Componist William Walton (1902-1983) is een van de iconen van de Britse muziek van de vorige eeuw. In zijn geboorteland wordt hij op handen gedragen, maar zijn laatromantische composities zijn in onze contreien minder bekend. Het London Symphony Orchestra, recent gekroond tot een van de beste orkesten ter wereld, is het aan zijn status verplicht om te proberen daar verandering in te brengen. De opname van Waltons eerste symfonie in bes – een wel erg dramatisch klinkende mineurtoonaard – op hun eigen label LSO Live biedt alvast een glansrijke aanzet.
Een moeilijke ontstaansgeschiedenis staat in de muziekgeschiedenis vaak garant voor succes bij de creatie. Dat geldt ook voor deze symfonie, waaraan Walton gedurende vier jaren werkte. Vooral bij de majestueuze finale heeft het een tijd geduurd alvorens ze volledig op papier stond. Dit slotdeel, niet gespeend van enige bombast, combineert briljant gebruik van het koper met een meer contrapuntische structuur. Dirigent Sir Colin Davis weet vanuit het statige Maestoso waarmee dit deel begint de spanning quasi onhoudbaar op te drijven, om uit te barsten in het krachtige, dramatische slot dat Walton vraagt. Bovendien houdt hij het indrukwekkend spelend orkest perfect in toom tijdens het meer levendige middenblok. Dezelfde dramatische, donkere sfeer waarin deze finale baadt, kenmerkt ook het Allegro waarmee de symfonie opent. Zowel op gebied van intervallen als harmoniegebruik is dit openingsdeel een heel stuk ongewoner dan de finale. Binnen de ietwat onheilspellend sfeer die Walton hier creëert verdwijnt de tonale basis echter nooit. Opnieuw toont Davis zich hier een meester van opbouw, die de meest angstaanjagende kleuren uit zijn orkest kan halen. Dat wordt helemaal ten top gedreven in het korte Scherzo. Bijtende, dissonante slagakkoorden en een onweerstaanbare drive doen de spot waarnaar de ondertitel van het deel – Presto con malizia – verwijst alle eer aan. De bondigheid van dit deel staat in schril contrast met het Andante dat erop volgt. Niettegenstaande enkele boeiende ideeën, zoals een melancholisch motief voor de schitterend spelende fluit, slaagt Walton er hier niet in om de aandacht de volle twaalf minuten vast te houden. Ook op harmonisch gebied toont hij zich hier van een minder inventieve kant dan in de rest van de symfonie. Ondanks die bedenkingen is het toch volop genieten van het kleurrijke klanktapijt dat het London Symphony Orchestra biedt.
Orkest en dirigent zorgen ervoor dat deze opname meer wordt dan enkel een boeiende ontdekking van een minder bekend werk. Walton's symfonie wordt alle eer aan gedaan door de kleurrijke en dynamische vertolking die deze cd biedt.
Meer over William Walton
Verder bij Kwadratuur
Interessante links