Mozarts serenade voor dertien instrumenten (twaalf blazers, plus contrabas, maakt dat: twee hobo's, klarinetten, bassethoorns, fagotten en vier hoorns) past in een heel rijtje gelegenheidsmuziek, serenades, cassationes en parthia's die aan het einde van de achttiende eeuw in zwang waren bij de hoven en de gegoede burgerij van Europa. Deze 'Gran Partita' serenade valt echter op door zijn grootse opzet. Om te beginnen: terwijl traditionele serenades zich beperken tot drie of vier delen, en zelden langer dan dertig minuten duren, bestaat deze 'Gran Partita' uit maar liefst zeven delen, en duurt een uur. Sommige delen, zoals de twee menuetten zijn ongewoon lang uitgewerkt. Hoewel we niet zeker weten voor welke gelegenheid Mozart het werk schreef, weten we wel dat hij zich waarschijnlijk door de blazers van het uitmuntende hoforkest in Mannheim liet inspireren. Op deze uitgave van het Amerikaanse label Telarc, spelen de blazers van het Orchestra of St. Luke's, een van Amerika's meest gerenommeerde kamerorkesten, dat in New York gevestigd is.
Mozarts 'Gran Partita' is een werk vol levensvreugde. Een beluistering naar het levendige eerste deel, de snelle finale of het vreugdevolle tweede menuet volstaat om zich daarvan te overtuigen. Daarom is het jammer dat deze opname net zo zwak en weinig meeslepend overkomt. De uitvoering is nochtans technisch erg sterk: de blazers spelen goed en vlot, met een warme, volle klank. Waar het echter aan ontbreekt is het gevoel dat je als luisteraar live naar een concert te luisteren. De hele serenade klinkt nogal clean en afstandelijk. En dirigent Charles Mackerras kiest dan ook nog eens voor tempi die eerder aan de trage kant liggen – ook anderen doen dat, dus daarin staat hij niet alleen, dat geven we toe, maar toch -, waardoor muziek zeker zijn energie verliest. Zo klinken heel veel snelle stukken uit de middendelen (het hele vierde deel, wat eigenlijk een snel deel is, meer scherzo dan menuet, of middendeel uit het vijfde of de slotpassage van het zesde) tergend langzaam. Bovendien komen passages die verticaal geschreven zijn, harmonische progressies, of modulerende gedeeltes, bijzonder statisch over. Dit doet de muziek werkelijk stilvallen, soms. De ene muzikant speelt met meer overgave dan de andere: terwijl de hobo's sterk presteren, komen de klarinetten nogal 'matter- of- fact' en weinig gevoelig over. Al deze dingen bij elkaar zorgen ervoor dat deze 'Gran Partita', ondanks de kwaliteit en naam van de uitvoerders, zeker niet boven de middelmatigheid uitsteekt. Jammer, maar de muziek blijft wel erg mooi, natuurlijk.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur