Het New Yorkse duo White Out is al zo’n vijftien jaar actief in de vrije improvisatie scene. In deze tijdsspanne trad het tweetal voornamelijk op met muzikanten zoals Nels Cline, Carlos Giffoni, Thurston Moore (van Sonic Youth) en Jim O’Rourke. Om deze reden waren Lin Culbertson en Tom Surgal slechts te horen op uitgaven van voorgaande artiesten. Het Belgische label AudioMer brengt daar nu verandering in: ‘Asphalt and Delay’ verzamelt vijf stukken van het duo, opgenomen in hun thuisbasis, hoog boven het straatniveau in hartje Manhattan. Deze gelimiteerde vinyloplage introduceert de luisteraar in het aparte klankuniversum van White Out.
Een breed arsenaal aan instrumenten zoals analoge synthesizers, autoharp, fluit, gongs en bellen biedt de muzikanten alle mogelijkheden om hun improvisaties uit te bouwen. Het muzikaal spectrum wordt vanaf de eerste minuut afgetast met gefriemel en getokkel. De atonale structuren van de harp geven het openingsnummer een Oosterse uitstraling. Met zachtaardige en variabele ritmes navigeert Surgal de luisteraar door de mysterieuze klanken van de harp en synths. Zijn rommelige en instinctieve percussie schept een passende omgeving voor Culbertson’s expressieve toonzetting.
In elk improvisatie trachten de muzikanten naar een bepaalde sfeer te werken. Die is doorgaans psychedelisch van aard en trekt de luisteraar mee in een onbekende, primaire wereld. De stemuitdrukkingen van Culbertson in “Daughter of The Wind” klinken behoorlijk sjamanistisch en onverfijnd vergeleken met bijvoorbeeld Julianna Barwick’s stemgeluid. Toch mist het zijn effect niet. De hijgende, krijsende en jankende stem steekt goed af tegen het synthesizergeborrel en werkt geestverruimend.
Op ‘Möbius Strip’ wordt de belevenis nog een pak intenser. Het gebruik van slepende klankbundels vol dissonanten doet iedere aanhoorder grondig desoriënteren. De muziek wisselt tussen voorwaarts en achterwaarts zodat de richting niet meer duidelijk is. Het album sluit uiteindelijk af met twee soortgelijke, hypnotiserende nummers waarin spacey synthpartijen worden begeleid door Sugal’s getokkel. Deze stukken worden niet afgewerkt en kennen geen definitief einde. Het zijn momentopnames die deel uitmaken van een groter, onbekend geheel. Dat is niet echt een minpunt, aangezien de muzikale wereld van White Out zich steeds instinctmatig vormt. Perfect spul voor esoterische ervaringen.