitatieven, improviseert naar hartelust en die improvisaties kunnen erg ver gaan, zoals aan het begin van de tweede akte, waar de pianoforte het recitatief 'Siam Soli' inleidt met een langere fantasie op motieven uit de ouverture. In tegenstelling tot Mozarts andere volwassen opera's, krijgt het koor in 'Idomeneo' een grote rol en het RIAS kamerkoor kwijt zich uitstekend van haar taak met een kristalheldere, geëngageerde uitvoering.
De rol van Ilia wordt gezongen door de Koreaanse sopraan Sunhae Im met een vrij grote stem en een interpretatie die dramatisch kan klinken maar ook erg expressief en stijlbewust. Ze bezit een zuivere en delicate hoogte, zoals ze demonstreert in de rustige sopraanaria 'Zeffiretti Lusinghieri' waar ze begeleid wordt door twee klarinetten in si (die omdat ze sinds Mozarts tijd niet meer gebruikt zijn speciaal voor de opname werden gemaakt). Ilia's rivale Elettra (Alexandrina Pendatchanska) klinkt wat lichter maar zeker even expressief, zelfs bijna overdreven dramatisch in haar laatste aria 'D'Oreste, d'Aiace'. Mozart kon zich uitleven in haar rol met allerlei vocale hoogstandjes. Zijn begeleiding is dan ook erg effectief en Jacobs doet er nog een schepje bovenop door haar aria 'Tutte nel cor vi sento' uit de eerste akte met tromgeroffel wat kracht bij te zetten. Pendatchanska klinkt echter, net als tenor Kenneth Tarver, die de rol van Arbace zingt, een beetje dof. Bij hem valt, naast een stijlbewuste en afgewerkte uitvoering, een nerveuze trilling op vele noten wat op maar storen doet dit zelden. Zijn aria's worden op vele andere uitvoeringen gemakshalve weggelaten en zo is het steeds mooi om ze hier volledig te kunnen beluisteren. Richard Croft zingt Idomeneos tenorrol afgewerkt en zuiver, zij het dan op een soms wat bescheiden manier. De derde akte, met als climax de interventie van een bovennatuurlijke macht ('La Voce' of Luca Tittoto, die met opmerkelijk veel resonantie zingt en plechtig mengt met de trombones die hem ondersteunen) klinkt heerlijk sfeervol. Bernarda Fink tot slot zingt de mannenrol van Idomeneos zoon Idamante. Ze bezit een groter stemvolume dan een typische barokke mezzo of countertenor en dat is merkbaar aan haar vrijere gebruik van vibrato en aan haar stem die krachtiger klinkt dan soms in de oude muziekwereld gebruikelijk is. Maar haar rol van de jonge en idealistische troonsopvolger klinkt perfect verstaanbaar en erg doorleefd.
Met prachtige uitvoeringen van Mozarts opera's kunnen operaliefhebbers terecht opgetogen zijn. Na deze vijfde opname blijft het wachten op de vroege Italiaanse opera's van Mozart met dezelfde uitvoerders of op zijn in het Duits gezongen 'Entführung' of 'Zauberflöte'.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links